metropolis m

Marijn van Kreij, (Styles, Crews, Flows, Beats) #1, #2′ 2007

Marijn van Kreij deinst er in het SMBA wederom niet voor terug om rijkelijk te citeren uit de kunstgeschiedenis en de populaire cultuur. Maar wel met een knipoog.

Marijn van Kreij, Tomorrow is Humourless

‘Uiteindelijk hoop ik dat vragen over ‘eigendom’ onbelangrijk worden, alles is afkomstig uit de wereld waarin we leven, of het nu een bestaand beeld is of een beeld in mijn hoofd’; een uitspraak tekenend voor Marijn van Kreij (1978). Sinds hij in 2003 afstudeerde aan de Bredase Kunstacademie St. Joost loopt het thema ‘authenticiteit’ namelijk als een rode draad door zijn werk.

In Tomorrow is Humourless, zijn huidige expositie bij het Stedelijk Museum Bureau Amsterdam (SMBA), deinst hij er wederom niet voor terug om rijkelijk uitspraken van grote namen te citeren. We vinden er ook Van Kreij’s signature works terug: twee A4-tjes volgekrabbeld met droedels, vlekjes en onsamenhangende tekstflarden. Twee bijna identieke kladbladen, maar welke is het origineel? Tenminste één van beiden is niet spontaan en gedachteloos ontstaan, maar nauwkeurig nagetekend.

Van Kreij heeft echter niet alleen zichzelf gekopieerd, maar ook Robert Rauschenberg, die al in 1957 de draak stak met het abstract expressionisme door twee identieke versies van een ‘uniek’ en ‘geniaal’ schilderij te presenteren. In Self-Portrait as Fountain (After Bruce Nauman) (2007) zien we Van Kreij tot zijn schouders in een zwembad staan. Hij kijkt uitdagend in de richting van de camera terwijl hij zijn water spuwt. Nauman, op zijn beurt, refereerde met dit werk direct aan Marcel Duchamps urinoir, Fountain (1917). Door zich in de voortdurende traditie van appropriation art, ready mades en pop art te plaatsen, creëert Van Kreij een kunsthistorisch Droste-effect. Toch gaat zijn werk verder dan een eenvoudig spel met verwijzingen. Veel van de werken in Tomorrow is Humourless staan op zichzelf, ook al becommentariëren ze steeds het idee van originaliteit en bevatten ze vaak elementen uit de hedendaagse massacultuur.

Marijn van Kreij, (Styles, Crews, Flows, Beats) #1, #2' 2007
Marijn van Kreij, Untitled, 2008
Marijn van Kreij, Untitled (To the heart of our existence)

De video-installatie Hey Hey, My My (2008) is een fragment van een Neil Young-concert, dat Van Kreij met een camera van de TV opnam. Deze beelden speelde hij vervolgens af, om ze weer te filmen. Door dit proces enige malen te herhalen, vervormde hij beeld en geluid dusdanig, dat het origineel nog maar nauwelijks herkenbaar is, waardoor de kijker gedwongen wordt zijn eigen betekenis te creëren. Het idee dat de toeschouwer zijn eigen boodschap kan invullen komt nog letterlijker naar voren in een grote muurschildering uit 2006. Een kleurplaat van een simpel stilleven is met dikke, zwarte lijnen op de muur gekalkt. De nummers in de vakjes zijn vervangen door de woorden ‘To’ ‘the’ ‘heart’ ‘of’ ‘our’ ‘existence’, waarbij ieder woord staat voor een kleur. Ons bestaan als invuloefening.

Met zijn foto’s, installaties, tekeningen, videowerk en muurschilderingen toont Van Kreij zich een bijzonder veelzijdig en veelbelovend kunstenaar. Dat zijn technieken, noch zijn thema’s erg vernieuwend zijn, neemt niet weg dat de expositie een verfrissende, speelse indruk achterlaat. Tomorrow is Humourless, maar Marijn van Kreij zeker niet. Hij lijkt ons voor te lezen uit de twintigste-eeuwse kunstgeschiedenis, waarbij hij voortdurend vreemde zijsprongen maakt en knipoogjes uitdeelt. Ook de her en der verspreide teksten, soms op nonchalante post-it briefjes, soms statig ingelijst, geven blijk van zijn relativerende humor: ‘If you find all your ideas useless and ridiculous, know that it is God (or your mother) beginning to speak to you.’

Jaron Beekes

Recente artikelen