metropolis m

Paola Pivi in ‘We Are Animals’, Kunsthal Rotterdam, foto: Marco De Swart

Grote, glimmende ogen zijn met een fijne penseelstreek nauwkeurig neergezet. De twee enorm groot afgebeelde kittens in Martin Eders Catastrophe zijn schattig en weerzinwekkend tegelijkertijd – een voorbode van de ambivalente ervaring die een bezoeker aan We Are Animals te wachten staat. 

 

Onze status als wezens bovenaan de voedselketen is niet onaantastbaar, zoveel heeft covid-19 wel duidelijk gemaakt. Het dodelijke virus dat de wereld in z’n greep houdt maakt immers geen onderscheid tussen mensen en niet-menselijke dieren. In deze tijden van lockdown ben ik blij dat ik in volle gezondheidheid We Are Animals! in de Kunsthal mag bezoeken.In de omvangrijke groepstentoonstelling –30 hedendaagse kunstenaars doen mee– staat een artistieke blik op onze relatie met andere dieren centraal. Eerder was de tentoonstelling te zien in museum Arken in Denemarken. Voor de Rotterdamse variant zijn er werken van de  Nederlandse kunstenaars Scarlet Hooft Graafland, Silvia B., Marjolijn Mandersloot en de Belgische David Claerbout toegevoegd. Hier geldt eveneens de belangrijke voetnoot dat alle opgezette dieren een natuurlijke dood gestorven zijn. 

Voordat ik de kunstwerken bekijk, praat ik met curator Eva van Diggelen, die wat context biedt bij de expositie. ‘De tentoonstelling gaat over de relatie tussen mens en dier, maar vooral over hoe wij die relatie vormgeven: hoe we van dieren houden, hoe we naar ze kijken en onszelf erin terug zien, hoe we dieren manipuleren en ze gebruiken als consumptieproducten’, vertelt Van Diggelen. De expositie is losjes opgezet in drie thema’s: schattigheid, menselijke dieren en wilde dieren. ‘Cuteness is een filter waardoorheen we naar dieren kijken en ze categoriseren’, gaat van Diggelen verder. ‘We willen voor dieren zorgen, omdat ze lijken op onze baby’s. Tegelijkertijd kunnen dieren ook monsterlijk zijn. Wie bepaalt of een dier ons vertedert, of juist vervult met afschuw? En waar ligt die grens? Dat zijn interessante vragen, die sommige kunstwerken in de tentoonstelling oproepen.’

[blockquote]‘Cuteness is een filter waardoorheen we naar dieren kijken en ze categoriseren’

Paola Pivi in 'We Are Animals', Kunsthal Rotterdam, foto: Marco De Swart

Dat de grens tussen ‘schattig’ en ‘weerzinwekkend’ zomaar opgeschud kan worden wordt duidelijk wanneer ik naar het werk Catastrophe van Martin Eder kijk. Door de enorme grootte van het schilderij –het is 2,9 bij 3,8 meter groot– krijgen de afgebeelde kittens iets grotesks. Wanneer je dichterbij stapt, zie je dat werk met een fijne penseelstreek enorm nauwkeurig en knap geschilderd is. De afbeelding is kitsch, maar de techniek is hoogdravend. En de wanhopige blik in de grote glimmende ogen van de katjes laat me niet snel los.

Onder andere door corona staat de relatie tussen mens en dier vandaag de dag onder spanning. Ik vraag of de tentoonstelling ingaat op de dierconsumptie die zo wordt vermoed de uitbraak van het virus heeft veroorzaakt. ‘Niet direct’, vertelt curator Eva van Diggelen. ‘De tentoonstelling snijdt wel andere urgente thema’s aan, zoals de bio-industrie, wilde dieren in circussen en het effect van klimaatverandering op mens en dier.’

Van Diggelen wijst op de film Play Dead van Douglas Gordon, geïnstalleerd in een aparte ruimte aan het begin van de zaal. Op verschillende schermen die diagonaal in de ruimte zijn opgesteld is te zien hoe een olifant valt, ligt en weer opstaat in een witte, lege ruimte. De camera draait rond rond op vloerniveau, de bewegingen vloeiend vastleggend. Het contrast tussen het wit van de ruimte en het grijs van de olifant is opvallend. De studio setting maakt een ster van de olifant, maar geeft het geheel ook iets intens droevigs. De dans van de olifant is mooi om te zien, maar tegelijkertijd dringt het wrange besef door dit majestueuze dier niet vrij is, en door mensen wordt gemanipuleerd. Deze olifant hoort niet in zo’n klinische omgeving trucjes te doen. Tegelijkertijd besef ik me dat hij misschien juist wel gered is van een gewisse stropersdood. Van Diggelen onderstreept mijn ambivalente reactie op het werk wanneer ze vertelt over de rol van dierentuinen; die lijkt in de eerste plaats beperkend, maar is ook beschermend. Dierentuinen claimen essentieel te zijn voor het voortbestaan van dieren. 

De expositie gaat niet alleen over onze relatie met andere dieren, maar vooral ook over wat die verschillende reacties zeggen over ons als mensen

Douglas Gordon, 'Play Dead; Real Time (this way) (that way) (the other way)', 2003, © Studio lost but found, Courtesy Gagosian. Foto: Studio lost but found, c/o Pictoright Amsterdam 2021

Camille Henrot, 'Grosse Fatigue', 2013, Courtesy de kunstenaar, Silex Films en kamel mennour, Paris

Overzicht 'We Are Animals', Kunsthal Rotterdam, foto: Marco De Swart

Afgaand op een pompende beat en een opzwepende stem kom ik uit bij de film Grosse Fatigue van Camille Henrot. In een wervelende kleurrijke film zie ik een afwisseling van beelden uit een museale dierlijke collectie en beelden uit internetcultuur. De film is het resultaat van Henrots onderzoek naar de menselijke onverzadigbare honger naar kennis en de vaak desastreuze gevolgen daarvan. Ons continue categoriseren en classificeren, zo betoogt Henrot, draagt mede bij aan genocide, uitsterving en ecologische crisis. De film is een mash-up van wetenschappelijke kennis en religieuze vertellingen en heeft een tempo dat past bij de digitale wereld. Onder flitsende beelden van skeletten en dode, vaak platgewalste dieren, weggestopt in archieven en kasten, klinken teksten over het ontstaan van leven op aarde. Door de snel wisselende beelden, de pakkende muziek en de stem die als een MC de film ondersteunt, lijkt het alsof ik in een dampende club sta. 

Het tempo waarin Henrots werk verschillende perspectieven met elkaar afwisselt komt terug in de tentoonstelling als geheel. We Are Animals! biedt veelzijdige en diepgaande aanknopingspunten voor een vernieuwd bewustzijn rondom mens en dier. Hoe gaan we om met andere diersoorten, en wat zegt dat over ons? De expositie gaat niet alleen over onze relatie met andere dieren, maar vooral ook over wat die verschillende reacties zeggen over ons als mensen. Enerzijds is het mensbeeld dat geschept wordt positief: omdat we dieren lief, leuk en bijzonder vinden zorgen we er graag voor. Anderzijds roepen de werken ook schaamte, walging en ergernis op over de manier waarop we dieren categoriseren en controleren. Wanneer beide gevoelens in elkaar overgaan is We Are Animals! het sterkst; daar waar de grenzen tussen ‘schattig’ en ‘weerzinwekkend’, of ‘zorgzaam’ en ‘manipulatief’, opgeschud worden.

Pernilla Ellens

is onder meer curator en schrijver

Recente artikelen