metropolis m

Josef Dabernig, Hypercrisis, 2011. Still from a 35mm film (16mm footage), color, sound, 17 min. Courtesy of the artist, Galerie Andreas Huber, Vienna, and Wilfried Lentz. Rotterdam
Wong Men Hoi, The East Is Red, photo Monika Zak, 2013.

Laatste week van de tentoonstelling die David Riff en Ekaterina Degot samenstelden in het kader van de Bergen Assembly.

Aan deze eerste editie van de Bergen Assembly ging een lange geschiedenis van reflectie en weloverwogen besluitvorming vooraf. Toen lokale politici in 2007 kenbaar maakten dat de tijd rijp was voor een Bergen Biennale, gebruikte de plaatselijke Kunsthall deze gelegenheid om in 2009 eerst een internationale biennale conferentie te organiseren, die zich met name richtte op de vraag: ‘How to Biennial?’ Sprekers als Bruce Ferguson en Sarat Maharaj gaven toentertijd een reeks van constructieve hints voor een verdere analyse en diagnose. Zij benadrukten dat biënnales anno nu – in een wereld van geprivatiseerde musea en gebureaucratiseerde kunstacademies – de uitgelezen platforms zijn voor de productie en disseminatie van artistieke kennis. Door zich te presenteren als een driejaarlijks Initiatief voor Kunst en Onderzoek, sluit de agenda van het Bergen Assembly naadloos aan op dit perspectief van artistieke kennisproductie.

Stephan Dillemuth, Department of surv31llanc3&3ncr1pt10n, 2013, photo Nils Klinger

Het platform idee wordt door de curatoren van de eerste editie van deze triënnale, David Riff en Ekaterina Degot, vooral begrepen als een narratieve opdracht: ‘a site-specific novel to be written in space and time, a tale of local malaise presented with a motley crowd of global artist-characters.’ De basisingrediënten van dit verhaal vormen voor hen de vele tentoonstellingsruimten die de stad Bergen rijk is. Deze ruimten noemen zichzelf nogal eens galerie, maar de werkelijkheid is, zo blijkt bij nader inzien, anders. Er is namelijk in het geheel geen sprake van enige commerciële activiteit. In deze zo goed als kunstmarktloze wereld worden de kunstinstellingen simpelweg door het staatsapparaat onderhouden. En ofschoon de verlokkingen van het neoliberale denken zich momenteel ook in dit deel van Scandinavië trachten op te dringen, constateren de curatoren dat Noorwegen waarschijnlijk toch het laatste, echte, socialistische land ter wereld is.

Een land waar onderwijs en gezondheidszorg nog gratis zijn, een land waar nog steeds een duidelijk taboe rust op opzichtige rijkdom, en een land waar de ethiek van consensus en burgerdienst hoog in het vaandel staan. Kortom, een land dat zich, zo stellen Riff en Degot, wellicht als een welvarende variant van de Sovjet Unie laat begrijpen. En in dat licht laten de volledig politiek geïnstrumentaliseerde kunstinstellingen – die zich welbeschouwd niet echt bezighouden met het kosmopolitische kunstvertoog, maar vooral gericht zijn op betekenisvolle activiteiten voor de lokale gemeenschap – zich wellicht vergelijken met de vele simultatieve onderzoeksinstellingen die ten tijde van de gloriedagen van de koude oorlog in de Sovjet-Unie werden ontwikkeld.

Chto Delat, A Border Musical, coproduced by KORO (Public Art Norway), Jesper Alvar, FilmGarden, and FilmCamp, supported by Barents Spektakel, Bergen Assembly 2013, Fritt Ord, and UiT/ Border Aesthetics, image: Liz Eve, 2013

De roman Monday Begins on Saturday (1965) van de Russische sciencefiction schrijvers Arkady en Boris Strugatsky beschrijft dit onderzoekslandschap tot in het absurde, waarbij in een ijltempo steeds maar weer nieuwe departementen (zoals het Departement voor Absolute Kennis, of het Nationaal Instituut voor Technische Hekserij) in het leven worden geroepen. Na het herlezen van deze roman zien de curatoren duidelijke parallellen met de wereld van artistiek onderzoek die op dit moment vanwege een toenemende bureaucratisering en een doorgeslagen academisering behoorlijk lijdt aan betekenisinflatie.

Dora Garcia, Exhausted Books, photo Liz Eve, 2013

Met deze constatering lijken de twee belangrijkste onderzoekslijnen van deze Triënnale geformuleerd te zijn:

  1. Kan een confrontatie van twee socialistische samenlevingsmodellen (de voormalige Sovjet-Unie en het huidige Noorwegen) leiden tot een vanuit een geherformuleerd marxisme opnieuw artistiek nadenken over en formuleren van een door hoop ingekleurde toekomst?

  2. Kan de spiegel die de roman van de gebroeders Strugatsky voorhoudt aan de wereld van het geInstitutionaliseerde artistieke onderzoek leiden tot het kritisch bevragen en wellicht herijken van de randvoorwaarden van ‘research-based practices’?

Op welke wijze de curatoren Degot en Riff de laatste vraag in hun tentoonstellingsverhaal – dat gebaseerd is op een omdoping van de elf kunstinstellingen tot onderzoeksinstituten – willen articuleren, is niet altijd even duidelijk. Het lijkt erop dat zij artistiek onderzoek – in de traditie van Peter Weiss – vooral begrijpen als een autonome ruimte voor nieuwe vormen van radicale verbeelding en verzet. Zo bericht Ane Hjort Guttu’s werk Untitled (The City at Night. Conversation with an anonymous artist) over de neveneffecten van het inmiddels zelfgenoegzame regime van gesubsidieerd artistiek onderzoek.

Ane Hjort Guttu, still from Untitled (The City at Night), 2013

In de video vertelt een kunstenaar over een wereldvreemd onderzoeksproject naar ‘score pictures’ waaraan zij nu al twintig jaar werkt. Ook het Department of surv31llance3&3nrc1pt10n van Stephan Dillemuth tekent in de vorm van wat hij ‘bohemian research’ noemt verzet aan tegen de strategische alliantie die zich momenteel voordoet tussen artistiek onderzoek en de society of control. Om hieraan, op een poëtische wijze te kunnen ontsnappen, neemt Dora Garcia’s installatie Exhausted Books de bezoeker mee naar de wereld van ‘reading circles’, met de bijbehorende sfeer van geheime genootschappen en het bewustzijn van onderzoekskameraden.

Het werk A Border Musical van Chto Delat geeft op een voortreffelijke wijze invulling aan de andere onderzoekslijn. In de vorm van een Brechtiaans Songspiel zien we hoe Tanya, een russische accordeonlerares een huwelijk aangaat met de Noorse man Ola, en daarna geconfronteerd wordt met volstrekt andere opvattingen omtrent maatschappelijke verantwoordelijkheid. Wong Men Hoi’s The East is Red toont hoe het maoïstische gedachtegoed van de in Noorwegen opgeheven communistische partij in de huidige socialistische maatschappij volstrekt achterhaald is.

Maar ook zijn er veel werken die zich richten op de stalinistische leefwereld. Zo verbeeldt Josef Dabernigs Hypercrisis bijvoorbeeld een voormalig residency centrum in Armenie voor partijregime gezinde schrijvers en filmmakers. Imogen Stidworthy’s A Crack in the Light toont de andere zijde van deze werkelijkheid: de onderzoekswerkzaamheden die dissidenten zoals Alexandr Solzhenitsyn’s voor het Gulag Archipel Research & Development laboratorium dienden te verrichten.

Inti Guerrero, Institute of Tropical Fascism, photo Monika Zak, 2013.

Hoe het curatorial project Men amongst Ruins van Inti Guerrero, dat zich richt op fascistische iconografie in Costa Rica binnen het verhaal van Monday Begins on Saturday past is volstrekt onduidelijk. Waarom wordt dit project getoond in Rom8 for Artistic Research, de galerie van de Bergense kunstakademie? En in het verlengde hiervan: waarom is deze prestigieuze academie – die o.a. met haar Sensuous Knowledge-project het afgelopen decennium een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan het internationale debat over artistiek onderzoek – verder volstrekt afwezig in deze Triënnale? Vormde de Bergen Assembly nu niet juist een uitgelezen context om in Rom8 een presentatie van lokaal onderzoek te verzorgen?

Josef Dabernig, Hypercrisis, 2011. Still from a 35mm film (16mm footage), color, sound, 17 min. Courtesy of the artist, Galerie Andreas Huber, Vienna, and Wilfried Lentz. Rotterdam

Met deze vragen stuiten we op een aperte tekortkoming van Monday Begins on Saturday: het bijna volledig ontbreken van een discursief programma. En dat terwijl van een Initiatief voor Kunst en Onderzoek toch verwacht mag worden – al was het alleen maar vanwege de juist voor een perifeer gesitueerd platform noodzakelijke lokale inbedding – dat er bijna dagelijks workshops, lezingen en symposia georganiseerd worden die een constructieve bijdrage leveren aan het – toekomstige – debat over de situatie en positie van artistiek onderzoek.


Bergen Assembly
An Initiative for Art and Research
Monday Begins on Saturday
31 Augustus – 27 Oktober

Henk Slager

Recente artikelen