metropolis m

Patricia Kaersenhout, Guess Who’s Coming to Dinner Too, 2017, fotograaf Aatjan Renders

Memorabel en tekenend. In het kader van Patricia Kaersenhouts project Guess Who’s Coming to Dinner Too? spraken de hoogleraren Gloria Wekker en Philomena Essed onder leiding van Heleen Mees over racisme in Nederland. Het gesprek liep door toedoen van Mees volkomen uit de hand.

Op uitnodiging van WOW gingen de twee grande dames van het racisme debat, professor Gloria Wekker en hoogleraar Philomena Essed, met elkaar in gesprek bij WOW Amsterdam. De aanleiding was Kaersenhouts werk Guess Who’s Coming to Dinner Too?, dat op dezelfde locatie in Amsterdam West te zien is. Met deze grote namen rond de tafel beloofde het een historische avond te worden. Dat was ook het geval, maar anders dan verwacht: moderator van de avond, Heleen Mees, columnist bij het NRC, werd halverwege de avond vervangen door Kaersenhout die het gesprek overnam, onder instemming van het publiek.

Kaersenhouts werk Guess Who’s Coming to Dinner Too? (2017) is een tafel in de vorm van een driehoek, waar 36 vrouwen aan plaats kunnen nemen. Het is een verwijzing naar het iconische feministische werk van Judy Chicago, The Dinner Party (1974-79), maar ook een elegante hedendaagse, kritiek op dit werk.

In het werk van Chicago is Sojourner Truth de enige zwarte vrouw aan tafel. Dat geeft al aan hoe zwarte vrouwen ondergerepresenteerd zijn. Daartegenover zet Kaersenhout 36 zwarte vrouwen en vrouwen van kleur aan tafel, die ze uit de vergetelheid haalt en onderwerp van de geschiedenis laat zijn. Zo is er een plek voor de Zuid-Afrikaanse Lilian Ngoyi, leider van de anti-apartheid protesten, Carlota Lukumi, leider van de volksopstand in Cuba, en Marie Laveau, de voodoo koningin van New Orleans.

Patricia Kaersenhout, Guess Who's Coming to Dinner Too, 2017, fotograaf is Aatjan Renders

Patricia Kaersenhout, Guess Who's Coming to Dinner Too, 2017, fotograaf is Aatjan Renders

Daarbij betrekt Kaersenhout ook nog eens de hedendaagse ongenode gast in haar werk, door samen met vrouwelijke vluchtelingen uit de Kolenkitbuurt (waar WOW gevestigd is) de lopers op de tafel te borduren. Ze heeft er expliciet voor gekozen om van haar werk een gemeenschapsproject te maken. Door vervolgens Wekker, bekend onder andere van het boek White Innocence, en Essed, bekend onder andere van haar publicatie Alledaags racisme, uit te nodigen om metaforisch aan deze tafel met elkaar in gesprek te gaan, wordt er een theoretische laag aan haar kunstwerk toegevoegd.

De avond met Wekker en Essed beloofde dan ook veel goeds. Aan zo’n rijke tafel, verwacht je een gesprek tussen geestverwanten. Niet om elkaar naar de mond te praten, maar om ideeën te delen, om met elkaar in debat te gaat en om aan het einde van de avond te genieten van nieuw geboden perspectieven en gedachten.

Exit Mees

Maar de avond liep anders. Heleen Mees, die door de organisatie van WOW Amsterdam (zonder medeweten van Kaersenhout) was uitgenodigd om het gesprek te modereren, was pijnlijk onvoorbereid. Ze noemde bij het voorlezen van de biografie van Wekker de ene na de andere feitelijke onjuistheid. Het leek alsof ze zich totaal niet had verdiept in wie deze avond haar gesprekspartners zouden zijn.

Als een schooljuf ging Mees te werk door te bepalen wie mocht spreken en wie niet. Ze ging vaak niet in op wat Essed en Wekker zeiden, en kwam jammer genoeg nauwelijks terug op het kunstwerk van Kaersenhout. Zelfs toen Wekker een gedicht van Audre Lorde voordroeg voor Kaersenhout, ging ze hier aan voorbij. Op een gegeven moment dacht ze dat Black Archives de titel van het boek van Wekker was. De spanning was gedurende het hele gesprek te snijden en ik zat met plaatsvervangende schaamte in het publiek.

Essed en Wekker bleven echter geduldig de vragen van Mees beantwoorden. Essed vertelde hoe de twee versies van haar publicatie Alledaags racisme in de jaren tachtig en begin jaren negentig waren ontvangen, en hoe de negatieve reacties van witte intellectuele bovenlaag in de media haar ertoe deden besluiten naar de Verenigde Staten te gaan.

Toen Wekker de vraag werd gesteld of ze vond dat het debat over racisme in Nederland veranderd was, moest ze bekennen dat ze dat niet vond. Het centrale probleem, namelijk de erkenning van racisme als integraal onderdeel van de Nederlandse samenleving, is niet veranderd. En er is nog steeds een witte intellectuele bovenlaag die niet wil luisteren. Maar ze is wel hoopvol over de strijdvaardigheid van de jonge generatie antiracisme activisten, en ze merkt dat witte jongeren meer open staan voor het debat.

Toen Mees weigerde in te gaan op wat Wekker zei, vroeg iemand in het publiek zich af of het gesprek niet zonder Mees kon. Mees ging stug door door Essed de ongenuanceerde vraag te stellen: van wie is het zwarte leed? Dit schoot Essed in het verkeerde keelgat, die aangaf dat ze het een vervelende vraag vond. Kaersenhout besloot toen in te grijpen. Ze wilde niet de avond verder op zijn beloop laten en vroeg Mees (met instemming van het merendeel van het publiek) het podium te verlaten om zelf de rol van moderator op zich te nemen.

Het was volkomen terecht dat Kaersenhout ingreep, ook naar Wekker en Essed toe, twee gerenommeerde professoren die speciaal voor Kaersenhouts werk gekomen waren. Het vertrek van Mees was pijnlijk, ze verliet direct het pand, met haar staart tussen de benen, maar zoals Wekker later op de avond zei: “Het is onaangenaam, maar het is ook een leermoment.”

Anja Meulenbelt fotografeerde Wekker en Essed - afkomstig van de site http://newmediaplatform.nl/2017/09/15/heleen-mees/

Wekker gaf aan dat het verloop van deze avond geen incident was, maar dat het voortdurend gebeurt. Ze vertelde dat de directie van het IDFA bij het vertonen van de documentaire I Am Not Your Negro had aangegeven te streven naar meer diversiteit binnen de organisatie. Vervolgens werd na de film de regisseur geïnterviewd door een wit persoon.

Onbedoeld werd Mees gedurende de tweede helft van de avond een casus voor het nieuw toegevoegde hoofdstuk aan Esseds heruitgave van het boek Alledaags racisme over white entitlement. Witte mensen nemen op een arrogante wijze dingen op zich zonder na te denken of zij wel de geschikte persoon zijn om daar iets over te zeggen.

De vrouwen kwamen er ook op uit dat als situaties ongemakkelijk worden, witte mensen vaak het hazenpad kiezen. Mees had ook nog in de zaal kunnen blijven tijdens het tweede deel van het gesprek om iets van deze situatie te leren, opperde Wekker. Daaruit vloeide de vraag voort in hoeverre het de taak van zwarte mensen is om witte mensen in dit soort situaties te ondersteunen. Kaersenhout was heel stellig in dat die ondersteuning niet wederzijds is, en dat witte mensen ook zichzelf kunnen opvoeden.

Het gesprek vervolgde met praten over hoe eenzaam het is om strijd te voeren en hoe je elkaar daarin kan ondersteunen. Wekker bekende dat ze tijdens het onderzoek voor White Innocence ook niet blij werd toen ze erachter kwam hoe het koloniale verleden in onze huidige samenleving nog steeds doorwerkt. En Essed vertelde dat ze alleen nog maar in het Engels wilde schrijven, na alle kritiek in Nederland, die haar toch zeer raakte. Alle drie gaven ze aan soms blij te zijn als een andere zwarte vrouw ergens het voortouw inneemt, zoals Sylvana Simons in de parlementaire politiek.

Ten slotte bespraken Essed, Wekker en Kaersenhout hun eigen posities in de anti-racisme strijd. Kaersenhout gaf aan na het zien van I Am Not Your Negro, zich te herkennen in de observerende rol van James Baldwin. Essed en Wekker vertelden beiden dat ze als wetenschappers ook een observerende rol hadden, maar dat ze met hun theorieën ook in praktische zin iets hopen teweeg te brengen.

De tweede helft van de avond liep aldus een stuk gemoedelijker en de belofte van de avond werd ingelost dat geestverwanten ideeën met elkaar delen. Maar net toen Kaersenhout het gesprek voor publiek wilde openen, moest het afgerond worden, omdat het al een stuk later was dan aanvankelijk de bedoeling.

Hierdoor kreeg het gesprek net niet de verdieping en het kunstwerk niet de aandacht die het verdiende. Het gestuntel en afzetten van de moderator waren gedurende de avond toch de dominante factor geweest, zij het wel zeer illustratief voor het debat over racisme in Nederland.

Guess Who’s Coming to Dinner Too? is nog open t/m 14.10.2017, WOW, Amsterdam; event 14.09.2017

Sietske Roorda

is kunstcriticus, podcastmaker en freelance communicatiemedewerker

Recente artikelen