metropolis m

Performance van Emile Zile

Wanneer Dan Graham in 1975 voor het eerst Audience/Performer/Mirror uitvoert, heeft nog nooit iemand een smartphone gezien. Van spiegel tot selfie-modus: zelfperceptie is in de tussentijd flink veranderd. Wat dat doet met de herinterpretatie van Grahams performance tonen verschillende kunstenaars bij LIMA. 

Dan Graham, zevenenzeventig jaar, is niet actief op sociale media. De kunstenaar die vanaf 1964 bekendheid verwierf als galeriehouder en criticus brak eind jaren zestig, begin jaren zeventig internationaal door met zijn performances, installaties, video’s en sculpturen. In zijn werk is het verkennen van de tweedeling tussen publieke en privéruimte en tussen performer en publiek een terugkerend thema. In een van zijn meest bekende werken, de performance Performer/Audience/Mirror (1975), doet Graham dit door plaats te nemen tussen een grote spiegel en zijn publiek. Soms met zijn rug naar de spiegel en dan weer naar de zaal beschrijft hij achtereenvolgens zichzelf, zijn spiegelbeeld, het publiek, hun reflectie en reacties. De zelfperceptie van zowel publiek als performer worden hierbij onderdeel van een mentaal droste-effect.

Bij LIMA in Amsterdam vonden re-enactments van Grahams iconische werk plaats. Dit werd gedaan in het kader van een kleine tentoonstelling gericht op documentatie van Performer/Audience/Mirror zoals deze werd opgevoerd door de kunstenaar bij De Appel in 1977 en het Unfold onderzoeksproject (2016-) – een serie herinterpretaties waarbij het behoud van media-, digitale- en performancekunst centraal staat. Het gebruik van hedendaagse gadgets werd hierbij – zoals men kan verwachten van een platform voor mediakunst, nieuwe technologie en digitale cultuur als LIMA – breed omarmt.

[blockquote]De algemene consensus onder de aanwezigen lijkt te zijn: ‘Moet die Graham niet eens aan de smartphone?’ 

Performance van studenten van de Gerrit Rietveld Academie

De avond begint met een viertal performances van tweedejaars Rietveldstudenten die samen met hun docent Willem van Weelden de afgelopen weken geprobeerd hebben Grahams werk naar het heden te tillen. Terwijl de studenten met een gezonde dosis ongemak en gewichtigheid de spiegel vervangen door elkaar, een iPhone, Twitter en Instagram Live dartelt Van Weelden als een moederkloek om de groep heen. Wat opvalt is dat de (speciaal voor de gelegenheid?) gemonteerde spiegelwand bij alle optredens volledig buiten beschouwing wordt gelaten. Ook het aanwezige publiek speelt een minder prominente rol dan in het ‘origineel’.

Hoewel Grahams met monotone stem sprak had zijn performance enorm effect op het publiek. De blik die hij van tijd tot tijd op het publiek richtte, gaf de indruk dat men werd meegesleept in een relaas, of op zijn minst dat men zich ergens tegen moest verweren. Bij de studenten lijkt de spiegel die ze gebruiken (de ‘nieuwigheid’ van technologie tot hun beschikking) belangrijker dan de reflectie die daarin te zien is. De aangelegenheid heeft hierdoor eerder iets weg van iemand die tijdens een gesprek zit te ‘uhu-en’ terwijl ze afwezig door hun telefoon zitten te scrollen dan van een wederkerige uitwisseling.  

De studenten tonen hiermee uitvergrote versies van de rest van de avond. In twee van de drie performances van de beroepskunstenaars die volgen is het publiek, gaandeweg of op voorhand, minder belangrijk dan de spiegel. De vreemde eend in de bijt is hierbij de herinterpretatie van Keren Cytter, eerder opgevoerd in 2012 in Tate Modern, die relatief dichtbij het ‘origineel’ blijft en technologie grotendeels achterwege laat. Ze laat een vrouwelijke performer met een camera achter het publiek staan en een verhaal voordragen, waarbij ze halverwege wordt geïnterrumpeerd door een man die Grahams ‘originele’ performance begint op te voeren. 

Emile Zile lijkt ook dicht op het origineel te opereren. In zijn herinterpretatie is de spiegelwand vervangen door een bioscoopscherm waarop beelden te zien zijn van de camera die op hem is gericht. Stoïcijns staat hij tegenover de volle zaal en beschrijft plechtig het publiek en zijn gemoed. Voor hij goed en wel begonnen is verschuift echter zijn aandacht naar de elektromagnetische straling die zijn telefoon uitzendt. Hij haalt het apparaat uit zijn zak, keert zijn rug naar de zaal en begint het publiek van achter zijn handpalm te bezingen en zichzelf, die deze opnames in de toekomst zal bekijken, toe te spreken.

Jan Robert Leegte vroeg Miron Galić om diens werk Cursor (2016) opnieuw te bezoeken en uit te voeren binnen een werk van hem, meer precies Leegtes eerdere re-enactment van Graham in Mirror (2002) (http://mirror.leegte.org) dat weer een iteratie was op Mouse Pointer (2002) (mousepointer.name). Het was dus een re-enactment binnen de re-enactment van een eerdere re-enactment van Dan Graham door Leegte. Met het aanwezige publiek had dit spiegelkabinet begrijpelijkerwijs nog maar weinig te maken. Galić ligt op de vloer van de zaal voor een laptop en gebruikt diens webcam als spiegel. Met de cursor traceert de techno-Narcissus zijn gezicht. Uitgezonden op het bioscoopscherm boven de jongen werkt dit beeld bijna erotiserend. Het doet denken aan een webcamboy die het niet uitmaakt hoeveel ogen hem begluren. Wanneer Galić opstaat en plaatsneemt in het publiek, blijft de cursor zijn virtuele stiplijntjes volgen tot de wijzer eindigt waar de jongen begonnen was. 

De algemene consensus onder de aanwezigen lijkt te zijn: ‘Moet die Graham niet eens aan de smartphone?’ – een uitspraak die menig purist weerbarstig het hoofd zou doen schudden. Het is echter niet de Graham van toen die opgeroepen wordt de mogelijkheden van technologie te benutten maar zijn hedendaagse acolieten die niet zonder kunnen.

Met de cursor traceert de techno-Narcissus zijn gezicht. Uitgezonden op het bioscoopscherm boven de jongen werkt dit beeld bijna erotiserend

Performance van Jan Robert Leegte, uitgevoerd door Miron Galić

Paneldiscussie, met van links naar rechts: Gabriella Giannachi, Annet Dekker, Willem van Weelden en Suzanne Sanders

Performance van Emile Zile

Tijdens de afsluiting van de bijeenkomst– de paneldiscussie tussen Van Weelden, Gabriella Giannachi, en Annet Dekker die wordt gemodereerd door Suzanne Sanders– wordt dit bestempeld als een groot goed. Volgens de drie tonen herinterpretaties onderbelichte aspecten van een werk. Om dit te kunnen doen moeten de performers zich wel eerst zien te bevrijden van het ‘origineel’. De beste manier om dit te doen is gebruik maken van hedendaagse middelen en het stellen van eigentijdse vragen.

Terwijl Graham al uitvoerig de rol publiek en performer heeft onderzocht updaten de studenten en kunstenaars bij LIMA de spiegel naar genetwerkte 4G-platforms die altijd aan staan. In de Performer/Audience/Mirror van nu vindt er een ontkoppeling plaats tussen het zelf en de ander, maar ontstaat ook de mogelijkheid om voorbij elektronische reflecties te kijken naar het platform dat ze uitzendt.

Alle foto’s: Edita Lasauskaitė

UNFOLD: Audience/Performer/Lens (after Dan Graham) vond plaats op 15.1.2020 in LIMA, Amsterdam, met werk van Dan Graham, Keren Cytter, Emile Zile, Jan Robert Leegte, Gabriella Giannachi, Annet Dekker, Willem van Weelden, Adad Hannah, Iain Forsyth & Jane Pollard, Judith Hopf en studenten van de Gerrit Rietveld Academie

Lena van Tijen

is schrijver

Recente artikelen