metropolis m

Scheffersplein met overzicht van de zendgebieden van de audiofragmenten.
De iPhone

Voor Wormhole, de jongste creatie binnen de Proeftuinreeks van het CBK Dordrecht, ga je gewapend met een iPhone en een flinke hoofdtelefoon op zoek naar door de stad verspreide geluidsfragmenten. Curatoren Edwin van de Heide en Joost Rekveld kregen opdracht geluid in de openbare centraal te stellen in een tentoonstelling, met als resultaat tien jonge kunstenaars die elk een GPS gestuurde geluidsroute maakten.

Terwijl je als bezoeker/deelnemer – met enige door de buitenproportionele hoofdtelefoon veroorzaakte gêne – door het centrum van Dordrecht loopt, kom je met behulp van het GPS systeem van de iPhone op diverse locaties geluidsfragmenten tegen die bij een van de tien werken horen. Om de zoektocht wat gemakkelijker te maken, is een plattegrond gemaakt die de zones toont waarbinnen de geluidsfragmenten uitgezonden worden en zijn er verschillende routes uitgezet. De verschillende gebieden overlappen elkaar regelmatig, waardoor je met je iPhone gemakkelijk van het ene naar het andere werk kunt overstappen en zo je eigen route kunt bepalen.

Scheffersplein met overzicht van de zendgebieden van de audiofragmenten.

Als je besluit de aangegeven routes te negeren en over te schakelen op deze ‘dwaalmodus’ worden de interactieve mogelijkheden van de GPS-techniek pas echt duidelijk. Hoewel de zones soms te klein zijn om de zendgebieden nauwkeurig uit elkaar te houden – waardoor het systeem dus niet altijd optimaal werkt – heb je zo een grote mate van zelfstandigheid in je benadering van de tentoonstelling.

Plattegrond van Dordrecht met routes

Sterker nog, wanneer de plattegrond vergeten wordt werkt het concept het sterkst. Juist dan gaan de geluidsfragmenten een relatie aan met de fysieke omgeving, wat geregeld leidt tot een vervreemdend effect. Bovendien dringt er geluid van buiten door de hoofdtelefoon, waardoor je nooit helemaal zeker weet of het geluid dat je hoort nu een van de fragmenten is of een geluid uit de werkelijke wereld om je heen.

Verschillende werken zijn gebaseerd op het dwaal-idee, zoals het werk Harmonie van Gosse de Kort. Hij maakt van het Scheffersplein een klankbak waarin verschillende geluidsfragmenten hun eigen plek hebben. De toehoorder wordt gestimuleerd een eigen route over het plein te kiezen, en zo het werk tot een persoonlijke compositie te maken.

Scheffersplein, Dordrecht

Bij die werken waar het sturen van de toeschouwer noodzaak is, gebeurt dat door middel van geluid. Door overlappende geluidsvelden bouwt Ülemiste van Renzo van Steenbergen bijvoorbeeld op naar een sterke climax. Als bezoeker kun je dus zonder gebruik te maken van de plattegrond de route vinden door af te gaan op het aanzwellende geluid.

De betrokken kunstenaars – oud-studenten van beide curatoren – zijn allen op een conceptueel verschillende manier met de aangeboden techniek omgesprongen. Zo maakt Léon Spek je bewust van je omgeving door zich te focussen op de geluiden die normaal onhoorbaar blijven. Daar tegenover staat het vervreemdende effect van Jochem van Tols geluidsfragmenten die afkomstig zijn uit een context die geheel niet rijmt met de locatie van het werk.

Renzo van Steenbergens lineaire werk, waarbij beweging en geluid in elkaars verlengde liggen staat tegenover Robert Pravda’s interactieve verhaal waarbij de beweging van de toehoorder een bepalend is voor de structuur van het werk. Maurits Fennis en Taco Stolk richten zich op meer theoretische experimenten waarin met audio architectuur gesuggereerd wordt (Fennis) en de relatie tussen zichtbare en hoorbare afstanden wordt belicht (Stolk).

Deze conceptuele diversiteit komt in de uitvoering helaas niet sterk naar voren. Voor de toeschouwer is het gemakkelijk om elk werk te reduceren tot de gelijksoortige ervaring van het ontdekken van geluidsfragmenten tijdens een wandeling door Dordrecht. De wijze waarop je als bezoeker binnen de verschillende werken wordt aangesproken, vertoont uiteindelijk veel overeenkomsten. Dat het een aanzienlijke tijd kost om alle vaste routes afzonderlijk te lopen draagt hieraan niet positief bij.

Toch blijft Wormhole als geheel goed overeind staan. De mogelijkheden van nieuwe techniek worden verkend en dit levert een bijzondere en nieuwe ervaring op. De stad wordt tot een auditieve speeltuin gemaakt die er in slaagt een nieuw beeld van de openbare ruimte tot stand te brengen. Bovendien zijn de ideeën die ten grondslag liggen aan de werken ondanks de eenvormige uitvoering conceptueel sterk. Het Dordtse experiment belooft in ieder geval veel goeds voor soortgelijke culturele toepassingen in de toekomst.

Rogier Brom

is coördinator onderzoek bij de Boekmanstichting

Recente artikelen