metropolis m

Hetzelfde, maar anders. In De Oude Kerk herneemt Marinus Boezem enkele eerder gemaakte werken en geeft er in deze indrukwekkende ruimte nieuwe betekenis aan.

In Kundera’s beroemde werk De ondraaglijke lichtheid van het bestaan vindt Franz in de Oude Kerk beeld van een leegte die hij als een bevrijding beleeft. Die leegte ervaart hij als lichtheid en niet als zwaarte. Leegte als ruimte. Vandaag heeft Marinus Boezem de ruimte gevuld met zijn werk. Werk uit verschillende jaren, maar het meeste ervan is recent. Recent werk dat voortgaat op eerder werk. Een tentoonstelling die zich met de tentoonstellingsruimte samen laat begrijpen als een totaalwerk.

Met zijn werk benadrukt Boezem de open lichtheid van de ruimte en tegelijkertijd refereren de werken vaak dubbelzinnig aan de zwaarte van de geschiedenis. Niet alleen aan de geschiedenis van de ruimte, het kerkgebouw, maar ook aan de geschiedenis van Boezems kunstenaarschap, zoals deze zich manifesteerde in eerdere werken. Als bezoeker stap je in die dubbelzinnige ruimte, die zowel licht is als zwaar, zowel leeg is als gevuld.

Met meteorieten en into the air werkt Boezem letterlijk met de zwaartekrachten. De meteorieten zijn neergevallen spiegels, waarvan de scherven de ruimte gefragmenteerd reflecteren. Deze reflecties wijzen erop waar het werk om gaat: namelijk het begrijpen van wat je waarneemt. Reflecteren is een ander woord voor overdenken. De esthetiek staat niet centraal om zichzelf. De waarneembare eigenschappen van het werk wijzen op betekenis als een gebeuren. Bij deze meteorieten is dat de inslag en het versplinteren. Splinters die een zowel esthetisch als semantisch verband aangaan met de versplinterde glas-in-lood ramen van het kerkgebouw, waarvan de fragmenten in een lukrake configuratie zijn hergebruikt.

Bij into the air wordt de bezoeker opgetild boven zijn gewone perspectief uit, naar een transcenderend perspectief: ‘wait untill you hear from me…’ Het wachten in de lift, terwijl die je omhoog tilt wordt hier een verwachten. Maar van wat of van wie? De ‘me’ is een tegenover dat hierboven geschreven staat op een spiegel waarin je jezelf aankijkt. Opgetild worden boven je gangbare perspectief uit om jezelf daar terug te vinden. Hetzelfde, maar anders.

De zwaarte van de geschiedenis wordt in de kapel van St. Sebastiaan teruggevonden in de lichtheid van een gezamenlijke handeling. Vrijwilligers werken aan het borduren van de plattegrond van de kerk op een wit laken. Een gezamenlijke inspanning, waarbij de individuele inspanning opgaat in het totaal. Er wordt hier doorgewerkt tot het niet meer gaat. Want het is koud in de kerk en de vingers verstijven. Het offer van het nutteloze borduurgebaar wordt gereflecteerd in de kruisvorm van de kerkplattegrond en die van de tafels waarop het laken ligt: het kruis dat blijft verwijzen naar de Christus die zijn leven gaf als ‘losgeld voor velen’. (Mc 10, 45) Worden deze tafels hier een altaar waarop de individuele bijdrage gedeeld wordt in de gezamenlijke inspanning van de geschiedenis?

De opstelling van windschaal uit ’68 is ook tegelijk licht en zwaar. Het geluid van de overheadprojector die de windschaal van Boezem op de wand van het gotische zaaltje projecteert wordt in dit zaaltje het geluid van een stormachtige wind. Wind die er is, maar onzichtbaar. Tijd die voorbij is gegaan, maar niettemin sporen achterliet in werk en ervaringen: in geschiedenis. Het pinksterverhaal uit het bijbelboek Handelingen der Apostelen klinkt even mee in deze ruimte van deze kerk: ‘Plotseling kwam er uit de hemel een geraas alsof er een hevige wind opstak, en het vulde heel het huis waar zij waren.’ (Hnd 2, 2) In het ernaast opgestelde labyrinth heeft de wind een soortgelijke rol. Het onzichtbare brengt het zichtbare in beweging. De wapperende, witte vitrage leidt de bezoeker door een spiraal naar het midden: een pilaar van de kerk. Afgescheiden, afgeschermd van de grote ruimte kun je er pas echt verblijven, er eventjes wonen.

Progetto spaziale, een werk uit 1970, bestaat uit twee ouderwetse televisies die de ruis uit de ‘ether’ zichtbaar maken. Veertigers kennen nog deze ‘sneeuw’ die tussen de verschillende kanalen op de analoge televisie te vinden was. Het onzichtbare wordt zichtbaar gemaakt en in de ruis ontdekt het bewustzijn patronen die verglijden. Zo gauw je ze ziet, verglijden ze en veranderen ze in andere. Je ziet orde in de chaos,  maar houdt deze niet vast. Je kunt deze patronen ook niet zoeken, ze vallen je toe, ze worden je plotseling gegeven. Maar dit ‘cadeau’ onttrekt zich alweer aan je op het moment van ontvangen.

Het laatste werk bestaat uit geluidsopnamen die gemaakt werden in een ander eerder werk van Boezem: de bekende ‘groene kathedraal’ in de polder. Ik zal dat werk omwille van de ruimte hier verder niet beschrijven. Deze geluidsopname transformeert de afgesloten, oude ruimte van de Oude Kerk op de Wallen, midden in de stad, tot een open ruimte waar vogels klinken en wind bomen doet ruisen. Ik wenste dat deze opnamen een live-radioverbinding waren, maar helaas. Hier en daar zijn, tegelijk. De natuurlijke wereld van daar ver buiten komt hier binnen, ‘terwijl de deuren gesloten waren.’ (Joh 20, 26)

Alle werken, de recente en de oudere, vormen samen met de ruimte, de context, een nieuw geheel. Ieder werk werkt op het andere in en stuurt de ervaring en het verstaan daarvan. Tegelijk blijft ieder werk op zichzelf zijn autonomie behouden. Boezem heeft hier het wederzijds engagement van kunst en wereld getoond en werkzaam gemaakt. Hiermee mag gezegd zijn: Boezem is één van de grote kunstenaars die ons land rijk is.

Alle foto’s courtesy De Oude Kerk, fotograaf Robert Glas

Nog te bezoeken tot 26.3.2017, Marinus Boezem, De Oude Kerk, Amsterdam

re-enactment ‘l’uomo volante’ – Marinus Boezem, 14 januari 2017, 14.00; op 28 januari 2017 vindt een celluloid filmavond plaats. Het programma omvat meerdere films van Boezem, 20.00

 

Ton Kruse

is beeldend kunstenaar

Recente artikelen