metropolis m

tentoonstellingsoverzicht Castrum Peregrini

‘Misschien ga ik wel de politiek in’, zegt ze lachend. De invloedrijke kunst en cultuurtheoreticus Mieke Bal werd vorige week door de Universiteit van Amsterdam geëerd voor haar verdiensten. Op het moment is ze betrokken bij drie tentoonstellingen in Amsterdam en Oslo als kunstenaar, curator en schrijver. 

Mijn eerste ontmoeting met Mieke Bal was in 1990 kort na het verschijnen van Verf en Verderf. Lezen in Rembrandt. Ik werkte destijds als freelance journalist bij het Utrechts Nieuwsblad en vond op een dag op mijn bureau haar werk over Rembrandt. Ik las het in één adem uit. In plaats van de gangbare kunsthistorische benadering, sprak niet de geleerde connaisseur, de traditionele Rembrandt deskundige, maar een gesprekspartner, een schrijfster- onderzoeker, die vanuit een hedendaags perspectief, tegelijk in een open dialoog ging met de zeventiende-eeuwse meester en de hedendaagse lezer, door verbinding te maken met alle denkbare perspectieven: filosofie, religie, literatuur, geschiedenis, kunst en vrouwenstudies. In plaats van beelden te definiëren en te classificeren, leek het alsof ieder object nieuwe woorden genereerde. Kijken naar kunst werd een manier om de grenzen tussen wetenschap, kunst en politiek radicaal op te rekken.

tentoonstellingsoverzicht Oslo

Lezen in Rembrandt veroorzaakte een ware rel in de toenmalige wetenschappelijke wereld. Ernst van de Wetering, hoofd van het befaamde, door NWO/ZWO gefinancierde, Rembrandt Research Project (1968-2014) was indertijd de onbetwiste autoriteit in het kunsthistorisch bastion en leidde het publieke debat over Rembrandt in termen van ‘echt’ of ‘onecht’. Iedere andere, meer fundamentele cultuur-analytische benadering, werd afgedaan als irrelevant. Bal mocht dan bijzonder hoogleraar semiotiek en vrouwenstudies zijn aan de Universiteit van Utrecht en hoogleraar vrouwenstudies, vergelijkende literatuurstudie en hedendaagse kunsten aan de University of Rochester (New York), maar van Rembrandt moest ze afblijven. Ik herinner me nog goed hoe ze me vertelde over het contrast met de Verenigde Staten, waar haar afwijkende ideeën door collega-onderzoekers met enthousiasme werden begroet. 

Inmiddels zijn meer dan vijfentwintig jaar verstreken en heeft Mieke Bal een niet-weg te denken plaats ingenomen in het Nederlandse landschap van de kunsten en letteren; vanaf 1991 als hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam met een leerstoel theorie van de literatuurwetenschap. Ze is een van de oprichters en eerste directeur van de befaamde Amsterdam School of Cultural Analysis waar ze meer dan tachtig promovendi naar de eindstreep begeleidde. In 2005 werd ze zelfs de eerste vrouwelijke academie hoogleraar in de geesteswetenschappen in Nederland met als speciaal aandachtsgebied de culturele analyse. In de loop van de jaren publiceerde ze talloze werken o.a. over Michelangelo Caravaggio, Rembrandt van Rijn, Edvard Munch en Louise Bourgeois. Ze ontpopte zich daarbij ook als curator en video- en filmkunstenaar.

Edvard Munch, Nalina Malani en René Descartes

De lente 2017 is het moment dat in binnen- en buitenland nieuwe tentoonstellingen worden getoond. Voor wie daar nog niet de gelegenheid voor heeft gehad een unieke mogelijkheid voor verdere kennismaking met het omvangrijke werk van Mieke Bal; de inmiddels 71-jarige grande dame van de Nederlandse kunsten en letteren. In de maanden maart en april zijn er drie exposities te zien waar ze direct bij is betrokken. De eerste in Oslo in het Munch Museum (gastcurator); de tweede in het Stedelijk Museum in Amsterdam (curator Magriet Schavemaker); de derde in het Castrum Perigrini (curator Nina Folkersma). Bij de twee eerste exposities verschenen van haar hand omvangrijke studies: Emma & Edvard: Looking Sideways. Loneliness and the Cinematic. (2017) en In Media Res: Inside Naline Malani’s Shadow Plays (2017).

De tentoonstelling Edvard & Emma: Love in a Time of Loneliness in het Munch Museum in Oslo staat nu al bekend als een van de belangrijkste exposities van het museum in de afgelopen jaren. De Noorse pers ontving de tentoonstelling met groot enthousiasme. De tentoonstelling verdient inderdaad alle lof. Een wandeling door de geschakelde ruimten is een onvergetelijke cinematografische ervaring. Bal combineert het werk van Edvard Munch met eigen werk; de film Madame B (2013), gebaseerd op Madame Bovary van Gustav Flaubert. De verschillende halfdonkere kamers die de toeschouwer doorloopt zijn gevuld met belangrijke werken uit het oeuvre van Munch. In het midden van de zalen zijn screans opgehangen, waarin diverse episoden uit het leven van Emma Bovary te zien zijn. Je wordt meegevoerd in het verlangen naar liefde, en de onbereikbaarheid daarvan, die het kapitalistisch tijdperk waar wij nog steeds in leven, kenmerkt. Overal staan bankjes. Waar in de regel tentoonstellingen zijn ingericht om een massale toestroom aan mensen snel naar het einde te leiden, wordt de toeschouwer bij Emma & Edvard juist uitgenodigd de tijd te nemen. Een aantal werken is op zithoogte opgehangen, met bankjes ervoor, waardoor rust ontstaat. Het museum wordt als een park, waar je kan wandelen, gaat zitten kijken en luisteren op een bankje, om de frisse lucht in te ademen van het object van je keuze dat zo de kans krijgt te ‘spreken’. 

Edvard Munch, Bohemens bryllup, 1925-26

De tentoonstelling Transgressions van het werk van de Indiase kunstenaar Nalina Malani in het Stedelijk Museum, gaat vergezeld door een door Hatje Cantz prachtig verzorgde 440 pagina’s tellende begeleidende publicatie van de hand van Mieke Bal. De expositie bestaat uit objecten en projecties. De projecties die de toeschouwer omgeven en meevoeren in mogelijke werelden vertellen, leren, ons over de caleidoscopische laat, post, of altermoderne tijd waarin wij leven. Een doos van pandora waarin wereldwijd bloedvergieten, complexe intermenselijke relaties, provocerende erotiek, een ontembaar prometheïsch verzet, en een hartstochtelijk verlangen om te begrijpen, elkaar afwisselen. De geweren, het bloed, de pijn, laat ons voelen, doet de toeschouwer meegaan in een gebied van dat Gayatri Spivak beschrijft in Can the subaltern speak? (1988) en de psychoanalyticus Christopher Bollas omschrijft als ’the unthought known'(1987). Het onbewuste als een herinnering in het nu, die volgens Bollas niet alleen receptief maar ook creatief van aard is.

De tentoonstelling Mieke Bal: Reasonable Doubt in Castrum Perigrini, in Amsterdam stelt de twijfel en rede centraal. Nina Folkersma, gastcurator opent het jaarthema 2017-2018 The Female Perspective met de derde speelfilm/installatie van Bal en Gamakers Reasonble Doubt (2016), waarin in een spel, de relatie, tussen René Descartes (1596-1650) en koningin Kristina van Zweden (1626-1689) wordt uitgewerkt. Reasonable Doubt is echter allesbehalve een sentimentele dubbelbiografie. Eerder is het materiaal om het vandaag de dag zo belangrijke thema van de kritische rede, een alternatief voor populisme en fundamentalisme, opnieuw te agenderen. Bal merkt in een interview met Folkersma op dat de film vooral de bedoeling heeft in een tijd van ongebreidelde irrationaliteit, de kracht van twijfel en rationaliteit weer onder de aandacht te brengen. Het huis van Gisèle van Waterschoot van der Gracht biedt daarvoor een uitgelezen gelegenheid. Een omgeving waar vrijheid, vriendschap en kunst centraal staan.

tentoonstellingsoverzicht Castrum Peregrini

Reasonable Doubt, Photo by Przemo Wojciechowski 

Wetenschap, kunst en politiek

Mieke Bal maakt van kunst onderzoek en van onderzoek kunst. Moeten we haar werk daarmee definiëren als Art Based Research? Het is de vraag of we daarmee de unieke kwaliteit van haar werk recht doen. De praktijk van Art Based Research komt vaak niet veel verder dan reflectie: kunst beschreven in een complex wetenschappelijk jargon waarbij de intellectuele diepgang niet altijd vergezeld gaat van de gevraagde artistieke kwaliteit. Bij Bal is dat anders. Ze staat in een lange narratieve traditie. Ze positioneert zich in een veld dat van oudsher bekend staat als de humaniora. Ze baseert zich op waarneembare feiten, maakt prikkelende analyses, maar gebruikt dat voor het vertellen van een verhaal; een zorgvuldig gecomponeerd ‘work of art’. 

Bals werk is eerder Research Based Art. Het is een gedegen, op onderzoek gebaseerde vorm van kunst. Theoretische fictie, zoals ze het zelf aanduidt. Haar werk laat zich misschien het beste vergelijken met dat van de grote cultuurcriticus Walter Benjamin (1892-1940). Wetenschap wordt meer dan een verzameling feiten, het wordt literatuur. De onderzoeker is een protagonist, in een vervliedende ‘mogelijke wereld’. Bal is steeds weer op zoek naar nieuwe feiten en theorieën rondom de thema’s die ze oppakt. Schotten tussen disciplines verdwijnen. Er bestaan geen onnodige niveaus van onderzoek die wetenschap en het dagelijkse leven van elkaar vervreemden. Wetenschap is nooit een formeel doel an sich. Bal gebruikt wetenschap in de ware zin van het woord: meer als een middel dan een doel, zonder ook maar iets af te doen aan de geloofwaardigheid van haar beweringen. Onderzoek wordt bij Bal pure verwondering, een creatieve vorm van denken waar wetenschap wordt tot kunst.

De koninklijke onderscheiding die haar op 17 maart 2017 ten deel viel op de Tribute to Mieke Bal georganiseerd door de Universiteit van Amsterdam en het Stedelijk Museum, was een meer dan terechte publieke erkenning voor de vrouw die in het laatste kwart van de twintigste eeuw en het eerste deel van de eenentwintigste eeuw, het landschap van de Arts & Humanities fundamenteel veranderde. Na de academische wereld en de wereld van de kunsten, dringt dat nu ook door bij het grote publiek. Ik kan me nog herinneren hoe ik haar ongeveer tien jaar geleden vroeg wat ze na haar wetenschappelijke en kunstzinnige loopbaan nog zou willen doen. ‘Misschien wel de politiek in’, lachte ze. Kunst, wetenschap en politiek engagement vloeien in elkaar over in het unieke werk van de grande dame van de theoretische fictie. Werk van een niveau waar de nobelprijs voor literatuur niet bij zou misstaan.

Edvard & Emma: Love in a Time of Loneliness van 28 januari – 27 april in het Museum Munch in Oslo’; Mieke Bal: Reasonable Doubt van 18 maart tot 12 april in het Castrum Perigrini, in Amsterdam; Nalina Malani, Transgressions van 18 maart tot 18 juni in het Stedelijk Museum in Amsterdam

Jeroen Lutters

is cultuurhistoricus en doceert kunst- en cultuureducatie aan ArtEZ University of Arts

Recente artikelen