metropolis m

Joep van Liefland, Video Palace #31 – Black Systems, 2010
Joep van Liefland, Video Palace #31 - Black Systems, 2010

Joep van Liefland (1966) koppelt zijn activiteiten in de subcultuur van Berlijn aan een succesvolle participatie in het internationale circuit van galeries, kunstruimten en – beurzen. Op Art Basel 2010 stond zijn werk genoteerd als high light. Deze faam dankt hij aan zijn steeds complexer geworden spel rond origineel en reproductie, uniciteit en aura, glamour en afglans. Inzet daarbij is de oud-vertrouwde videoband of VHS-tape: het medium dat in dit digitale tijdperk een analoog-relikwie is geworden, voorafgegaan door onder andere 8mm-films, lp’s en cassettebandjes.

Joep van Liefland, Video Palace #31 - Black Systems, 2010

Hoewel Van Liefland zich kan voorstaan op zijn deskundigheid in de mediale ontologie, zozeer zelfs dat zijn oeuvre met maatschappij-analyses, ideologie en klassenstrijd wordt geassocieerd, begon zijn ontwikkeling met de synthese van twee componenten: zijn op rommelmarkten vergaarde VHS-tapes én zijn one man performances, uitgebracht als video-producties in eigen beheer. Beide verzamelingen bracht hij in 2002 onder de noemer Video Palace (VP) als videotheek bijeen in een gekraakte garage, hartje Berlijn. Sindsdien zijn deze installaties geregeld van locatie en opstelling veranderd. Zo werd het concept van de videotheek geleidelijk aan losgelaten ten gunste van losse modules, sculpturen en etalages.

VP baseert zich op een waarheidsgetrouwe weergave, maar is daarin zowel hybride als extreem. Dat geldt allereerst voor de tweedehands ingekochte, door het publiek afgedankte genres van homevideo’s, Hollywood flops, porno-and-splatter tot natuur- en voorlichtingfilms. Van Liefland: ‘Ik koop in binnen de onderste segmenten van de Westerse cultuurindustrie. Het gaat mij om “analoge-media-residuen” die buiten de algemene waarneming en waardering vallen.’ De stijl van zakendoen en commerciële aanpak van VP bleek navenant. De winkelinrichting is low budget, gammel en smakeloos en posters, reclamestunts en slogans schreeuwerig-agressief – als het drukwerk van een discountketen. Van Liefland zelf hulde zich als videotheekhouder in morsige outfits, compleet met comb-over: een lange haarlok over de kalende schedel gekamd. Binnen VP doken naast zijn eigen videoproducties (met titels als Broccoli Hardcore en Men & Depressions) ook zijn home made covers en hoezen op.

VP-installaties waren daadwerkelijk in functie. Videobanden werden ingekocht én verhuurd. De raison d’etre van VP ligt in de mate waarop VHS (video home system) uit de roulatie is geraakt. Dat komt tot uitdrukking in zowel de video’s (veelvuldig gekopieerd) als op cassettes, covers en hoezen: vingerafdrukken, koffievlekken, schimmel, prijs- en titelstickers – handmatig geplakt en beschreven. Zo vormt zich een spoor van zowel relaties als DNA. Van Liefland: ‘Ik ben geïnteresseerd in de verpersoonlijking van het mediale massaproduct. In de vermenging van individu en technologie, maar ook in de historiografie van de video-epoche. Daarmee is zowel een infrastructuur verloren gegaan als een architectonische typologie: de videotheek’.

Joep van Liefland, Men & Depressions, 2008

Is er een verwantschap met het werk van collega-kunstenaars als Guillaume Bijl? ‘In vergelijking met andere een-op-een-replica’s van sociaal functionerende klein-economische centra, zoals de autorijschool en matrassenwinkel van Guillaume Bijl, vormden de VP-installaties geen objectieve, maar subjectieve ruimten in een trashy, doe-het zelf-stijl. Het waren sterk vervuilde settings in no places als parkeerplaatsen en -garages. In de overname van bepaalde functies van de videotheek, heb ik een eigen economie gecreëerd. Maar toen stond toen ook al de notie van entropie en verval centraal’.

Video Palace is een serieel work in progress, waarvan iedere editie – zoals in de minimal art – is genummerd. Zo wordt nu in SMBA VP # 31 Black Systems geëxposeerd. Deze uitvoering staat in een sequentie van meer introverte en formelere installaties; de sociale en relationele functies van de eerdere VP-edities zijn daarbij geminimaliseerd. In een voor het publiek toegankelijke box stalde Van Liefland niet alleen videotapes uit, maar ook afstandsbedieningen, TV’s en VCR’s (black systems). De apparatuur is uitgeschakeld. Over de vele ongelijkmatigheden in design, formaat en details (prijsstickers, etiketten en covers) hangt een sluier van zwart coloriet. Er is letterlijk een black box ontstaan (de term voor videocabines in het kunstcircuit). Licht lijkt aan deze installatie onttrokken. Ze vormt een domein van materialiteit en ontbinding tegelijk. Als medium is de videoband overleden. Wat rest zijn de overschotten.

Van Liefland: ‘Met deze installatie wil ik een vorm van doodsheid oproepen. Daarmee is Video Palace an sich natuurlijk niet gestorven. Er is een concentratie op het submediale in de geest van theoreticus Boris Groys. Hij spreekt over een wereld achter de beeldschermen, in de richting van archief en systeem, voorbij de tekens en boodschappen. Dat gaat gepaard met het onkenbare en paranoia. Ook daaraan wordt met de term black systems gerefereerd – op poëtische wijze. Mediale systemen zijn slechts deels te doorgronden; ze kennen een sinister aspect.’

In SMBA exposeert Van Liefland naast de VP-box ook monumentale zeefdrukken in grijstonen van onder meer een VHS-band en het signaal van een leeg TV-kanaal (white noise). Mijn blik blijft hangen bij een videocompilatie in zwart-wit van videohoezen getiteld Donald Judd Faces of Death. Hoe zijn ze te rijmen? Judd, maestro van de minimal art en deze macabere videoproductie: gebaseerd op een compendium van (echte) sterfscènes? ‘Judd staat voor koel, machinaal en serieel, Faces of Death voor sensationeel spektakel. Daarbij verbeeldt Judd het materiële en industriële, Faces of Death het mediale en lichamelijke. Beiden beschrijven de bandbreedte waarbinnen ik werk.’

Staan de nieuwe ontwikkelingen in Van Lieflands werk in verband met zijn activiteiten in het circuit van de white cube? Doet hij met zijn dead end street presentaties uitspraken over de vervormende invloed van galeries en musea op de authentieke betekenis van het kunstwerk? ‘Mijn werk volgt een eigen weg. Ik houd me bezig met langdurige processen en verkenningen binnen mijn eigen thematiek.’

Black Systems – Extended Version, is t/m 28 november te zien Stedelijk Museum Bureau Amsterdam.
In Galerie Parisa Kind in Frankfurt is t/m 7 januari 2011 van Lieflands tentoonstelling MEMOREX PARK te zien.

Marjolein Schaap

Recente artikelen