metropolis m

Laurence Aëgerter
Links Ola Lanko, rechts Jannemarein Renout

Met de introductie van de fotoloze fotografie kondigt het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam in Quickscan NL #2 het einde van de fotografie, en misschien ook zichzelf, aan.

Eerst even lachen om de criticus. Schreef ik, wijsneuzerig, vijf jaar geleden op dit platform dat er in de eerste Quickscan NL die toen in het Rotterdamse Fotomuseum gehouden werd weliswaar genoeg talent zat maar geen nieuwe Rineke Dijkstra. Wordt Anouk Kruithof, deelnemer destijds, in 2015 opgenomen in de prestigieuze tentoonstelling New Photography van het MoMA, een eer die eerder alleen Rineke Dijkstra ten deel viel.

Uiteraard, we moeten afwachten of Anouk Kruithof het succes van Dijkstra komende jaren gaat evenaren, maar mijn suggestie dat we bij de kunstenaars uit de vorige Quickscan niet te veel hoefden te hopen op internationaal succes was voorbarig. Sterker: nu ik alles toch even langs de meetlat van het succes leg, valt op dat wel meer deelnemers aan de eerste Quickscan intussen internationaal zijn doorgebroken. Ook Melanie Bonajo kent in New York het nodige succes. Rob Hornstra bereist de wereld, Katja Mater en WassinkLundgren idem dito.

Die Quickscan is kortom een tentoonstelling om heel goed in de gaten te houden!

Jan Rosseel

En zo toog ik afgelopen weekend met gepaste bescheidenheid en hoge verwachtingen naar de nieuwe editie van dit overzicht van nieuwe tendensen in de Nederlandse fotografie. De huidige tentoonstelling vertoont qua samenstelling een opvallende gelijkenis met de vorige. Er wordt wederom met enige nadruk afscheid genomen van de camera. Maar dat niet alleen. In Rotterdam wordt door allerlei fotografen ook afscheid genomen van de fotografie. Sterker: als ik Quikscan moet geloven hebben jonge fotografen een grondige hekel aan fotografie. Er valt vrijwel geen ‘normale’ foto te bekennen.

Medesamensteller en curator Frits Gierstberg noemt het in de cataloguskrant ‘meta-fotografie’. Het is fotografie over fotografie: ‘zij kijkt in de spiegel en reflecteert op zichzelf.’ Ik zou er rondlopend nog een stap verder willen gaan en het getoonde contra-fotografie willen noemen. Het is fotografie die fotografie zozeer haat dat ze er nadrukkelijk afstand van neemt, haar terroriseert, kapot knipt, bevuilt met chemische troep, overbelicht zodat er niks meer te zien is, of – hoe dodelijk – volkomen negeert.

Een paar voorbeelden: Elisabeth Tonnard presenteert een wand vol teksten; Kasia Kimpel knutselt met papier neplandschappen in elkaar die ze op google maps weet in te voeren als echt bestaande; Willem Popelier persifleert de selfie-cultus met een selfie-leerboek; Jan Dirk van den Burk stelt een soort autobiografieën samen uit de tweets van willekeurige twitteraars; Gwenneth Boelens maakt een schitterende installatie die begrijp ik uit de toelichting weliswaar deels met een fotogram gemaakt is, maar toch vooral een installatie is, en geen foto.

Elisabeth Tonnard

De enige normale fotograaf is Jan Hoek, maar ik weet eigenlijk niet of hij als fotograaf graag serieus genomen wil worden. Het lijkt alles ook satire (Hoek is ook heel grappig), een soort van anti-fotografie in reactie op de overdaad aan bloedserieuze én stompzinnig clichématige én sociaal beperkte mode- en portretfotografie.

En zo verschijnt de reguliere fotografie in deze Quickscan als een zieke patiënt, eentje die zo de suggestie zelfs op sterven na dood is. We zien in Rotterdam de gevolgen gepresenteerd van een wereld die zich massaal op het fotograferen heeft gestort. Met daaraan verbonden de onvermijdelijke vraag wat de zin van de verbijzondering van fotografie nog is, als iedereen fotografeert, zelfs in overvloed de schitterendste foto’s produceert, die ook nog eens online in overvloed beschikbaar stelt, gratis en voor niks. Waarom nog quasi-bijzondere foto’s al dan niet ingelijst ophangen in een fotografiemuseum?

De jonge fotografen/kunstenaars in Quickscan zoeken afstand van die massa en massaliteit, van de computer, van het internet en de fotografiehype. En ze vinden de gewenste distantie in kritiek, in intellectuele spitsvondigheden en in herontdekte unica die soms een opvallende gelijkenis vertonen met abstracte kunst. Ze maken beelden (geen foto’s of afbeeldingen) die met de hand zijn gemaakt, die nadrukkelijk verstoffelijkt zijn, gematerialiseerd, of die – als er eens wel een gewone foto in verwerkt zit – ondergebracht zijn in ingenieuze constellaties die nauwgezet voor de gelegenheid zijn bepaald.

Het lijkt mij voorwaar een existentiële crisis die hier over de fotografie wordt verkondigd. Een crisis waar Frits Gierstberg zich in zijn catalogustekst nog enigszins blijmoedig in begeeft, om er vervolgens niet helemaal uit te komen. Hij schrijft met zoveel woorden dat hij het ook niet weet, noemt het probleem van de fotoloze fotografie ‘food for thought’.

Ik vraag me intussen af waarom deze kritische fotografen überhaupt ja hebben gezegd op de deelname aan een tentoonstelling die in het teken staat van een medium waar ze zo nadrukkelijk afstand van willen nemen. Wat doen deze quasi-fotografen die we vooral kennen uit het galeriecircuit überhaupt ineens in een fotomuseum? Is het moordzucht of missionair? Willen ze de fotografie in het hol van de leeuw onderuit halen, kielhalen en kleineren, of willen ze haar en met haar het fotomuseumpubliek – onder wie heel veel bezoekers met camera’s met enorme telelenzen – alleen maar emanciperen?

En ik vraag me af wat deze kamikaze-tentoonstelling voor het fotomuseum betekent. Ik vind het getuigen van lef dat het museum de grenzen van de fotografie opzoekt – het loopt daarin ook internationaal voorop. Maar het roept ook over zichzelf de vraag af wat de toekomst van dit museum is als de fotografie echt fotoloos wordt.

Want wat is fotografie die geen fotografie meer is en er nog maar zijdelings over gaat? Volgens mij is dat gewoon beeldende kunst. En zijn daar niet al meer dan genoeg musea voor?

Quickscan NL #2
Fotomuseum Rotterdam
6.2 t/m 8.5.2016

Elisabeth Tonnard
Elisabeth Tonnard
Kasia Klimpel
Kasia Klimpel
Jan Hoek
Jan Hoek
Gwenneth Boelens
Gwenneth Boelens
Laurence Aëgerter
Laurence Aëgerter
Batia Suter
Anne Greene
Mariken Wessels
Ola Lanko
Jannemarein Renout

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen