metropolis m

Het werk van Seth Price wordt in de zaalteksten van de tentoonstelling bij het Stedelijk Museum Amsterdam beschreven als werk dat gaat over het digitale tijdperk, internet en het gebruik van nieuwe media. ‘Hij onderzoekt wat het betekent om deel te nemen aan een steeds digitaler wordende wereld waarin betekenissen voortdurend worden aangepast aan wisselende contexten, situaties en machtsrelaties,’ zo staat er in de inleiding. Zoals zo vaak met begeleidende teksten wordt er veel gesuggereerd en weinig concreet aangewezen of uitgewerkt. Dat kan natuurlijk ook niet in zo’n kort bestek. Het doel van de teksten is bezoekers een ingang te bieden, een ‘bril’ om het werk door te bekijken. De vraag is of deze ingang inderdaad leidt tot een beter begrip en of de bril niet zo gekleurd is dat het zicht op het werk eerder vertekent dan verhelderd.

Price werkt inderdaad veel met de computer en soms ook met het internet, maar hij werkt ook met plastic, hout, pigment-houdende applicatie media (inkten en verven), textiel en ‘gevonden’ voorwerpen en beeldmateriaal. Het werk maakt dus niet alleen maar gebruik van digitale media en bestaat ook niet alleen maar digitaal. Wel heeft Price gebruik gemaakt van het internet voor het verspreiden van zijn werk, met name zijn essay ‘dispersion’, muziekvideo’s en de website ‘organic software’. Zelfs de roman Fuck Seth Price zou in enige mate aan internetgebruik gekoppeld kunnen worden, omdat deze voornamelijk verkocht wordt vanuit webshops en ook als pdf is te downloaden op Price’s website. Maar ook hier staat tegenover dat Price ook (en vooral) werk maakt dat los van het internet of het gebruik van internet bestaat en dat hij buiten deze kanalen toont: kunstwerken met objectachtige kwaliteiten en installatievormen.

Het gaat Price namelijk niet om de vorm op zichzelf, noch om het medium, maar om wat die vorm betekent en wat het medium doet.

In plaats van het werk te benaderen via de vorm-kant: typeringen van media en mediagebruik, is de manier waarop Price werkt veelzeggender voor het begrip van zijn werk. Het gaat Price namelijk niet om de vorm op zichzelf, noch om het medium, maar om wat die vorm betekent en wat het medium doet. De fysieke materialiteit (en daartoe reken ik hier ook de elektronische media) is in Price’s praktijk producent én drager van ideeën en gevoelens. Ik zal dat proberen te concretiseren met het werk dat waarschijnlijk de grootste schok en hevigste emoties oproept in deze tentoonstelling. Een werk dat eenvoudig oogt, klein is van formaat en aanvankelijk onbelangrijk en onschuldig – zelfs vooral grappig – lijkt te zijn: digital video effects: holes (2003). 

Seth Price, Digital video effects: holes (2003) 

Het gaat om een inmiddels ouderwets televisietoestel dat onuitgepakt in zijn geopende doos staat, met de opening naar boven. Een stereo-televisie, met nog de 4:3 verhouding, een ‘beeld-kanon’, maar wel al met een flatscreen. De piepschuimhouders zitten gewoon op hun plek en houden het toestel op zijn plaats in de verpakking. Vooral het geluid dat het werk maakt, trekt de aandacht. Een kort stemfragment wordt op verschillende snelheden, chaotisch afgespeeld. Een korte klank: oe, é of uh, die door elkaar op verschillende hoogten ‘brabbelen’. Op het scherm verschijnen op willekeurige plekken ronde stipjes in het zwart, met warme rode en gele kleuren. Steeds meer en meer, en dan weer minder en minder, tot het scherm zwart wordt. Geluid en beeld gaan gelijk op.

De eerste keer loop je het werk zo voorbij. Pas wanneer je langer kijkt, zie je dat de gekleurde stippen geen abstractie blijven, maar ‘gaten’ zijn, waardoor langzaam een foto zichtbaar wordt van een verschrikking: verminkte lichamen; onthoofd, verwoest, verongelukt, vernietigd – dood. Beelden waarvan je wenst dat je ze niet had gezien.

Wat in deze realiteit is het dat we liever verpakt houden?

Deze verschrikking maakt met een schok duidelijk dat het niet gaat om de leuke grappige vorm op zich, maar om iets anders wat in de fysieke vorm bestaat en eruit ontstaat, zonder er los van te komen. De gevoelens die de fysieke vorm van het werk oproept zijn onderdeel van de betekenis geworden. Dit is niet de plek om dat denkproces in te stappen en gestructureerd uit te schrijven. Maar het mag duidelijk zijn dat iets van het menselijke ‘zijn’ hier onderzocht wordt. Wij mensen lijken als levende wezens sterk, min of meer ‘mooi’ verpakt met huid en haar, maar die schijnbaar veilig-vertrouwde, levenskracht is al te kwetsbaar, en ook vooral ‘maar’ buitenkant. Vanbinnen zijn we anders dan van buiten, en dat kwetsbare, vleselijke, binnenste, daartoe staan we – op zijn minst – in een problematische verhouding. Hoe komt het dat we ontdaan raken bij het zien van vernietigde, verongelukte lichamen? Wat in deze realiteit is het dat we liever verpakt houden?

Een ervaring als deze maakt de installatie van paaltjes en koorden, ‘safety barriers’, die door de hele tentoonstelling heen lopen betekenisvol. Als bezoeker heb je net zo goed als de kunstwerken bescherming nodig tegen ‘aanraken’. Doordat Price zelf de tentoonstelling mede heeft vormgegeven is de tentoonstelling als geheel te zien als een totaalinstallatie. Teken-symbolen, patronen, wijzen van werken, en ouder werk worden hernomen en werken samen met de werken waaruit ze voortkwamen, als een nieuw totaal. Hierbij laat Price zijdelings zien dat een kunstwerk nooit ‘af’ kan zijn, maar dat het altijd open blijft voor verder werken. Met de video Redistribution (vanaf 2007), welke in de tentoonstelling de rol krijgt van een soort handleiding, en waar Price jaar na jaar aan blijft werken tot steeds nieuwe versies, wordt dit onderstreept.

De betekenis van Price’s werk laat zich dus niet versmallen tot ‘een steeds digitaler wordende wereld’. De betekenissen ervan laten zich ook niet echt aanpassen ‘aan wisselende contexten’, maar worden hernomen. En de term ‘machtsrelaties’ die werd genoemd in de inleidende zaaltekst, kan eigenlijk alleen maar worden begrepen als de two-way street van de relatie tussen het werk en de beschouwer (van wie de maker de eerste was). De tentoonstelling laat zien dat Price steeds blijft terugkeren tot zijn werk dat als materiële vorm ideeën draagt en produceert. Ook voor hemzelf.

LEES MEER OVER SETH PRICE IN METROPOLIS M NR 2-2017. METROPOLIS M KRIJGT GEEN SUBSIDIE. WE KUNNEN NIET ZONDER UW STEUN. HELP ONS EN NEEM EEN ABONNEMENT. ALS U NU EEN JAARABONNEMENT AFSLUIT STUREN WIJ U HET LAATSTE NUMMER GRATIS OP. MAIL UW NAAM EN ADRES NAAR [email protected] (ovv actie nr 3)

Seth Price Social Synthetic. Stedelijk Museum, Amsterdam. 15.04.2017 t/m 03.09.2017. 

Foto’s gemaakt door de auteur. 

Ton Kruse

is beeldend kunstenaar

Recente artikelen