metropolis m

Radha D’Souza and Jonas Staal, Court for Intergenerational Climate Crimes (CICC), 2021, foto Ruben Hamelink, in opdracht van Framer Framed, Amsterdam

Bij Framer Framed is hun grootste project ooit te zien: een strafhof voor intergenerationele klimaatmisdaden. Of preciezer: een rechtszaak tegen het rechtssysteem dat deze misdaden tegen het klimaat mogelijk maakt. Joram Kraaijeveld bezoekt voor ons de inauguratie van het door Jonas Staal en Radha D’Souza geïnitieerde hof.

Voorafgaand aan de inauguratie van het Court for Intergenerational Climate Crimes (CICC) bij Framer Framed vroeg ik me af waarom er geen officiële vertegenwoordigers van nationale overheden, internationale instanties of politieke partijen op de avond aanwezig zouden zijn. Die zouden het belang van een internationaal instituut dat intergenerationele klimaatmisdaden door corporaties en staten berecht toch kunnen ondersteunen? Eveneens: waarom kwamen er geen jonge klimaatactivisten spreken die ons met emotie zouden kunnen uitleggen dat het veiligstellen van de toekomst van hun generatie en de daaropvolgende gisteren al had moeten beginnen? Waarom geen vertegenwoordiging van Vanuatu en andere eilanden in Oceanië die in 2019 al hebben voorgesteld om ecocide toe te voegen aan de misdaden die het Internationaal Strafhof (ICC) kan vervolgen. Waarom geen Urgenda en milieudefensie die uitleggen hoe zij de Nederlandse Staat en Shell voor de rechter hebben gekregen?

Terwijl ik het bescheiden avondprogramma met bijdragen van Josien Pieterse (co-directeur Framer Framed), Jonas Staal (kunstenaar) en Radha D’Souza (schrijver, advocaat en activist) bijwoon, begrijp ik echter de tekortkomingen van mijn enigszins routineuze vragen. Het CICC nodigt uit om radicaal anders te gaan nadenken over wetten, recht en rechtvaardigheid. Of, zoals Rhada D’Souza tijdens haar toespraak stelt: ‘With the CICC, we bring the law to trial.’

In haar welkomstwoord staat Pieterse erbij stil dat een bijeenkomst op een schaal als deze na meer dan een jaar eindelijk weer mogelijk is; de inauguratie van het CICC is daarmee ook een wederopenstelling van Framer Framed zelf. De vormgeving van het CICC zet daar kracht bij; het publieke tribunaal heeft een open, centraal en collectief karakter. De architectonische installatie vult de volledige zaal; in het midden staat een spreekgedeelte en eromheen zijn honderd individuele zitjes neergezet (op anderhalve meter afstand) met daarboven een afbeelding van een uitgestorven dier of plant. Met deze inauguratie van het CICC vestigt Framer Framed zich wat mij betreft definitief in de voormalige Oostergasfabriek aan de Oranje-Vrijstaatkade in Amsterdam.

Radha D'Souza and Jonas Staal, Court for Intergenerational Climate Crimes (CICC), 2021, foto Ruben Hamelink, in opdracht van Framer Framed, Amsterdam

Staal refereert in zijn introductie over het CICC ook aan de covid-19 pandemie, en de necropolitieke aanpak daarvan door de Nederlandse overheid. Zijn beschouwing breidt zich uit naar een kritiek op het racistisch-ecocidaal kapitalisme dat het verleden in het heden opgebruikt, en zo een toekomst verloren laat gaan. De verslaving aan fossiele brandstoffen door het kapitalistische systeem is, met andere woorden, een vorm van chronopolitiek, maar wel een die gaat over eeuwen in plaats van de seconden waar we in onze 24-uurs-aandachteconomie aan gewend zijn geraakt. Deze opschaling van tijd in ons bewustzijn kan worden aangewakkerd wanneer we ons beseffen dat fossiele brandstoffen inderdaad bestaan uit fossielen. Staal wijst op de ammonieten (gefossiliseerde zeedieren) die op verschillende plekken in het CICC zijn geïnstalleerd als symbool van de vijfde massa extinctie 65 miljoen jaar geleden. Samen met andere afgebeelde uitgestorven planten en dieren zijn deze ammonieten in het CICC zowel getuigen als bewijsmateriaal van rechtenschendingen. Deze symbolen dragen uit dat het CICC een meer-dan-menselijk tribunaal is waar een rechtspraak wordt ontwikkeld over gedeelde ecologieën met wederzijds afhankelijke mensen, dieren, planten en andere vormen van leven.

Radha D'Souza and Jonas Staal, Court for Intergenerational Climate Crimes (CICC), 2021, foto Ruben Hamelink, in opdracht van Framer Framed, Amsterdam

D’Souza begint haar toespraak met het erkennen van de inzet van haar voorouders die het mogelijk hebben gemaakt haar werk te doen. Haar boek What’s wrong with rights? dient als basis voor het juridische kader waarbinnen het CICC opereert. In het boek analyseert D’Souza de opkomst en verspreiding van universele mensenrechten na de Tweede Wereldoorlog en belicht zij hoe dit discours de belangen van de transnationale, kapitalistische klasse heeft bevorderd. Met de nieuwe wereldorde na 1945 breidde kapitalisme zich uit tot een transnationaal, financieel gedreven en monopolistisch systeem, zo stelt D’Souza, en dit systeem had de verspreiding van een nieuw type individualiserende en commodificerende rechten nodig. Ze geeft het recht op geluk als voorbeeld: dit mensenrecht ondersteunt internationaal toerisme en economische groei met alle gevolgen van dien voor inheemse gemeenschappen en ecosystemen. In dit soort mensenrechten herkent D’Souza de erfzonde van het kapitalisme, de commodificatie van land waarmee mensen zich afscheidden van de natuurlijke omgeving en daarmee ook van de vorige en volgende generaties. Het herstellen van de meervoudige relaties tussen mensen en natuur, is het doel van het juridische kader dat D’Souza voor het CICC mede heeft ontwikkeld. Dit blijkt al uit de preambule: ‘Be it enacted by the assembly of all those present, in the name of human and non-human ancestors, mother earth and the cosmos, and by the authority of those present in this assembly in their capacities as the ancestors of future generations.’

Enerzijds zijn progressieve politici, klimaatactivisten, rechtszaakactivisten en inclusievere internationale verdragen nodig om zicht te houden op een min of meer leefbare planeet, maar anderzijds beroepen deze politieke strategieën zich veelal op de wetten van een modern rechtssysteem dat klimaatonrechtvaardigheid mogelijk maakt. Dit laatste inzicht vormt de crux van het CICC. In zekere zin pleit het CICC niet voor méér burgerinspraak, sneller overheidshandelen, verruiming van de wetgeving of meer strafzaken. Het CICC is in de eerste plaats een pleidooi voor een fundamenteel ander rechtssysteem dat wél recht kan doen aan de vele vormen van menselijk en niet-menselijk leven en de vele intergenerationele relaties ertussen. Het Westerse rechtssysteem zorgt voor structurele ongelijkheid tussen individuen en multinationals omdat het privaat eigendom laat prevaleren boven collectieve waarden en relationele afhankelijkheid. Het recht op eigendom maakt bijvoorbeeld de toe-eigening van grondstofrijke gebieden door multinationals mogelijk; een vorm van wetgeving die niet het recht op de levens van toekomstige generaties van inheemse gemeenschappen die intrinsiek met diezelfde gebieden verbonden zijn kan garanderen. Goud, kolen of olie worden wel als verplaatsbare handelswaar erkend, maar niet als de grond onder de voeten van toekomstige inheemse gemeenschappen die in wederzijdse afhankelijkheid leven met rivieren en gewassen.  

Niet het voor de rechter brengen van ING, Airbus, de Nederlandse Staat of Unilever is het hoogste doel, maar het stimuleren van een ander rechtvaardiger rechtssysteem 

Met de inauguratie van het CICC in Framer Framed is het tribunaal als fysiek gerechtshof geïnstalleerd, waarmee ook een ruimte in de collectieve verbeelding is geopend. Het CICC heeft niet dezelfde autoriteit als het ICC, maar hoeft dat ook niet te hebben. Niet de uitspraak van de rechter is belangrijk, maar het verbeelden van een rechtvaardige rechtsgang. Niet het voor de rechter brengen van ING, Airbus, de Nederlandse Staat of Unilever is het hoogste doel, maar het stimuleren van een ander rechtssysteem dat nodig is om de mondiale, intergenerationele, meer-dan-menselijke problemen van ecocide en klimaatmisdaden tegen vormen van menselijk en ander-menselijk leven te erkennen en aan te pakken. Deze verbeelding zal verder ontwikkeld worden door het in gebruik nemen van het CICC met de hoorzittingen op 28 tot en met 31 oktober. In deze vier dagen zal duidelijk worden hoe de juridische processen eruit zien, welke getuigenissen er gehoord zullen worden en hoe het gerechtshof tot een uitspraak zal komen.  

Court for Intergenerational Climate Crimes is t/m 16 januari 2022 te bezoeken bij Framer Framed. Van 28 tot en met 31 oktober zullen in de CICC hoorzittingen plaatsvinden waar Unilever, ING, Airbus en de Nederlandse staat worden aangeklaagd voor Intergenerationele klimaatmisdaden.

Joram Kraaijeveld

is curator, docent en schrijver en zet zich als zodanig in voor de positie van de kunstenaar in en de waarde van de kunsten voor de samenleving. Hij werkt aan actieve vormen van solidariteit binnen en buiten de kunsten

Recente artikelen