metropolis m

Sorbus, Fucked Up In A Bad way, 2017

Een tentoonstelling bij SCHUNCK laat zien dat millennials helemaal niet zo ver van punk staan als vaak gedacht.

No Manifesto van Yvonne Rainer komt direct binnen als je het leest, alsof het gisteren geschreven is. 

No to spectacle.

No to virtuosity.

No to transformations

and magic and

make-believe.

No to glamour

and transparency

of the star image.

No to the heroic.

No to the anti-heroic.

No to trash imagery.

No to involvement of

performer or spectator,

No to style.

No to camp.

No to seduction of

spectator by the wiles

of the performer.

No to eccentricity.

No to moving or being moved.

Rainer schreef het manifest in 1965, in verzet tegen de in die dagen dominante choreografie van Martha Graham. Het is te zien als een voorbode van meerdere, daar kort op volgende andere tegenbewegingen, geschreven in een stijl die nog wel het meest doet denken aan de luidruchtigste culturele tegenbeweging van de laatste veertig jaar: punk. De wereld van nee.

In latere interviews gaf Rainer aan dat de hyperbool van haar dansmanifest iets te veel aandacht heeft weggezogen van haar verdere werk, tot haar spijt. Het laat de betekenis ervan onaangetast.

Links Charles Atlas met oa Michael Clark, Parafango, 1983/84; rechts Marjan Teeuwen, The Near Fall, 2018, midden pop van Berend Strik/Rob Birza, Catwalk Post Punk Revisited, 1994

Radicaliteit mag graag lastig zijn, een pedante aandachttrekker van formaat, maar ze is wel belangrijk. Dat bewijst Karin Post in haar tentoonstelling Punk + Dans + Kunst in Heerlen, waar ik ergens achterin stuit op de radicale anti-tekst van Rainer. In de tentoonstelling in Schunck wordt in lijn met Rainers betoog volgens de toonzetting van een heel luid NEE! teruggekeken naar de roerige jaren van de punk en postpunk van de jaren zeventig en tachtig, toen Post zelf als dansstudent en choreograaf haar coming of age doormaakte en door punk meegevoerd werd nieuwe richtingen op. Posts tentoonstelling is, anders dan zoveel andere tentoonstellingen over die tijd, eens niet in het teken geplaatst van het wilde schilderen of de kraakbeweging. Ze laat vooral zien hoe ook de danswereld destijds flink is opgeschud en van koers veranderd. Met speciale dank aan haar grote held uit die dagen: Michael Clark, die in Heerlen een hoofdrol opeist.

Het is de legendarische Michael Clark die de ogen opende van Post en haar liet zien dat dans en beeldende kunst meer met elkaar gemeen hebben dan zij dacht. Passend bij de jaren tachtig, met zijn vele subculturen en bijpassende cross-overs in een opkomende clubscene, betrad Clark nieuwsgierig een nieuw werkveld dat hij sindsdien nooit meer verlaten heeft. Hij maakte experimentele choreografieën die waren ingebed in de bruisende kunstwereld van dat moment, soms terloops en transparant, met de filmende cameraploeg gewoon in beeld, dan weer nadrukkelijk gechoreografeerd, vol van ironie ten opzichte van zichzelf en de wereld om hem heen.

In Heerlen zijn enkele beroemde producties te zien die hij samen met Charles Atlas op video vastlegde, zoals Hail The New Puritan die voor Post bijzonder belangrijk was, en het nog actueel ogende Parafango (met een schitterende gevaarlijk pompende muziekscore).

Post heeft de expositiekelder van Schunck voor de gelegenheid zwart geschilderd en voorzien van enkele hekken en afrasteringen die de undergroundsfeer van die tijd moeten versterken. Er is veel bijzonder videowerk te zien, onder meer een nostalgisch aandoende collectie clips en tv-programma’s met opstandige punkers en het een en ander van Rabotnik TV, en verder onder andere enkele artistiek-punky paspoppen die zijn gekleed door Berend Strik en Rob Birza, een bizarre vrouwelijke torso van Bastienne Kramer (uit 1998) en enkele meer recente punk-remakes van Marc Bijl (‘Never mind politics, here are the curators’), evenals de bij dit soort gelegenheden niet te missen Hugo Kaagman, die, ere wie ere toekomt, destijds ook altijd overal al bij was.

Karin Post: 'Ik zie in het werk van hedendaagse kunstenaars hoe de radicale benadering van de punk doorwerkt in de huidige beeldtaal: een bepaalde hopeloze gewelddadigheid of nihilistische woede'

Gerald van der Kaap, No!, 2018

Gerald van der Kaap, No!, 2018

De meest recente bijdragen zijn van jonge choreografen, die op verzoek van Post hun kijk op de jaren tachtig hebben vormgegeven in werken die vooral de eigen decadentie lijken uit te lichten, zoals van Florentina Holzinger en Andrea Bozic & Julia Willms. Het zijn ronduit eigenaardige über-theatrale performances met overstelpende dubbelzinnigheid.

In een bij de tentoonstelling uitgebracht magazine licht Post toe. ‘Ik zie in het werk van hedendaagse kunstenaars hoe de radicale benadering van de punk doorwerkt in de huidige beeldtaal: een bepaalde hopeloze gewelddadigheid of nihilistische woede, een radicale esthetiek gecombineerd met vormen van onverwachte samenwerkingen, het afwijzen van overheersende vorm- of stijlfiguren, verzet tegen de vercommercialisering van een persoonlijk idioom.’

Meest overtuigend blijkt dat in een video van Sorbus, waarin een groep jongeren als een vreemde, uit de toekomst in het heden geprojecteerde gemeenschap, de taal spreekt van neoliberale ondernemers (‘Geloof in jezelf’, ‘benut je kansen’, ‘overwin alle tegenslag, sta op en ga door’). Ze gaan op excursie naar een laatst overgebleven gebleven punkhol met idealistisch lage toegangs- en bierprijs (‘Hoe doen ze dat? Ze zullen de band wel slecht betalen.’). Het punkhol wordt gerund door een weerzinwekkende punkpaus, die als een monument kunstmatig in leven wordt gehouden, inclusief broodmasker waaraan door de groep met gevoel voor messiaanse symboliek geknabbeld wordt.

Punk was de bron voor een eigenaardig soort gemeenschapszin, even cynisch als energiek, even levenslustig als alles ondergravend

Sorbus, Fucked Up In A Bad way, 2017

Andrea Bozic & Julia Willms, Staties

Florentina Holzinger, Staties, 2018

De moraal van dit en Posts verhaal is dat het nihilisme waarmee punk in de jaren zeventig en tachtig een afbraakgeste zonder weerga toonde niet gespeend was van idealen, zoals vaak gesuggereerd. De anti-mentaliteit van punk, met zijn openlijk geuite weerzin tegen de ontwikkelingen in de wereld, getuigde weliswaar van de eigen onmacht er op grote schaal iets aan te kunnen en willen doen, maar gaf niettemin evengoed richting aan een alternatieve manier van leven die zich manifesteerde in heel veel kleinschalige initiatieven, ongesubsidieerd, low-budget, onpretentieus en nadrukkelijk a-hiërarchisch. 

In politiek opzicht staat punk (en zeker de postpunk) te boek als een decadent lachertje, met zijn gecoiffeerde hanenkannen en überge-esthetiseerde nihilistische variaties in opstandig gedrag. Maar het overal nee tegen zeggen heeft wel een enorme sociaalculturele dynamiek op gang gebracht. Het was de bron voor een eigenaardig soort gemeenschapszin, even cynisch als energiek, even levenslustig als alles ondergravend. Post laat met overtuiging zien dat onze samenleving zich tot op heden aan die punkbron kan laven en ook daadwerkelijk laaft.

Op de keper beschouwd staan de evenzo als individualistisch geboekstaafde millennials van nu helemaal niet zo ver van punk als met name de hippies (en punkers van toen) graag denken. Ze moeten alleen nog leren wat vaker nee te zeggen.

Hugo Kaagman

Tentoonstellingsoverzicht Punk + Dans + Kunst

Bastienne Kramer, No One is Innocent, 1998

Punk + Dans + Kunst, Angry movements, Schunck, Heerlen, t/m 13.05.2018 Meer info

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen