metropolis m

Lars von Trier, Melancholia, 2011, publiciteitsfoto

Bij mythes en mythologie denkt iedereen iets te snel aan oude verhalen op oude schilderijen. Het programma The Mything Link – Breaking Stories from the Dawn of Time van de master DAS Theatre, bewijst andersHoe mythes, in brede en nauwe zin, nog altijd ons denken structureren.

Voor de master DAS Theatre van de AHK cureert de Zuid-Afrikaanse theaterschrijver en regisseur Brett Bailey een twee maanden durend programma van workshops en lezingen over mythes, onder de titel: The Mything Link – Breaking Stories from the Dawn of Time. Het programma wil een uitgesproken kritisch standpunt innemen. In de aankondiging staat dat mythes een mogelijkheid bieden om op de misstanden van onze tijd te reageren, maar dat tegelijkertijd onderzocht moet worden welke schadelijke vooroordelen juist door mythes worden voortgezet. Bailey’s eigen werk vormt een voorbeeld van dit streven. In zijn bewerking medEia (2012) voor toneelgezelschap Dood Paard transformeerde Bailey het klassieke verhaal van Medea in een vehikel voor het reflecteren op de erbarmelijke omstandigheden van zwarte migranten vrouwen in Zuid Afrika. Voor het tweede publieke evenement werden drie academici uitgenodigd om in de volle zaal van DAS Theatre hun licht te schijnen op de rol van mythes in onze tijd.

[blockquote]Voor mij zijn mythes sterk verbonden met de kindertijd, gretig werkte ik Imme Dros’ hervertellingen van de Griekse mythen weg

Voor mij zijn mythes sterk verbonden met de kindertijd, gretig werkte ik Imme Dros’ hervertellingen van de Griekse mythen weg. Daarna ben ik enkel nog sporadisch, via televisie, film en toneel, in aanraking gekomen met mythes. Althans, mythes in de zin van vertellingen die zich in een onbepaalde tijd afspelen en waarin veelal goden of andere bovennatuurlijke wezens een hoofdrol spelen. In Roland Barthes’ boek Mythologieën (1957) wordt het begrip echter sterk uitgebreid naar een specifieke vorm van communicatie. Ook reclames voor diepreinigend waspoeder of het idee over genialiteit dat mensen beschrijven als ‘de hersenen van Einstein’, kunnen volgens Barthes als mythes worden gezien. De mythe is volgens Barthes – zeer kort gezegd – een teken dat met een duidelijke intentie een bepaalde betekenis heeft gekregen, maar deze intentie niet direct zichtbaar maakt. Mythe simplificeert daarmee de wereld door mensen te laten geloven dat de tekens een natuurlijke en vanzelfsprekende betekenis hebben. Door structuralistische analyse poogde Barthes de intenties achter de mythe bloot te leggen. Ik ben benieuwd in hoeverre dit ‘openmaken’ van dat wat zich als natuurlijk voordoet, aan bod zal komen in het programma van Bailey.

Will Lin, een Amerikaanse specialist in de westerse mythologie van kennis, trapt af. Lin vertelt dat hij tijdens zijn bachelor filosofie merkte dat schrijvers zoals Kafka en Camus door hun filosofische gedachten in de vorm van fictie te verwerken, een veel breder publiek wisten aan te spreken dan traditionele filosofen. Daarnaast realiseerde Lin zich dat klassieke problemen binnen de filosofie soms dezelfde onderwerpen behandelen als eeuwenoude mythes. De veronderstelde dualiteit tussen lichaam en geest is bijvoorbeeld terug te vinden in het bijbelverhaal van het leven dat in Adam wordt geblazen of de mythe van Prometheus die het licht in de klei bracht en daarmee de eerste mensen maakte. Een andere variant hierop, volgens Lin, zijn verhalen waarin de relatie tussen de man (als geest) en de vrouw (als lichaam) worden beschreven. In het jaar 750 v.Chr. schreef de Griekse dichter Hesiod bijvoorbeeld al over Pandora die door de god Hephaistos zou zijn gemaakt. Ter illustratie laat Lin hierbij een fragment van de film Weird Science (John Hughes, 1985) zien waarin twee jongens in een poging de perfecte vrouw te maken een barbie tot leven wekken.

[blockquote]In een verhaal dat als voorbeeld wordt aangehaald, wordt de liefde tussen man en vrouw verbeeld in de vereniging van lucht en aarde

Lin zegt dat mythologieën vaak ‘lagen’ gebruiken om iets te verwoorden. Hij doelt hierbij op het gebruik van begrippen uit de landbouw, astronomie, mineralogie, metaalkunde, de dierenwereld enz. die als metafoor worden gebruikt om een ander gebied van de menselijke ervaring te beschrijven. In het beschrijven van een onbegrepen onderwerp zoals de voortplanting werden bijvoorbeeld metaforen gebruikt van ‘het zaad dat in de aarde gaat’ of ‘het vuur dat het metaal warm maakt’. Een andere optie is volgens Lin dat verschillende metaforen gecombineerd worden zoals in het beeld van god als de herder van de hemel. In een verhaal dat Lin aanhaalt wordt de liefde tussen man en vrouw verbeeld in de vereniging van lucht en aarde. De lucht penetreert de aarde met regen, bliksemschichten en een meteoor. In het verhaal worden zo drie elementen samengevoegd met als uitkomst het synesthetische beeld van een lichtgevende steen. Het moge duidelijk zijn dat Lin een diepe affiniteit met mythes heeft. Doordat hij werkzaam is voor de Joseph Campbell Foundation, en zich daarmee direct verbindt aan een traditie van Hollywood filmmakers die vooral het aspect van de masculiene held uit mythes destilleren, voelt het echter als een gemiste kans dat hij de kritische insteek van het programma nauwelijks opzoekt.

Als tweede betreedt de Vlaamse onderzoekster Nadia Sels het podium. Sels is werkzaam aan meerdere Belgische universiteiten waar zij cultuurgeschiedenis, kunstgeschiedenis en klassieke mythologie onderwijst. Sels vangt haar betoog aan door te stellen dat het kennen van mythes betekent dat je je actief tot ze kan verhouden, in plaats van hun slachtoffer te worden. Een belangrijke invloed op haar werk is het gedachtegoed van de Duitse filosoof en cultureel antropoloog Hans Blumenberg. Blumenberg stelde dat de metafoor geen literaire troop is maar een inherent onderdeel van ons denken, waarbij dat wat we kennen wordt vergeleken met dat wat we niet kennen. In mythes vindt dit vergelijken – zoals Lin ook  benoemde – aan de lopende band plaats. Maar de kwestie van het niet-weten, de idee dat de mens een vreemd wezen is dat slecht lijkt te zijn aangepast aan de wereld, is zelf ook een herhalend thema binnen mythes. In de mythe van Prometheus wordt de mens bijvoorbeeld voorgesteld als een probleem. Prometheus stal immers het vuur van de goden om het aan de kwetsbare mensheid te schenken, de mensen zouden er dus eigenlijk misschien niet moeten zijn.

Peter Paul Rubens, Prometheus gebonden, 1618

De manier waarop de mens zich toch een plek toeëigent in de wereld, illustreert Sels met een quote van Blumenberg: ‘to have a world is always the result of an art’. Sels stelt dat de wetenschap ons informatie verschaft over de wereld en onszelf, maar niet de mogelijkheid heeft om deze informatie samen te ballen tot een zingevend geheel. Volgens Sels vullen mythe en kunst deze lacune, maar die kunnen daarentegen nooit in de waarheid uitmonden. Mythe en kunstzijn altijd tijdelijk, als een metafoor die we voor ons laten werken. Met een quote van Samuel Beckett gaat Sels over tot een mogelijke formulering voor de rol die de kunst vandaag de dag kan hebben: ‘to find a form that accommodates the mess, that is the task of the artist now.’ De fragmentatie is volgens Sels altijd aanwezig geweest, en daarom moeten we niet (meer) proberen alles aan elkaar te lijmen. In plaats daarvan is het belangrijk om de ‘rotzooi’ te tonen. Sels meent dat er op dit moment veel nieuwe verhalen worden gevormd en doet een oproep aan de theatermakers in de zaal om iets te maken dat niet totalitair is.

Voor een verklaring voor het voortbestaan van het mythologisch denken, springt Sels naar het pseudo-wetenschappelijke verhaal van Planet X. Een tiende planeet die door NASA voor ons verborgen wordt gehouden en op een gegeven moment de aarde zal vernietigen. Sels zegt dat dit thema van de tiende entiteit, die niet erkend wordt en daarom wraak zal nemen, terugkomt in meerdere mythes. Zo is er de  mythe over de bruiloft van de goden Peleus en Thetis, waarbij de ongenode gast Eris de twistappel in de menigte werpt en daarmee een ruzie ontketent die het startpunt voor de Trojaanse oorlogen vormt. Volgens Sels voelen mensen die in Planet X geloven dat er een zekere onderdrukte aanwezigheid is die wraak zal nemen. Deze mensen pogen daarmee een gevoel als een object in de werkelijkheid te plaatsen. Het verhaal over Planeet X geeft ze, net als klassieke mythes dat kunnen doen, het idee dat er iets groters is dat hun leven beïnvloedt maar waar ze geen controle over hebben. Als een voorbeeld van een geslaagde uitwerking van deze relatie noemt Sels Lars von Triers film Melancholia (2011), waarin het karakter Justine de naderende vernietiging van de aarde door de mysterieuze blauwe planeet Melancholia als een verlossing ziet. Sels stelt dat kunst ons leert om naar symbolen te zoeken, maar dat de kunstenaar van te voren zeker moet  weten wat de betekenis is van de mythe die hij of zij gebruikt. Waarna ze, paradoxaal genoeg, afsluit met de boodschap dat wanneer je vooraf precies weet wat een mythe betekent, je hem misschien beter niet zou kunnen gebruiken.

Lars von Trier, Melancholia, 2011

Als laatste neemt Thijs Lijster, als filosoof verbonden aan de RUG en een vaste stem in het Nederlandse kunstdiscours, plaats achter de katheder. Lijster toont een kitsch propaganda plaatje dat de Grote Sprong Voorwaarts, de campagne van de Communistische Partij van China (CPU), verbeeldt. Volgens Lijster had de Grote Sprong Voorwaarts als effect dat utopisch denken in het westen lange tijd als iets gevaarlijks werd gezien. Tegenwoordig zijn we volgens Lijster naar de andere kant doorgeslagen; de wereld is zoals hij is en wordt als uiterst complex voorgesteld. De reactie hierop beschrijft Lijster als een ‘Ikea-ficatie’, naar de slogan ‘design your own life’ die IKEA rond het jaar 2000 gebruikte. Het enige waar we nog aan denken te kunnen werken is ons individuele leven. Het is een thema dat de rode draad vormt in Lijsters essaybundel De grote vlucht inwaarts (2016).

Lijster haalt het boek The Dialectic of Enlightenment (1944) van Theodor Adorno en Max Horkheimer aan. In dit boek wordt de mythe van Odysseus gebruikt als een voorbeeld voor het denken dat de verlichting kenmerkt. Wanneer Odysseus de sirenen moet passeren, verzint hij een list om niet door hun gezang de zee in gedreven te worden. Hij laat zichzelf aan de mast binden en gebiedt zijn roeiers om bijenwas in hun oren te stoppen, op deze wijze passeren ze de sirenen. Odysseus weet dat hij zijn vijand niet met brute kracht kan overwinnen, maar door calculerend vooruit te denken overwint hij alsnog. Volgens Adorno en Horkheimer is deze manier van denken, en de verlichting in het algemeen, in de moderne tijd zelf tot een mythe verworden. Het gedachtegoed van de verlichting is zo dominant dat het individu nauwelijks aan haar invloed kan ontsnappen.

Chris Jordan, Midway, Message from the Gyre, 2009 Archival Pigment Print

Lijster vervolgt met een uiteenzetting over de manier waarop de betekenissen van natuur en geschiedenis zijn omgekeerd in de twintigste eeuw. Volgens Lijster was voorheen het idee leidend dat de geschiedenis door mensen zelf wordt gemaakt, dat mensen invloed kunnen hebben op het verloop van de geschiedenis. De natuur ging daarentegen zijn eigen gang en trok zich niks aan van wat de mens deed. In de twintigste eeuw is de natuur echter volledig manipuleerbaar geworden. We veranderen het klimaat van de gehele planeet en kunnen het DNA steeds nauwkeuriger beïnvloeden. Volgens Lijster heeft de natuur daarmee de oude plek van de geschiedenis ingenomen. De geschiedenis zijn we daarentegen gaan zien als een proces dat we niet kunnen controleren. Als ultieme uitkomst hiervan noemt Lijster het neoliberalisme zoals verwoordt door Margaret Thatcher: ‘there is no alternative’. De Engelse filosoof Mark Fischer merkte hierover op dat we in een tijd van ‘capitalist realism’ leven, waarbij het kapitalisme bepaalt wat echt is en wat niet. Lijster noemt als voorbeeld hoe we financiële crisissen behandelen alsof het een Godzilla-achtig beest is dat zomaar ineens kan toeslaan, alsof een financiële crisis niet door menselijk handelen  wordt veroorzaakt.

Volgens Lijster zijn de problemen die we hebben zo groot dat we globaal zouden moeten kunnen denken. Maar dat zijn we verleerd

Lijster toont een foto van fotograaf Chris Jordan van een dode jonge albatros. Het jong heeft zich volgevreten met het plastic dat aanspoelt op het eiland waar de albatrossen broeden.  Volgens Lijster zijn de problemen die we hebben zo groot dat we globaal zouden moeten kunnen denken. Maar dat zijn we verleerd. Hij noemt het een van de paradoxen van onze tijd; de problemen zijn van het grootste formaat, maar door toedoen van het postmodernisme zijn we volledig verleerd om op deze schaal te denken. Een exemplarisch voorbeeld hiervan is premier Mark Rutte die stelde dat visie een olifant is die het zicht wegneemt. Lijster benoemt daarom, in navolging van de filosoof René Boomkens, de urgentie van ‘sterke verhalen’. Het zijn verhalen die alles in de maatschappij proberen te bevatten maar zich tegelijkertijd realiseren dat het om ‘slechts een verhaal’ gaat. Als een voorbeeld van een sterk verhaal noemt Lijster het kunstwerk Socle du Monde (1961) van Piero Manzoni. Het is een werk waarbij een sokkel met daarop de tekst Socle du Monde is omgedraaid, waardoor de illusie wordt gewekt dat de sokkel niet op de wereld staat maar de wereld op de sokkel. De hele wereld verandert hierdoor in een readymade kunstwerk. Tegelijkertijd hoort de sokkel traditioneel gezien niet bij het kunstwerk, Manzoni geeft ons daardoor de fictieve mogelijkheid van een buitenstaandersperspectief. Alsof we de aarde van een afstand zouden kunnen bekijken. Volgens Lijster is dat de kracht van kunst – tegenover mythologie – dat het zoekt naar manieren om het anders te vertellen. Lijster sluit af met een verwijzing naar Walter Benjamin die stelt dat de werkelijke revolutie misschien niet een, zoals Marx zei, ‘voortdenderende trein’ is, maar juist het aan de noodhendel trekken.

Chris Jordan, Midway, Message from the Gyre, 2009 Archival Pigment Print

De andere sprekers worden gevraagd om ook op het podium plaats te nemen en op elkaars voordrachten te reageren. Lin begint door te reageren op Lijsters voorbeeld van Mark Rutte’s uitspraak dat visie het zicht wegeneemt. Lin ziet hierin een voorbeeld van projectie. Hij haalt Blaise Pascal aan die vanuit een natuurkundig atomisme een existentieel atomisme ontwikkelde waarin het ego als een afgesloten entiteit wordt voorgesteld. Een denkwijze die zich in allerlei andere denksystemen heeft genesteld. Lin stelt dat een verdere deconstruering van de grote verhalen noodzakelijk is.

Lijster vraagt Lin hoe hij de distinctie tussen mythologie en kunst ziet. Eerder haalde Lin de schrijvers J. R. R. Tolkien, C.S. Lewis en Charles Williams aan als voorbeelden van schrijvers die oude mythologieën gebruiken om fantasy te schrijven, Lijster vraagt zich af of hiermee niet oude problematische dichotomieën worden voortgezet. De functie van kunst en kritische theorie is, volgens Lijster, om die ogenschijnlijk natuurlijke tegenstellingen te doorbreken. Mythologie is misschien meer negatief voor mij, concludeert Lijster. Lin antwoordt hierop dat mythologie vol syntheses (‘arcs’) zit waarin twee één worden. Als voorbeeld hiervan haalt hij het bijbelverhaal aan waarin Adam in steen is veranderd. Volgens Lin wordt hierin een reductie van bewustzijn naar pure materie, geïsoleerd van al het andere, voorgesteld. Adam wordt uiteindelijk bevrijd uit de steen doordat bloed van Christus at in de grot waar Adam zit opgesloten naar beneden sijpelt. De isolatie van vaste materie wordt opgelost door het vloeibare. Lin ontvouwt een theorie waarbij hij Einstein aanhaalt en onder andere stelt dat golven geen boodschap hebben aan eenheid. Aan het gelach in de zaal te horen raakt hij een deel van het publiek hierbij kwijt.

Sels lijkt Lin op subtiele wijze te willen corrigeren door te stellen dat wanneer we een metafoor voor iets verzinnen, het niet noodzakelijk echt is. Je kan met mythes alle kanten op, vaak spreken mythes zichzelf tegen, bestaan er meerdere versies en heeft iedereen zijn eigen interpretatie. Ze komt hierbij terug op Hesiod’s verhaal over Prometheus, enerzijds wordt gezegd dat Prometheus eeuwig aan een steen zit gebonden waar zijn lever elke dag opnieuw wordt opgegeten door een gier, anderzijds wordt er gezegd dat hij wordt bevrijd door Hercules. Deze twee tijden bestaan allebei tegelijk, ze sluiten elkaar in feite uit maar dat wordt binnen de mythe niet als een probleem gezien. Als voorbeeld haalt ze Clifford Geertz aan, die beschreef hoe een Japans dorp reageerde op het groeien van een grote paddestoel in een van de hutten van het dorp. De mensen verzamelde zich bij de paddestoel om verschillende metaforen uit te proberen. De ene stelde dat de paddestoel waarschijnlijk was ontstaan omdat een oude vrouw op de grond had gespuugd, een ander zei dat het de geest van een voorouder was. Iedereen probeerde iets waarachtigs te zeggen, maar er vond geen discussie plaats over wat echt is en wat niet.

De oprekking van de mythe heeft zin: lees Mythologieën van Barthes

Wat opvalt is dat verschillende definities van mythe naast elkaar bestaan en soms flink door elkaar kronkelen tijdens het programma. Lin blijft het meest consistent refereren naar mythologie als een verhaalvorm uit het verleden, zodra hij het over hedendaagse vormen heeft, spreekt hij over fantasy en hij gebruikt het woord mythe bijvoorbeeld niet voor het onopgemerkte existentieel atomisme van de wetenschap. Bij Sels en Lijster verandert mythe in iets dat ook in het heden voortleeft. Bij Sels zijn ook hedendaagse verhalen, zoals Planet X, mythes. Bij Lijster lijkt de sterkste verruiming plaats te vinden, zelfs onze politiek-economische realiteit kan volgens hem als een mythe worden gezien. Niet voor niets tipt Lijster de genodigden aan het einde van de avond Mythologieën van Barthes te lezen. Anderen zullen het er niet mee eens zijn maar ik vind deze oprekking van het mythologie begrip zinvol. Dat we niet meer in een Olympus of Walhalla geloven, betekent niet dat er geen andere verhalen zijn die we voor natuurlijk aannemen. De mogelijkheid om hierover te spreken als zijnde mythes, onderschrijft de betrekkelijkheid van onze visie op de realiteit. Er valt nog genoeg te deconstrueren.

The Mything Link – Breaking Stories from the Dawn of Time, DAS Theatre, AHK, Amsterdam. 

Jorik Amit Galama

is filmmaker en schrijver

Recente artikelen