metropolis m

AES+F, Inverso Mundus, 2015, foto: Philippe De Gobert

Verzet is niet enkel krachtig maar maakt ook kwetsbaar. Nu, vijftig jaar na de studentprotesten van 1968, laat RESIST! in Bozar zien dat verzet van alle tijden en plaatsen is en bovenal een wezenlijk onderdeel van het menselijk bestaan.

Op 28 mei 1968 trok een groep kunstenaars richting het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten, nu de Bozar, en bezette de centrale Hortahal. De kunstenaars sympathiseerden met de studentenrevoltes in Parijs en verzetten zich tegen de bekrompen machtsstructuren in de Belgische kunstwereld, alsook het ontbreken van een ruimte voor hedendaagse kunst.

Nu, 50 jaar later, is er, althans binnen de kunstwereld, ontzettend veel aandacht en ruimte voor hedendaagse kunst. Toch kan gesteld worden dat er nog steeds gemengde belangen en alternatieve agenda’s gemoeid gaan met tentoonstellingsstructuren zoals Bozar. Kijk maar naar die prachtige Hortahal die meestal los van de tentoonstellingen staat en volgens de website van Bozar ‘de perfecte locatie voor een prestigieuze receptie of een feestelijk event’ is. Dit benadert het uitgangspunt van de tentoonstelling RESIST! The 1960s protest, photography and visual legacy. Spartel tegen, blijf kritisch, biedt weerstand, blijf u verzetten!

Steve Schapiro, Boy on Ground with Flag, Selma March, Selma, Alabama, 1965, uit catalogus RESIST! 2018

Wanneer ik denk aan verzet, is dat vaak in de vorm van protesten in de publieke ruimte. Met het werk Bocanada (1994-2015), dat in de Baron Hortastraat naast de Bozar is aangebracht, tracht curator Christine Eyene de tentoonstellingsruimte en de publieke ruimte met elkaar te verbinden. Bocanada, van de Argentijnse kunstenaar Graciela Sacco, nam reeds verschillende vormen aan en is hier te zien als aanplakbiljetten op de houten afrastering die Bozar van een enorme bouwput scheidt. Het werk bestaat uit close-up foto’s van opengesperde monden. Een krachtig en primair verzetsinstrument. Hier ogen de monden echter kwetsbaar, verstild door het fotografische apparaat. Het zijn slechts open holtes die niet langer onder controle van de geportretteerde zijn. De dubbelzinnigheid in dit werk; de kracht van het protest, maar ook de kwetsbaarheid van de protestanten, staan centraal in het vervolg van de tentoonstelling.

Wanneer ik de eerste zaal betreed wordt meteen duidelijk dat de curator focust op de gebeurtenissen van mei ’68 vanuit een mondiaal perspectief. Verspreid over een enorme muur is Marcelo Brodsky’s werk 1968, The Fire of Ideas (2014-2018) te zien, dat bestaat uit diverse afbeeldingen van internationale verzetsbewegingen en protestacties. Brodsky voorziet de zwart-wit foto’s van droge commentaren en kleurt sommige delen in. Dit doet hij op zo’n manier dat het een duidelijke esthetische interesse in het onderwerp verraadt.

Christine Eyene maakt gebruik van persfotografie van onder andere Steve Schapiro, René Burri, Raymond Depardon en Josef Koudelka. Hiermee zet ze op een slimme manier haar mondiale benadering verder. Een groot deel van de beelden is bevestigd aan verroeste metalen rasters, die vrij letterlijk naar dranghekken verwijzen, maar tegelijkertijd een verbindende rol spelen tussen de diverse tentoonstellingszalen. De fotojournalistiek heeft een informerende rol en schetst een visuele context van de verschillende revoltes op internationaal niveau. Wat opvalt is de afstand die te zien is in de journalistieke beelden en die we vandaag de dag niet meer gewend zijn in nieuwsverslaggeving. De fotografen lijken niet echt deel uit te maken van de protesten. Met hun camera’s treden ze op als stille getuigen, geïnteresseerd in de symboliek en de esthetiek die verwrongen zitten in het lijden en het verzet.

Dit zien we bijvoorbeeld in de foto Boy On Ground With Flag, Selma March (1965) van Steve Schapiro, die de protesten omtrent de rassendiscriminatie in Amerika volgt. Vanaf een afstandje kijken we naar een donkere eenzame man die op een veldbed ligt, middenin een grasveld. In zijn handen klemt hij een vlaggenstok, met de Amerikaanse vlag, waarvan hij het uiteinde tegen zijn hart aandrukt. Een patriottisch gebaar. De Stars and Stripes wappert fier in de wind, maar lijkt tegelijkertijd het hart van de jongeman te doorboren die erbij ligt als ware hij een soldaat gesneuveld voor een natie die hem niet erkent.

Een groot deel van de beelden is bevestigd aan verroeste metalen rasters, die vrij letterlijk naar dranghekken verwijzen, maar tegelijkertijd een verbindende rol spelen tussen de tentoonstellingszalen.

Hoe anders is dit in het werk van kunstenaars die persoonlijk lijden onder de onderdrukking en hun werk inzetten als vorm van protest. In een volgende zaal is onder andere A South African Colouring Book (1974-1975) van de Zuid-Afrikaanse kunstenaar Gavin Jantjes te zien. Het ‘kleurboek’ bestaat uit twaalf zeefdrukken van collages die werden samengesteld uit foto’s, krantenknipsel, tekst en tekeningen die verwijzen naar de onderdrukking binnen het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. In een van de zeefdrukken, Colour These Blacks White, is te zien hoe Jantjes op speelse wijze het fotografische negatief inzet om de huidskleur van de personages op twee foto’s om te draaien en zo de lezing van het beeld te beïnvloeden. Een witte trouwstoet wordt al snel een zwarte rouwstoet. Onderaan de pagina nodigt Jantjes uit om alle zwarten blank te kleuren, ook al is het nu niet meer duidelijk wat zwart en wat wit is.

Steve Schapiro, foto: Philippe De Gobert

Niet ver van Jantjes werk, in een verduisterde ruimte, speelt de film Handsworth Songs (1986) van John Akomfrah, geproduceerd door Black Audio Film Collective. De film zoomt in op rassenhaat en de rellen in Handsworth (Birmingham) en London in 1985. Het toont ons harde feiten; beelden van protesten, persoonlijke getuigenissen, krantenkoppen, etc. Deze worden in de eclectische montage afgewisseld met symbolische beelden, van onder andere schreeuwende vogels, die een onheilspellende spanning creëren. De montage biedt de kijker de ruimte om zijn eigen narratief te creëren en is daardoor hartverscheurend en vooral, meer dan dertig jaar later, nog angstaanjagend actueel.

Het benaderen van de actualiteit blijkt essentieel voor curator Christine Eyenne. In het tweede luik van de tentoonstelling toont ze dan ook enkele voorbeelden van hedendaags artistiek activisme. Er wordt veel aandacht, een volledige zaal, besteed aan de politiek geëngageerde praktijk van Wolfgang Tillmans. Dit levert op artistiek vlak niet meteen een grote bijdrage aan de tentoonstelling, maar toont wel de betrokkenheid van de kunstenaar en dan met name de manier waarop hij zijn werk inzet, aan de hand van affiches, t-shirts enzovoorts, om (anti)politieke campagnes op te zetten.

Wolfgang Tillmans, foto: Philippe De Gobert

Ursula Biemann en Paulo Tavares, Forest Law, 2014, foto: Philippe De Gobert

Interessanter is de zaal naast Tillmans die gewijd is aan een installatie van Ursula Biemann en Paulo Tavares. Forest Law (2014) toont hun onderzoek naar de uitbreiding van oliewinning en mijnbouw in het Amazonegebied van Ecuador. De kunstenaars maken gebruik van kaarten, documenten, voorwerpen en videoprojecties. Wat eruit springt is het beeldmateriaal van de inheemse Kichwa stam. Aan de hand van getuigenissen wordt hun geloof in de kracht van de natuur en hun natuurlijke omgang met de Amazone aangetoond. De inheemse stam diende een klacht in tegen Ecuador bij het Inter-Amerikaanse Hof voor de Rechten van de Mens en won deze zaak, opvallend genoeg, in 2012.

Het idee van verzet behoort toe aan alle tijden, klassen en rassen en is bovendien fundamenteel menselijk. Het bieden van verzet is haast een modus vivendi.

Waar ruimte is voor het verleden en het heden, is dat er ook voor de toekomst. Aan het einde van de tentoonstelling is het enorme panoramische werk Inverso Mundus (2015) van het Russische collectief AES+F te zien. Het werk is geïnspireerd op historische, vaak satirische, inscripties zoals The World Upside Down. Zoals de titel reeds suggereert worden de hedendaagse wereld en de daarbij horende machtsstructuren en conventies op hun kop gezet. Er zijn vliegende vissen en ratten te zien, dieren die mensen slachten, daklozen die genieten van hun rijkdom en vrouwen die mannen folteren. De vertaling is zeer letterlijk, de acties esthetisch verstild en de setting enorm kitscherig. Wat hieruit voortkomt is een knotsgekke en compleet onrealistische fantasiewereld die toch weet te choqueren en op zijn minst tot denken aanzet. Een passend besluit voor RESIST!.

RESIST! neemt de kijker mee langs een parcours door tijd en ruimte, waar aandacht is voor verschillende vormen van verzet en met name de rol die het fotografische apparaat speelt in de esthetisering ervan. Curator Christine Eyenne toont een diversiteit aan materialen, achtergronden, werkwijzen en media waarmee ze demonstreert hoe het idee van verzet toebehoort aan alle tijden, klassen en rassen en bovendien fundamenteel menselijk is. Het bieden van verzet en weerwoord maakt onlosmakelijk deel uit van onze cultuur en is haast een modus vivendi. Eyenne wil deze kritische levenshouding cultiveren en vraagt ons, waar nodig, steeds verzet te blijven bieden. Juist dat gegeven maakt RESIST! noodzakelijk.

Graciela Sacco, Bocanada, 1994-2015, Graciela Sacco Estate

RESIST!: The 1960s Prostests, Photography and Visual Legacy, Bozar, Brussel, t/m 26.08.2018

Axel de Marteau

is kunstenaar

Recente artikelen