metropolis m

Muntadas, ‘Activating Artifacts: About Academia’, installatie bij De Appel, 2017. Fotograaf Cassander Eeftinck Schattenkerk.

Wat vertellen de eerste tentoonstellingen over de koers van De Appel? Een reflectie op Activating Artifacts: About Academia van Spaanse kunstenaar Muntadas en Footnotes #0: Good Luck, See You After The Revolution, de presentatie door Mira Asriningtyas, Lucrezia Calabrò Visconti en Shona Mei Findlay van het Curatorial Programme 2016/17.

De vernieuwde website van De Appel toont het nieuwe logo van de kunstruimte continu in beweging. Het logo veranderde van de bekende rode appel in een groepje blauwgroenige appels die samen één grote appel vormen. Op de website zweven de appels in voortdurend veranderende configuraties rond elkaar, net als de zwermen spreeuwen op de achtergrond. Het beeld symboliseert belangrijke kenmerken van de ‘nieuwe’ Appel onder directeurschap van Niels Van Tomme: het nomadische karakter van de kunstruimte, de meerwaarde van collectiviteit en samenwerking en de antiautoritaire, open houding van het nieuwe instituut.

Na een serie historische terugblikken in het kader van De Appel Timeline: 40+ Years of Risks, verschuift De Appel met haar eerste tentoonstellingsproject de focus naar het heden en naar de (hedendaagse) crisis in het hoger onderwijs. Muntadas brengt met zijn About Academia de problematiek rond de corporatisering, privatisering en globalisering van de universiteit in beeld. Hij onderzoekt de complexe relatie tussen de productie van kennis en de bijkomstige economische belangen die dit genereert. In Van Tomme’s essay in de tentoonstellingsbrochure lees ik: ‘(the) central aim of ‘About Academia’ is to provide a space for reconsidering various intersecting spheres of institutionalized sites of learning and the neoliberal realm.’

Het hoger onderwijs is een hot topic in de Nederlandse kunstwereld. Onlangs was er bij BAK nog de onderzoekstentoonstelling Learning Laboratories: Architecture, Instructional Technology, and the Social Production of Pedagogical Space Around 1970 van Tom Holert, waar gekeken werd naar kennisomgevingen uit de jaren zestig en zeventig om zo ideeën over de toekomst van het onderwijs uit die periode te reconstrueren. In het kader van de tentoonstelling organiseerde BAK ook een symposium, The Real Estate of Education, waar de vraag centraal stond of er iets te leren valt uit een vergelijking tussen de ideeën over onderwijs, architectuur en protest uit 1970 in relatie tot de huidige situatie. Er werd tijdens dit symposium o.a. ingegaan op alternatieve pedagogische praktijken. Deze aandacht voor het hoger onderwijs wordt voorlopig vastgehouden; bij BAK staat binnenkort de volgende onderzoekstentoonstelling To Seminar op het programma, een project van Henk Slager, waar het seminar als alternatief model van leren en kennisoverdracht wordt onderzocht, terwijl De Appel in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam dit op 27 maart in de praktijk test met een seminar over privatisering, corporatisering, gentrificatie en globalisering van het hoger onderwijs.

Activating Artifacts: About Academia

In samenwerking met de UvA presenteert De Appel de solopresentatie van Muntadas op de Rozenstraat 59, waar vroeger Stedelijk Museum Bureau Amsterdam gevestigd was. Hoewel About Academia I (2011) geïnitieerd en geproduceerd werd voor het Carpenter Center for the Visual Arts te Harvard, en zich uitsluitend focuste op de Amerikaanse onderwijscontext vanuit het perspectief van hoogleraren en docenten, wordt de tentoonstelling bij De Appel gecomplementeerd met About Academia II (2017) – een aanvulling waar ook het perspectief van de studenten een plek krijgt. De focus van de tentoonstelling blijft echter het Amerikaanse onderwijsbestel. In de tentoonstellingsgids lees ik dat de tentoonstelling ‘geactiveerd’ zal worden vanuit een Europese context, maar dit is helaas niet zichtbaar in de tentoonstelling op de Rozenstraat, en zal waarschijnlijk pas later, in het geplande seminar, tot uitdrukking komen.

De tentoonstelling bestaat uit een architecturale constructie die een tweedeling in de tentoonstellingsruimte aanbrengt. Aan weerskanten is een drie-channel video-installatie te zien, die diagonaal is opgesteld, zodat je als bezoeker alle drie de schermen tegelijkertijd kunt zien. Het tentoonstellingsontwerp spoort de bezoeker aan om rond te lopen, om zo de installatie vanuit verschillende standpunten te ervaren. Hiermee wordt er een alternatief en contrast geboden op bestaande leeromgevingen als het klaslokaal en de collegezaal, die worden gekenmerkt door statische posities en duidelijke afscheidingen tussen diegene die spreekt en diegene die luisteren. Wandelen suggereert daarentegen een meer open situatie van kennisoverdracht. Naast de video-installatie, bevinden zich verder geen meubilair, banken of stoelen in de zeer witte en lege tentoonstellingsruimte. Links bevindt zich About Academia I – met video-interviews vanuit het perspectief van de professoren. Rechts de nieuwe toevoeging, About Academia II, met de visie vanuit de studenten.

Beide kanten van de video-installatie hebben dezelfde opbouw: op het eerste scherm zijn citaten uit boeken te zien, die net zoals bij de aftiteling van een film, over het scherm glijden. De citaten zijn qua inhoud uiteenlopend van aard; van filosofische reflecties over pedagogie en emancipatie tot kritische opmerkingen over de ‘vermarkting’ van kennis. Citaten van denkers als Judith Butler en Jacques Rancière komen voorbij, maar ook citaten uit boeken als Academic Capitalism van Sheila Slaughter en Larry L. Leslie. Soms gaan de citaten in op zeer specifieke onderwerpen, zoals het citaat uit Stuart W. Leslie’s The Cold War and American Science: The Military-Industrial-Academic Complex at MIT and Stanford.

De middelste schermen tonen fragmenten van de vele video-interviews die Muntadas voor dit project afnam; onder de professoren bevinden zich veel bekende namen zoals Noam Chomsky, Ute Meta Bauer en Mark Wigley. In de tentoonstelling zijn de interviews ook in getranscribeerde vorm terug te vinden in twee kleine catalogi, About Academia en About Academia II, die als een integraal onderdeel van de tentoonstelling functioneren.

Tot slot komen er op de laatste twee schermen foto’s en filmopnames van Amerikaanse universiteitsarchitectuur voorbij. Links worden vooral beelden van twee verschillende types van universiteitsarchitectuur getoond; de klassieke, gesloten, kloosterachtige architectuur van een universiteit als Harvard en, aan de andere kant, de open architectuur van een universiteit als MIT; dat qua ontwerp gedomineerd wordt door glas en metaal, en transparantie en openheid wil uitstralen. Aan de rechterkant van Muntadas’ tweedeling, worden er beelden getoond van gezamenlijke ruimtes zoals kantines, pleinen, terrassen, maar ook lege klaslokalen en collegezalen. Net als bij BAK, wordt ook bij De Appel context gegeven om na te denken over de relaties tussen architectuur, onderwijs en innovatie.

Naast de video-installatie en catalogi, biedt de tentoonstellingsruimte een leestafel met daarop diverse publicaties als The Ignorant Schoolmaster: Five Lessons in Intellectual Emancipation van Jacques Rancière en The Slow Professor: Challenging the Culture of Speed in the Academy van Maggie Berg en Barbara K. Seeber, publicaties die (opnieuw) een theoretisch kader bieden voor de discussies over het hoger onderwijs. Het is al met al een imposante verzameling werk.

Footnotes #0: Good Luck, See You After The Revolution

De Appel presenteert nog een tweede, aanvullende tentoonstelling getiteld Footnotes #0: Good Luck, See You After The Revolution. Het is de eerste in een serie van Footnotes: een nieuw, hybride format dat De Appel in samenspel met archivaris Nell Donkers ontwikkelde. De Footnotes vertrekken vanuit een relevant historisch perspectief of direct vanuit het archief van De Appel. Een Footnotes-presentatie kan vele vormen aannemen, maar verhoudt zich altijd tot de hoofdtentoonstelling als een voetnoot: ze geeft context. Dit kan ondersteunend en aanvullend zijn, maar de presentaties kunnen ook een meer autonome vorm aannemen, of zelfs de bestaande tentoonstelling tegenspreken. Directeur Niels Van Tomme verduidelijkt: ‘De vragen en hypotheses vanuit de hoofdtentoonstelling krijgen hier context en voedingsbodem en worden in een (historisch) perspectief geplaatst. Dit is het “bewustzijn” van de Appel.’

Footnotes #0: Good Luck, See You After The Revolution wordt georganiseerd door Curatorial Programme-deelnemers Mira Asriningtyas, Lucrezia Calabrò Visconti en Shona Mei Findlay. Het is echter geen vervanging van de jaarlijkse CP-show, waar ik tijdens mijn bezoek bang voor was. Het is een concrete uitwerking van de nieuwe ‘holistische’ benadering van De Appel, waar het Curatorial Programme meer vervlochten is met het dagelijks functioneren van de kunstruimte – we zullen dus vaker presentaties van de deelnemers gaan tegenkomen.

De eerste Footnotes is te bezoeken in het Kunstgeschiedenis gebouw van de UvA, Turfdraagsterpad 15-17. Deze locatie is bewust gekozen omdat er zo een duidelijke link wordt gelegd met recente ontwikkelingen binnen het Nederlandse universiteitswezen. De tentoonstelling bestaat uit een soort tijdlijn of mindmap die op de muren en grond van de tentoonstellingsruimte is aangebracht. Hier tonen de deelnemers een selectieve genealogie van verschillende innovatieve onderwijsprogramma’s die door kunstenaars werden opgericht. De deelnemers bieden hiermee een interessante context die de dialoog over onderwijs meer naar de kunstwereld trekt en informatie geeft over vier ‘alternatieve’ academies.

Via diverse portretfoto’s, groepsfoto’s, teksten over onderwijsprogramma’s, diagrammen, een video-interview, een enkel videowerk van Yvonne Rainer en gekleurde lijnen die alles met elkaar verbinden, loopt de genealogie langs het Bauhaus (Duitsland, Weimar, 1919-1925, Dessau, 1925-1932, Berlijn, 1932-1933), Black Mountain College (North Carolina, USA, 1993-1957), New Bauhaus (Chicago, USA, 1937 tot aan de ontwikkeling van het IIT Institute of Design in 1949) tot aan de ontwikkeling van het Center for Advanced Visual Studies aan MIT (Cambridge, Massachusetts, VS, 1967). Met MIT komt de presentatie full circle uit bij Muntadas. Ik lees dat de kunstenaar hier in 1977 voor het eerst te gast was en enkele jaren later zou beginnen aan zijn professionele relatie met MIT, die 24 jaar zou duren en zijn verdere loopbaan zou typeren.

De presentatie Footnotes #0: Good Luck, See You After The Revolution ontleent zijn naam aan de fotocollage Good Luck, Bauhaus and Berlin Comrades, and See You After The Revolution van Ivana Tomljenović, een leerling van het Bauhaus, die de academie in 1930 verliet in solidariteit met andere studenten die verbannen werden wegens uiteenlopende politieke overtuigingen. De selectie van de CP-deelnemers laat zien dat de historische figuren die een belangrijke rol hadden bij de totstandkoming van de alternatieve onderwijsmodellen, dikwijls een revolutionaire achtergrond hadden waar ze in opstand kwamen tegen autoritaire machten. Dientengevolge, worden de onderwijsprogramma’s die aan bod komen juist gekenmerkt door een antiautoritaire mindset. In het introductieboekje van Black Mountain College, dat als deel van de genealogie wordt getoond, lees ik: ‘Black Mountain College is a small cosmopolitan community of students and teachers living together an education stressing democratic co-operation. (…) It finds that participation in the operation and maintainance of the College and its community are better guides to a democratic way of life than fraternity politics or organized atheletics. It finds that eager students living, studying, working with interesting people in a stimulating community, discover themselves and the world as they never could through the academic formality of a more traditional college. Black Mountain College geeft de voorkeur aan collectiviteit boven autoriteit en experiment boven traditie. Het zijn inspirerende casestudies, die in Footnotes #0: Good Luck, See You After The Revolution voorbijkomen. Ze passen bij de identiteit van De Appel.

‘Een artefact dat geactiveerd moet worden’

Wat vertellen de eerste tentoonstellingen over de koers van De Appel? Opvallend is dat zowel Muntadas als de CP-deelnemers in hun presentatie een collectiviteit ten tonele brengen. Beide werken bestaan uit een veelheid aan verschillende stemmen, standpunten en personen. Daarnaast valt op dat beide tentoonstellingen de bezoeker vooral ontzettend veel informatie en context geven over een relevant maatschappelijk onderwerp: het hoger onderwijs. Met de titel van Muntadas’ tentoonstelling About Academia is het what you see is what you get: een scala aan informatie over de academie als instituut.

Op de website van De Appel lees ik dat Muntadas zijn tentoonstelling ziet als een ‘artefact dat geactiveerd moet worden’. ‘Het is een instrument om de discussie te openen’, aldus Muntadas. Hoewel de tentoonstelling als instrument zeer geslaagd is – als bezoeker krijg je ontzettend veel food for thought en de presentatie biedt een rijke context voor het denken over academisch onderwijs – blijft het de vraag of dit genoeg is? Als tentoonstelling, als vorm, is Activating Artifacts: About Academia namelijk beduidend minder spannend. Hetzelfde kan opgemerkt worden bij de aanvullende Footnotes #0: Good Luck, See You After The Revolution. De genealogie die de CP-deelnemers tonen, had net zo goed vorm kunnen krijgen als publicatie. Het is dat de fysieke locatie van de presentatie een mooie link legt naar het Nederlandse onderwijsbestel, maar men kan zich afvragen wat de meerwaarde is van het bieden van deze informatie via een tentoonstelling?

In de tentoonstellingsbrochure van About Academia legt Van Tomme een link naar de peripatetische filosofieschool en de bekende mythe dat Aristoteles al wandelend lesgaf. Voor de filosofieschool was wandelen een onmisbaar onderdeel van de lesmethodes en een essentiële voorwaarde voor actieve participatie in het onderwijs. Dit ‘denkend wandelen’ – wat Muntadas met zijn ontwerp wilde uitdragen – is een interessant gegeven, maar komt in zijn tentoonstelling niet helemaal tot zijn recht. Muntadas wil met About Academia een dialoog faciliteren, maar tijdens mijn bezoek was er slechts één andere bezoeker vluchtig aanwezig. De witte tentoonstellingsruimte nodigt daarnaast niet uit om lang te blijven hangen, om te reflecteren en te discussiëren.

Juist met een onderzoek naar bestaande machtsverhoudingen in kennisoverdracht en in een project waar gekeken wordt naar de relatie tussen architectuur, vormgeving, innovatie en onderwijs, had ik meer experiment verwacht in de tentoonstellingsvorm. Denk bijvoorbeeld aan de innovatieve tentoonstellingsarchitectuur van Markus Miessen, die gericht is op het stimuleren van dialoog of discussie, waar form follows function. Hetzelfde kan gezegd worden over De Appel; juist bij deze kunstruimte, die bekend staat om haar experimentele aard en om haar spraakmakende tentoonstellingen die de grenzen van wat een tentoonstelling zou kunnen zijn, continue verkennen en uitdagen, verwacht je meer. Hoewel de eerste tentoonstellingen van De Appel niet meteen overdonderen, blijf ik hoopvol over de meer experimentele toekomst van de kunstruimte, die net als de spreeuwen op de homepage, in ieder geval laat zien volop in beweging te zijn.

De tentoonstellingen zijn te bezoeken tot 16.04.2017. 

Seminar in samenwerking met de UvA vindt plaats in de UvA’s VOX-POP, maandag 27 maart van 14:30 tot 19:00, Binnengasthuisstraat 9, Amsterdam. 

Debbie Broekers

is kunstcriticus en kunsthistoricus

Recente artikelen