metropolis m

Detail maquette Tudor Bratu

In een donkere ruimte in de tentoonstelling My future is in my past and my past is my present in Arti et Amicitiae is de installatie The Brutality of Fact van Tudor Bratu (1977, Boekarest) tentoongesteld. De installatie bestaat onder andere uit een essayistische dia-projectie die, doorspekt met anekdotes uit Bratu’s familiegeschiedenis, het begrip en de werking van ‘de ander’ onderzoekt. In deze dia projectie vervlecht hij zijn persoonlijke (familie)geschiedenis met de houding jegens migranten in de twintigste en eenentwintigste eeuw. Zijn werk begint met het relaas van zijn grootmoeder die, al vluchtend voor de Sovjets, paden kruist met treinen vol joden en zigeuners die als bestemming enkel de dood in een vernietigingskamp hadden. Het werk van Bratu is kenmerkend voor de tentoonstelling die vanuit persoonlijke perspectieven verhaalt over politieke conflicten, migratie en mobiliteit. De tentoonstelling, gecureerd door Petra Noordkamp, toont naast werk van Bratu, werken van Mounira Al Solh, Lado Darakhvelidze en het kunstenaarscollectief Foundland, afkomstig uit (voormalige) conflictgebieden als Libanon, Roemenië, de Kaukasus en Syrië.

In de dia-projectie van The Brutality of Fact verbindt Bratu de hedendaagse vluchtelingencrisis, theorie, geschiedenis en totalitaire regimes aan elkaar, zonder het universeel of te algemeen te maken. Het blijven diep persoonlijke relazen die door de onderlinge verbanden, nauwkeurige analyses en rust in het montagewerk een ingenieus bouwwerk vormen. Naast deze diavoorstelling zijn twee maquettes te zien. Een toont een verlaten woestijnachtig landschap waar een lange muur de grond doormidden klieft. Het is een akelige muur, gebouwd uit (namaak) beton, prikkeldraad en ander vijandig materiaal. Ook in de diavoorstelling komen verschillende muren aan bod; een enkeling kronkelt als een litteken door een landschap, tegen een ander staan jongens met hun handen in de lucht terwijl een geweer op hun ruggen is gericht. ‘The eternal Wall’, zoals Bratu die in zijn diavoorstelling omschrijft, is het resultaat van een lang proces in het ontmenselijken van ‘de ander’. Deze ander moet voor eeuwig buitengesloten blijven.

 

Men zou misschien hoopvol denken dat het aantal (fysieke en niet-fysieke) muren sinds de val van het IJzeren Gordijn significant gedaald zou zijn. Niets is minder waar. Bratu geeft een wrede klap op deze illusie; het aantal ommuurde landen is gestegen van zestien naar vijfenzestig. Hierbij moet wel aangetekend worden dat hij ook muren die nu opgetrokken worden, zoals die tussen Syrië en Turkije en tussen de Verenigde Staten en Mexico (post-Trump) heeft meegerekend.

De tweede maquette, een grauw blok dat armoedig oogt, is het toonbeeld van een communistische flat. Deze identiteits- en betekenisloze gebouwen zijn een effectieve manier om een nationale identiteit te verbrijzelen. Volgens Bratu worden mensen door het verblijven in dit soort gebouwen en door acties zoals het vernietigen van stadscentra, zoals gebeurde in Boekarest onder het regime van Nicolae Ceaușescu voor de bouw van het Parlementspaleis (Palatul Parlamentului), losgesneden van hun geschiedenis.

Thematisch gezien komen in het werk van Bratu meerdere lijnen die door de gehele tentoonstelling lopen samen, zoals kwesties rond identiteit, mobiliteit en migratie. Hoewel er in de tentoonstelling zelf door een gebrek aan context in de vorm van tekst weinig op deze onderwerpen wordt gereflecteerd, dragen de gepresenteerde kunstwerken wel degelijk hun steentje bij in het verbreden van het debat over migratie. Zo giet Mounira Al Solh (Beiroet, 1978) haar persoonlijke geschiedenis speels in een politieke context. In zowel het multidisciplinaire werk I want to be a party als in de video à la santé des allies, dat de zelfbeschikking van migranten over hun eigen verhaal lijkt te onderzoeken, benadert ze het migratiedebat met veel humor. Foundland presenteert een alternatief, meer alledaags, menselijk beeld van Syrië door vluchtelingen te vragen een plattegrond van hun (voormalige) huis te tekenen, toen en nu (2014). Lado Darakhvelidze (Kutaiasi, 1977) verwerkt herinneringen aan een vredige jeugd tijdens een relatief stabiele periode in de Kaukasus in kleurrijke, haast kinderlijk aandoende plattegronden vol anekdotes. Met de werken Mapping the Caucasus with you en Memory Builders hoopt hij een collectieve herinnering tot stand te brengen, die tot verbroedering kan leiden.

My future is in my past and my past is my present sluit (on)bewust aan op een duidelijke trend in de museumwereld: de (geëngageerde) politiek, met name het migratiedebat, staan weer volop in de schijnwerpers. Zo maakt het Stedelijk Museum in 2017 een reeks tentoonstellingen rondom het thema migratie met werk uit de eigen collectie. De eerste tentoonstelling in deze serie met werk van de Indiase Nalini Malani, Transgressions, is nu te zien. Het Tropenmuseum schenkt aandacht aan het conflict in Syrië door de stad Aleppo in beeld te vangen; zoals het was en zoals het nu is. In Pakhuis de Zwijger was er op Bevrijdingsdag het dagprogramma Rethink Aleppo: The City always Wins. In de Oude Kerk, tot slot, opent binnenkort een tentoonstelling van Sarah van Sonsbeeck waarin zij werk toont dat geïnspireerd is op de eeuwenoude verbinding tussen kerk en zee en de huidige vluchtelingcrisis.

My future is in my past and my past is my present

Arti et Amicitiae

Tot 22 mei te bezoeken

Foto’s van de tentoonstelling door Petra Noordkamp, dia-afbeeldingen rechtstreeks door Tudor Bratu. 

Zoë Dankert

schrijft

Recente artikelen