metropolis m

Lydia Ourahmane, installatie S.M.A.K., Gent, 2022, foto Dirk Pauwels

Het was een poging tot behoud van een herinnering, een huiselijk gevoel. Maar eenmaal verplaatst naar Marseille bleek het interieur van het huis van Lydia Ourahmane uit Algiers zichzelf niet meer. Nog verder weg van huis in het S.M.A.K. begint het er zelfs te spoken, zo ervaart Nadeche Remst bij haar bezoek. Er blijkt ook nog afluisterapparatuur in bevestigd. Wat is er aan de hand?

In The Withdrawal of Tradition Past a Surpassing Disaster (2009) stelt de uit Libanon afkomstige kunstenaar en schrijver Jalal Toufic dat objecten hun tijdelijkheid kwijtraken door traumatische gebeurtenissen. Hij noemt dit de ‘withdrawal of tradition’, waarbij de ramp – hij refereert aan de Libanese burgeroorlog die van 1975 tot 1990 duurde – ervoor zorgt dat objecten hun ‘traditionele tijd’ verliezen. Toufic doelt met dit begrip niet zozeer op de materiële schade van kunstwerken, gebouwen, musea en archieven, maar juist op de immateriële gevolgen: onverklaarbare transformaties van objecten. De objecten uit het appartement van Lydia Ourahmane in de installatie Barzakh bij S.M.A.K. in Gent lijken iets vergelijkbaars te doen: er hangt een spookachtige leegte over de spullen heen, alsof ze aan het wachten zijn op hun nieuwe bestemming.

De installatie – waarvoor Ourahmane haar hele inboedel van Algiers naar Europa liet verschepen – was eerst te zien bij Kunsthalle Basel, daarna bij Triangle-Astérides in Marseille en nu, als laatste van de reeks, bij S.M.A.K.. De tentoonstelling roept vragen op over de betekenis van ‘thuis’. Het gevoel van ‘thuis’ kan omschreven worden als een verlangen naar een plek waar je bent opgegroeid, waar je eerste herinneringen zijn gemaakt. Maar ook bepaalde objecten kunnen je doen denken aan thuis. Zoals het uit haar kindertijd afkomstige nachtlampje in de hoek, vernoemd naar een mok met de zoetsappige tekst ‘Home is where you are’ die Ourahmane van haar vader kreeg.

Lydia Ourahmane, installatie S.M.A.K., Gent, 2022, foto Dirk Pauwels

Lydia Ourahmane, installatie S.M.A.K., Gent, 2022, foto Dirk Pauwels

In het midden van de tentoonstellingsruimte staat een massieve stalen deur: de voordeur van het appartement waar Ourahmane woonde, 21 Boulevard Moustapha Benboulaid in Algiers. De sleutel zit nog in het slot en de sporen van de bakstenen muur waar de deur uit is gebeiteld, zijn zichtbaar. Aan de deur, bestaande uit een stalen voordeur en houten binnendeur met in totaal negen sloten, kleven twee traumatische momenten uit de geschiedenis van Algerije. De eerste deur is de originele houten deur uit 1901, een bewijs van het Franse kolonialisme, uitgevoerd in Haussmann-stijl. Tijdens de Algerijnse burgeroorlog (1991-2002), ook wel het ‘zwarte decennium’ genoemd, werd de metalen deur voor de originele deur geplaatst voor extra bescherming tegen de invallen. Door de deur(en) uit de originele context te halen, ontdaan van zijn dagelijkse functionaliteit, komen de twee tijden hier samen. De deur, die getuige is geweest van de oorlog, laat ook zien hoe koloniale geschiedenissen en traumatische herinneringen in objecten doorleven.

‘Barzakh’ (برزخ) is het Arabische woord voor ‘barrière’ of ‘scheiding’ dat Ourahmane gebruikt om de fysieke daad van het verhuizen van de gehele inboedel van haar appartement mee aan te duiden. Toen ze tijdens de pandemie voor een residentie in Marseille verbleef, kon ze door het sluiten van de grenzen niet terugkeren naar haar huis in Algiers. Daarom besloot Ourahmane om haar (t)huis te laten verplaatsen, met behulp van haar goede vrienden die al haar spullen zorgvuldig inpakten en lieten versturen. Om de gehele inhoud van het appartement – ruim vijfduizend objecten – naar Basel te verplaatsen, moest Ourahmane het appartement als ‘kunstinstallatie’ laten registreren bij het Algerijns agentschap voor intellectuele eigendomsrechten, wat voorheen nog geen categorie was. In 2014, voor haar afstudeerwerk The Third Choir bij Goldsmiths University of London, deed ze iets vergelijkbaars. Toen liet Ourahmane twintig lege olievaten van de Algerijnse oliemaatschappij Naftal exporteren vanuit Algerije naar het Verenigd Koninkrijk. Dit bleek geen gemakkelijke klus, omdat het exporteren van kunstobjecten sinds de onafhankelijkheid van Frankrijk in 1962, bij de wet verboden was. Na de hele bureaucratische procedures te hebben doorlopen, wekenlang heen en weer bellen en mailen, aanvragen doen en afwijzingen krijgen (die ze allemaal verzamelde in een archief bestaande uit 934 documenten), kreeg ze uiteindelijk toestemming van de minister van Cultuur en werd de wet, die het eerst niet toestond om kunst te exporteren, gewijzigd.

Lydia Ourahmane, installatie S.M.A.K., Gent, 2022, foto Dirk Pauwels

De toeschouwer is een indringer, althans, zo lijkt het. Totdat ik de afluisterapparatuur ontdek in de glazen stolpen, verspreid over de gehele ruimte, die de toeschouwer in de gaten houden en hun beweging vastleggen

De beperkingen en grenzen die voor de verplaatsing van de objecten moeten worden doorkruist, zijn onlosmakend verbonden aan het werk zelf. Met het verplaatsen van alle objecten van Algiers naar Europa, snijdt het werk ook vragen over de complexe, hedendaagse geopolitiek aan. Op jonge leeftijd vertrok Ourahmane met haar familie uit Algerije, tijdens de burgeroorlog, en groeide ze op in Londen. Het verlangen om haar relatie met haar “thuisland”, de plek waar je geboren bent, te vormen, bracht Ourahmane ertoe om in Algiers te gaan wonen.

In het bekende essay A Room of One’s Own (1929) betoogde Virginia Woolf dat elke vrouw, om te kunnen schrijven  – of werken  – een kamer voor zichzelf moet hebben. Dat het in 2018, bijna een eeuw later, nog bijna onmogelijk was om als ongetrouwde vrouw in Algerije een eigen woning te vinden, had ze niet voorzien. Na ruim dertig appartementen te hebben bezocht, kon Ourahmane intrekken in een volledig gemeubileerd appartement van een vrouw die het appartement had geërfd van haar onlangs overleden tante. Het meubilair kwam oorspronkelijk van Duitsland naar Algerije, omdat de eigenares voor haar echtscheiding in Duitsland woonde, zoals nog steeds zichtbaar op sommige meubelstukken. De tijdelijkheid die in het huren van iemand anders ruimte zit, wetende dat je je thuis gaat voelen op een plek die je weer gaat verlaten, is ook in de installatie voelbaar.

Lydia Ourahmane, installatie S.M.A.K., Gent, 2022, foto Dirk Pauwels

Je mag alles aanraken, je mag overal op zitten en je mag zelfs in het bed slapen

Lydia Ourahmane, installatie S.M.A.K., Gent, 2022, foto Dirk Pauwels

Het volledig gereconstrueerde appartement staat vol met oude mahoniehouten meubels, comfortabele leren banken, een bed, kasten met tientallen boeken van Ariella Azoulay, Judith Butler, Edward Saïd, Frantz Fanon, bell hooks, Kant en Kafka, een bureau, tapijt, twee kroonluchters en zelfs een koelkast en een gasfornuis. Terwijl ik voorzichtig met één vinger het deurtje van een kast openduw om te ontdekken wat erachter staat, komt de suppoost naar me toe. “Je mag alles aanraken, je mag overal op zitten en je mag zelfs in het bed slapen,” zegt hij op een bijna instruerende wijze. Bezwijkend voor de nieuwsgierigheid en als een voyeur snuffel ik door de lades. Toch voelt het alsof ik in iemands ruimte inbreek.

Lydia Ourahmane, installatie S.M.A.K., Gent, 2022, foto Dirk Pauwels

De toeschouwer is een indringer, althans, zo lijkt het. Totdat ik de afluisterapparatuur ontdek in de glazen stolpen, verspreid over de gehele ruimte, die de toeschouwer in de gaten houden en hun beweging vastleggen. Ze hebben elk een telefoonnummer, vermeld als titels, die op ieder moment van de dag gebeld kunnen worden om mee te luisteren wat er in de tentoonstellingsruimte gebeurt. Daarnaast is er een radiofrequentie, die ervoor zorgt dat, wanneer de toeschouwer in de buurt is van de apparatuur, een echo door de ruimte galmt. Bij de installatie in Kunsthalle Basel hing er een tekstbordje met ‘WARNING: This area is under 24hr surveillance’, maar die waarschuwing ontbreekt hier. Het ontbreken ervan maakt het eigenlijk nog relevanter, want ook in de openbare ruimte staan we dagelijks continu – zonder dat we het doorhebben – onder toezicht van beveiligingscamera’s.

Door de bezoeker continu onder surveillance te ‘bewaken’ lijkt Ourahmane met haar installatie er op te wijzen dat thuis niet zondermeer een veilige plek is, evengoed het tegendeel, waar ook de dubbel beveiligde deur haar niet tegen weet te beschermen. De vraag die overblijft is: wat gaat er gebeuren met de spullen na de tentoonstelling? Als de tentoonstelling is afgelopen, zullen de spullen terug naar Algiers gaan, en weer op dezelfde manier teruggezet worden, alsof er niks is gebeurd, zo wil de kunstenaar. Maar kunnen ze nog op dezelfde manier worden teruggeplaatst in het appartement? Inmiddels zijn er zoveel handen van anderen langs de spullen gegaan, zijn ze op een andere plek teruggezet, of misschien zijn er wel dingen meegenomen.

Van alle spullen blijft er één object over dat niet terug zal gaan, namelijk de voordeur, die al meteen is vervangen na verwijdering. Dat is ook meteen het enige object in de tentoonstelling dat door uit de originele context te zijn gehaald – ontdaan van zijn functionaliteit – juist de traumatische, koloniale geschiedenis en de doorwerking ervan in het heden, blootlegt.

Lydia Ourahmane, Barzakh, S.M.A.K. Gent, t/m 18.9.2022

Nadeche Remst

is kunsthistoricus

Recente artikelen