metropolis m

A Blueprint for Toads and Snakes bij Framer Framed, foto © Marlise Steeman

De Congolese kunstenaar Sammy Baloji vertelt in Framer Framed het verhaal van zijn geboortestad Lubumbashi, waarin de inwoners, een koloniale opera en een koperfabriek centraal staan. Hoe cultuur op doortrapte wijze wordt ingezet om politieke doelen te verwezenlijken, maar daar niet helemaal in slaagt.

Vertrekpunt van de tentoonstelling A Blueprint for Toads and Snakes is een dierenfabel. Die gaat als volgt: het is een pad en slang verboden om met elkaar om te gaan. Op een dag besluit de pad dat hij weleens kennis wil maken met de slang en nodigt hem uit om bij zijn paddengemeenschap palmwijn te komen drinken. Weldra slurpt de slang de drank op, totdat de padden hem gebieden om op zijn pootjes te gaan zitten – als een pad. Dat lukt de slang uiteraard niet, wat hem hoongelach oplevert. Zinnend op wraak vraagt de slang aan de viervoeter of hij dan niet eens bij hém langs wil komen. De pad loopt in de val als de giftige tanden van de slang het fatale verschil tussen de beide dieren prijsgeeft.

Dit verhaal komt uit een operetta (iets tussen opera en musical in) die in 1957 door Joseph Kiwele werd geschreven en door hem in Congo onder de titel Chura na Nyoka werd opgevoerd. Kiwele werd in 1912 geboren in de regio Katanga, die op dat moment door de expansiedrift van Koning Leopold tot Belgisch Congo werd gerekend. Als zogenaamd évolué werd Kiwele door de kolonisator beschouwd als iemand die was geassimileerd in de Europese cultuur. Die status leverde hem opdrachten op om voorstellingen en muziekstukken te maken, met de gedachte dat de Belgische moraal het best op de Congolese bevolking kon worden overgebracht door een Congolees. Het resultaat is in de tentoonstelling te horen, Congolese muziek in Belgisch religieuze toonzetting, met titels op als Hymne a Belgique (1955).

Dat de Belgen niet zonder bijbedoelingen opdrachten gaven aan Kiwele mag duidelijk zijn. Het is daarom niet moeilijk om het verhaal over de pad en slang politiek te duiden: wanneer soorten die van elkaar verschillen toch omgang met elkaar zoeken, volgt ellende en rampspoed. De operetta is kortom een pleidooi voor segregatie. Op het podium van de bühne, die centraal in de tentoonstelling staat opgesteld en waarbij via een voice-over het verhaal van de voorstelling verteld wordt, is een plattegrond van  Lubumbashi afgebeeld, waarop zich als een ‘blueprint’ de geplande segregatie laat lezen.

In hetzelfde jaar dat Kiwele’s stuk voor het eerst werd opgevoerd, werden de barsten in de absolute heerschappij van België zichtbaar toen stemrecht werd verleend aan mannen in de drie grootste steden van Congo. Een jaar later werd Mouvement National Congolais opgericht, de partij die het bereiken van onafhankelijkheid – binnen afzienbare tijd- als belangrijkste programmapunt had. Ook Kiwele bewoog mee. Hij schreef in 1960 La Katangaise, wat het volkslied werd van de regio Katanga die twee weken na het opheffen van Congo als kolonie geheel onafhankelijk werd. 

A Blueprint for Toads and Snakes bij Framer Framed, foto © Marlise Steeman

A Blueprint for Toads and Snakes bij Framer Framed, foto © Marlise Steeman

Toch past hier natuurlijk geen naïef eind goed, al goed. Zo laat kunstenaar Sammy Baloji in zijn solopresentatie bij Framer Framed zien dat de verdeeldheid ook na 1960 niet verdween. Hij doet dit onder meer aan de hand van portretten die hij selecteert uit een recenter verleden, en die aan weerszijden van het podium niet alleen het koor van de Kiwele’s opera maar ook dat van de geschiedenis vormen.

Deze werken werden ternauwernood gered uit de huizen van mensen die in de regio Katanga woonden, maar afkomstig waren uit een naburige provincie. De inwoners van Katanga werden begin jaren negentig opgehitst om in opstand te komen tegen een bevolkingsgroep waarvan werd gezegd dat deze onrechtmatig werd bevoordeeld en in feite niet thuishoorde in Katanga. Geconfronteerd met een opgehitste massa vluchtte deze groep halsoverkop, daarbij alle huisraad achterlatend.

De portretten die in de tentoonstelling hangen komen uit die inventarissen. Het verhaal gaat dat deze werken in opdracht werden gemaakt nadat zwarte mensen thuis bij de rijke witten het portret als statussymbool begonnen te waarderen en waarna Congolese schilders in die stijl voor de lokale markt begonnen te produceren. In de tentoonstelling hangen foto’s van de werken, wat een mooi dubbel maakproces weergeeft. De schilderijen, gemaakt aan de hand van foto’s, werden opgeslagen, en worden nu getoond als foto’s. De zwijgende getuigen van de geschiedenis, het is een indrukwekkend beeld.

Een onderdeel van de tentoonstelling, als het ware in de coulissen van het theater, is een white cube-achtige opstelling waarin een plattegrond, afgedrukt in blauw, valt te zien. De weergave uit circa 1920 toont de stad Elisabethville, vernoemd naar de echtgenote van Albert I, opgedeeld langs de maar al te bekende lijnen van apartheid. Om contact te voorkomen werd een strook niemandsland ingetekend die 170 meter breed was – met ultieme segregatie als doel, inclusief het weren van malariamuggen. Hoewel deze ingreep in de stad daadwerkelijk is uitgevoerd, bleek ook hier de realiteit lastig te beheersen dan boven de tekentafel was bedacht.

A Blueprint for Toads and Snakes bij Framer Framed, foto © Marlise Steeman

Elisabethville, het tegenwoordige Lubumbashi, werd in 1910 gesticht om de benodigde arbeiders voor de nabije kopersmelterij te huisvesten. Omdat het zijn geboortestad is, verwerkt Baloji veel van de lokale geschiedenis in zijn werk. Hij nam er bijvoorbeeld de film Tales of the Copper Crosses Garden: Episode I op, die vorig jaar tijdens documenta 14 te zien was. De film toont hedendaagse arbeiders van een koperfabriek werkend in de hitte, terwijl onder de beelden religieuze muziek klinkt die eveneens door Joseph Kiwele werd gecomponeerd. Het verband tussen het zichtbare zwoegen en het hemelse gezang wordt gelegd in de teksten van de Congolese filosoof Valentin Yves Mudimbé die in de video in beeld verschijnen. Hierin wordt beschreven hoe religie werd ingezet om de bevolking tevreden te houden als een manier van disciplineren die profijtelijk is. De spreekwoordelijke opium voor het volk.

Bodemschatten zoals koper zijn een vloek en een zegen voor Afrikaanse landen. De curator van de tentoonstelling, Vincent van Velsen, vertelt dat van koper elektriciteitskabels werden gemaakt, die de introductie van de radio in Congo mogelijk maakte, waarna via de ether koloniale propaganda en simpel vermaak alomtegenwoordig werden. Die uitzendingen zorgden voor culturele onderdrukking die uitbuiting in de hand werkte.

Als een rode draad door de tentoonstelling loopt de vraag hoe cultuur wordt ingezet als politieke onderdrukker. Sammy Baloji toont de complexe werking van cultuur die hearts and minds moet winnen voordat daadwerkelijke uitbuiting kan plaatsvinden.

Alle foto’s courtesy Framer Framed, Amsterdam

Sammy Baloji – A Blueprint for Toads and Snakes, Framer Framed, Amsterdam, t/m 26.08.2018

Jorne Vriens

is kunsthistoricus

Recente artikelen