metropolis m

NP3, Re-Iconografie

December, de maand van het terugblikken, is voorbij. Tijd om weer vooruit te kijken. Toevallig zijn de voorjaarscatalogi van de diverse uitgeverijen in binnen- en buitenland net op de mat gevallen, een mooi moment om eens te kijken wat 2010 te bieden gaat hebben op het boekenfront.

Golden Oldies eerst: Uitgeverij Boom is altijd druk met het (opnieuw) uitgeven van standaardteksten, in mei van dit jaar komen ze met een knijter van jewelste: <url SUN Architecture focust zoals te verwachten op architectuur, maar ook hier is sprake van een vermenging van genres: Hoe Maak je het? – Werk en ideeën van Marx & Steketee, is een cross-over, een mash-up van een oeuvrecatalogus, een novelle en een how-to guide voor architecten. Een onorthodox boek voor een onorthodox architectenduo. Het boek verschijnt in April.

Scenes in de Copy Corner – van vluchtige ontmoetingen naar publieke vertrouwdheid van Joke van der Zwaard, een boek over een Copyshop in Rotterdam, is bedoeld als ‘stof voor reflecties op het ruimtelijke integratiedebat en –beleid’ maar het had ook de weerslag van een kunstproject kunnen zijn. Alleen al daarom ben ik nieuwsgierig naar het boek, hoeveel overeenkomsten zou het boek hebben met bijvoorbeeld het werk van Jeanne van Heeswijk? Ook vanaf april in de winkel.

Valiz start nieuwe serie over de culturele geschiedenis van Amsterdam: Al Amsterdam. Het eerste deel grijpt onmiddellijk terug op een recente en omstreden verdwijning in het stedelijk landschap: De Sandbergvleugel van het Stedelijk Museum. Auteur Paul Kempers ging op zoek naar de betekenis van de museumaanbouw voor Amsterdam, maar ook haar rol in de museumwereld als discussiestuk voor de ‘functie van het museum’. Paul Kempers, ‘Binnen was Buiten’, De Sandbergvleugel, ontworpen door Roosje Klap verschijnt mei 2010.
Valiz brengt in 2010 ook een catalogus over Rob Voerman en overzicht van het werk van Giny Vos op de markt. Ik kijk vooral uit naar Voermans catalogus, die het overzicht van zijn werk in het Cobra Museum in Amstelveen begeleidt. Voermans werk hangt ergens tussen Constants Nieuw Babylon en Les Cités Obscures, de graphic novels van Francois Schuiten en Benoit Peeters in, en van beide ben ik al jaren fan..

NAi Publishers brengt ook in 2010 weer een mix van architectuur, design en theorievorming over de openbare ruimte. Het jaar trapt af met Pixels en Plaatsen, een internationaal overzicht van videokunst in de openbare ruimte (een exponent van de zogenaamde Urban Screens, waar ook Geert Lovinks Institute for Network Cultures zo actief mee is). Auteur Catrien Schreuder zet de ontwikkelingen in (kunst)historische context. Check in / Check uit van het Rathenau Instituut vertrekt vanuit het heden en bespreekt hoe de openbare en virtuele ruimte steeds meer verweven raken: ‘De Nederlander gaat van “op het Net” naar “in het Net” ‘. Het boek gaat hierover kritische vragen te stellen. Ook het eerstvolgende nummer van Open (nr 19) tackelt dit issue: Voorbij Privacy.

Op designgebied verschijnt een omvangrijk overzicht van het werk van ontwerpbureau Thonik: Thonik – I am your Type, Van Centraal Museum en Boijmans van Beuningen (ja, Sjarel is al jaren een groot fan) tot Jan Marijnissen en de SP-tomatensoepkom. Designcriticus Hugues Boekraad schreef.

Een ander designboek om naar uit te kijken is Joost Grootens i swear i use no art at all. De winnaar van de Rotterdamse Designprijs – bekend van zijn atlassen – heeft een atlas gemaakt van zijn eigen boeken, ‘10 years, 100 books, 17,358 pages of book design by Joost Grootens‘. Vanaf mei in de boekenkast bij 010 publishers. Voor de electronische boekenkast brengt 010: e-Rasmus en de vrije val in de techniek, Tien visies op denken en doen in een kunstmatige wereld’ een poging tot een ethische herijking van onze technologie.

In 2009 bestond het Ars Electronica festival in het Oostenrijkse Linz 30 jaar. In die tijd heeft het zich ontwikkeld tot een icoon, de benchmark voor wereld van de digitale kunst. Ars Electronica 1979-2009 the First 30 Years: The Network for Art Technology and Society biedt een overzicht van de verworvenheden van het festival. Dat boek komt zeker in mijn boekenkast te staan evenals het omvangrijke 40jahrevideokunst.de, behorende bij Record > Again, het tweede deel van een langjarig Duits project over de geschiedenis van de videokunst.

De Belgische Galerie Maes & Matthys bracht enige tijd geleden een multiple uit van Vaast Colson, Daily Sleepdrunken Lists ziet eruit als een klassieke encyclopedie. Het boek omvat 365 alfabetische lijsten die Colson elke ochtend tussen juni 2007 en juni 2008 samenstelde. Snel en intuïtief, een activiteit die een deel van zijn ochtendritueel werd. “een confrontatie met ‘het routineuze, onzichtbare karakter van het kunstenaarschap.” Een ander project van langer geleden dat pas kort geleden het levenslicht zag – en de moeite van het vermelden waard is – is de catalogus van Re-iconografie, een tentoonstellingsserie uit 2007 van het Groningse NP3. Als een van de auteurs van het boek heb ik er lang naar uitgekeken, maar het boek was het wachten meer dan waard; een prachtig vormgegeven uitgave.

Hatje Cantz brengt in 2010 weer planken vol boeken uit, waaronder eerdergenoemde Ars Electronica uitgave, maar ik wil er nog twee monografische werken uitlichten: Paul McCarthy en James Turrell. Paul McCarthy was afgelopen jaar weer onderwerp van gesprek dankzij zijn luchtsculpturen in Utrecht en de laatste akte van de tragikomedie rond kabouter Butplug. In Low Life Slow Life kunnen we een blik in zijn archief werpen, een reis door zijn inspiratiebronnen: ‘An artwork in itself, the book showcases a vast range of works that have influenced McCarthy’s career, presenting a personal map of his individual art history and philosophy.’

James Turrell’s Wolfsburg Project was de favoriet van Edwin Jacobs in de Metropolis M best of lijst voor 2009. Het ontstaan van het omvangrijke project – Turrells grootste werk ooit – is gedocumenteerd in James Turrell, The Wolfsburg Project

En tot slot Elaine Sturtevant, het boek The Razzle Dazzle of Thinking en de tentoonstelling in ARC/Musée d’Art moderne de la Ville de Paris worden uitgebreid besproken in het het komende nummer van Metropolis M (nr 1 2010) dat begin februari verschijnt. Een citaat: “Kennis is macht; de kracht om voorbij het oppervlak te kijken. Hoe dit wordt gedaan, blijft een interessante vraag. Elaine Sturtevant (1930, Lakewood, Ohio) vertelt ons in haar verzamelde teksten, The Razzle Dazzle of Thinking […] een heleboel over deze macht van de kunst, of de virtuele kracht die in sommige werken besloten ligt, en wacht om geactualiseerd te worden. Wanneer men haar werk bekijkt met haar teksten in het achterhoofd, ziet men ze allebei opeens als een manifestatie van het denken, of zoals zij zelf schrijft, ‘denken door het maken van objecten, denken door het schrijven.’ ”

Ik maak alvast een paar meter plankruimte vrij.

Recente artikelen