metropolis m

In neoliberale tijden is iedereen een verkoper. Ook de gerenommeerde ontwerper.

Steve Jobs wijlen CEO van Apple
Shin Jhon Kyon CEO van Samsung
Gerard van Kleisterlee CEO van Philips
Frans van Houten CEO van Philips

Vroeger waren het altijd meisjes die de ‘dirty job’ moesten doen: hun lichaam in de strijd gooien in het belang van de handel. De vrouw als blikvanger. Als de blik eenmaal gevangen was werd hij met een armgebaar subtiel doorgeleid naar het product, onder het motto: het gaat niet om mij maar om het broodrooster, het potje pindakaas, het waspoeder.

Sommige meisjes zijn er beroemd mee geworden, met producten aanwijzen, zoals Leontien Ruiters in Rad voor Fortuin en natuurlijk ons nationale kaasmeisje Frau Antje. De meesten bleven volstrekt anoniem en inwisselbaar, zoals Jacqueline Hassink heeft laten zien in het boek Car Girls.

De bevallige bediende die ons in de media het product aanreikt is een uitstervend soort. Reclamemakers stellen tegenwoordig alles in het werk om de productaanwijzers echte gebruikers te laten zijn, mensen van vlees en bloed. En dus zitten commercials vol buurvrouwen en buurmannen, scholieren en studenten die ijverig in de weer zijn met het te verkopen product. Zomaar iets aanwijzen is er niet meer bij.

Totdat Steve Jobs kwam, de productaanwijzer summa cum laude.

Jobs gaf een nieuwe dimensie aan de productpresentatie door het niet alleen aan te wijzen (‘zie hier, koop dit’), maar het product ook te zijn. i = Apple = Jobs; het werden compleet inwisselbare grootheden. De man was zijn telefoon: iPhone.

Na Jobs zie je een toenemend aantal CEO’s manmoedig proberen te doen wat Jobs deed: producten aanbieden door net te doen alsof ze het eigenhandig ontworpen hebben. Vooral bij de presentatie van de jaarcijfers in de elektronicabranche is het een hype. Gerard van Kleisterlee van Philips deed het en zijn opvolger Frans van Houten ook. Ik zag het de CEO van Samsung doen, en nog een half dozijn andere directeuren en CEO’s.

Over het algemeen ziet het er potsierlijk uit, de slappe imitatie van Jobs die, laten we eerlijk zijn, volkomen ongeloofwaardig is. Niemand als Jobs kan zo perfect samenvallen met zijn product. Al die andere CEO’s in de rol van ontwerper/verkoper vertrouw je voor geen cent. Al was het vanwege de domme fout dat ze er hun stropdas bij aanhouden (ken jij een ontwerper met een stropdas?).

Zo niet Rem Koolhaas die een paar maanden terug ineens een handeltje in meubels bleek te zijn begonnen. Op z’n Jobs deed hij zijn eigen stoelen en tafels in de aanbieding. Ik zag de advertentie voorbij komen in het zomernummer van Artforum, na al een paar maanden geleden iets te hebben zien passeren op internet.

Over mannen die samenvallen met hun product gesproken. Koolhaas is de Jobs van de architectuur. Ook bij hem komt alles samen, en dus mag hij dit doen. Waarmee niet is gezegd dat hij er goed in is.

Waarschijnlijk was deze marketingrol een harde verplichting van de fabrikant van de meubels, de Newyorkse firma Knoll Inc, die zonder de inzet van Koolhaas bij de verkoop ervan vermoedelijk nooit met de productie van de vrij anonieme meubels begonnen was.

En dus zit Koolhaas daar in het grote Amerikaanse kunsttijdschrift, zichtbaar ongemakkelijk op z’n eigen bank/stoel/bar/bureau, dat van zichzelf al een massief toonbeeld van ongemak is. De bijna-Max Bill sculptuur is zo te zien gemaakt om naar te kijken, niet zozeer om te gebruiken. De Koolhaas op de foto drukt het perfect uit. Lijdzaam zit hij op de balk (schandpaal), quasi-nonchalant maar toch onmachtig, met de voeten bungelend in de lucht. Voor de gelegenheid heeft hij er een zwarte Steve Jobstrui bij aangetrokken.

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen