metropolis m

In vrijwel elk Nederlands museum voor moderne en hedendaagse kunst tref je er tegenwoordig een aan: de projectruimte. De vraag is welke functie die heeft. Is ze een kraamkamer, laboratorium, of het voorportaal tot canonisering? Of is ze misschien, oneerbiedig gezegd, een schaamlap voor een gebrekkige museale focus op de actualiteit? Een balansopname aan de hand van de verantwoordelijk conservatoren uit het Museum Boijmans Van Beuningen, het Van Abbemuseum en het Gemeentemuseum Den Haag.

Opbouw Sensory Space van Siobhán Hapaska (Belfast, 1963) in Museum Boijmans Van Beuningen

Direct achter de garderobecarrousel van Studio Wieki Somers, in het gratis toegankelijk entreegebied van Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam, bevindt zich de Willem van der Vorm Galerij. Boijmans organiseert er sinds 2013 de expositiereeks Sensory Spaces, waarvoor het om de vier maanden een kunstenaar uitnodigt om een site-specifieke installatie te maken. Het AMMODO Fonds bekostigt de reeks drie jaar lang. Na eerdere edities met Oscar Tuazon, Sabine Hornig en Elad Lassry, is momenteel de beurt aan Liu Wei. ‘Het is een moeilijke ruimte’, vertelt curator Noor Mertens, die samen met Saskia van Kampen-Prein en Francesco Stocchi verantwoordelijk is voor de programmering. ‘Hij bestaat in principe uit twee lange wanden, in de begrenzende ruimte is Richard Serra’s sculptuur Waxing Arcs zichtbaar en vanuit het trappenhuis weerklinkt soms de video-installatie van Pipilotti Rist. Kortom, het is een ruimte, maar ook geen ruimte. Wij vragen kunstenaars om hem naar eigen hand te zetten.’

De interventies van de kunstenaars verschillen sterk van karakter. Daar waar Elad Lassry een ‘white cube’ bouwde om zijn foto’s in te installeren, daar gaat Liu Wei met zijn sculpturen van bouwmaterialen als glas, hout, ijzer en roestvast staal zelfverzekerd de confrontatie aan met Richard Serra. Hoe worden de deelnemende kunstenaars eigenlijk geselecteerd? ‘We willen dat het project zin heeft voor de kunstenaars zelf,’ legt Mertens uit. ‘We nodigen daarom sowieso geen kunstenaars uit die aan de lopende band dit soort projecten doen. Verder richten we ons op kunstenaars die al even meedraaien, maar wier werk nog nauwelijks in Nederland is getoond. Ook publiceren we bij elke editie een brochure met daarin ruimte voor reflectie. Helaas besteedt de pers weinig aandacht aan Sensory Spaces. Kleine tentoonstellingen hebben een beperkt pr-budget in vergelijking met zogenaamde blockbusters, maar ze zijn zeker niet altijd minder ambitieus.’

Kan het ermee te maken hebben dat de Willem van der Vorm Galerij enigszins losgezongen voelt van de rest van het museum, met zijn ligging achter kassa en garderobe, vraag ik Mertens. Is het een stiefkindje? ‘Nee’, antwoordt ze. ‘Het is nu eenmaal een ruimte die zich goed leent voor opzichzelfstaande, site-specifieke projecten. Daarvan zijn er meerdere in het museum, neem bijvoorbeeld het trappenhuis met daarin de permanente installatie van Rist. De Galerij wordt druk bezocht omdat hij dichtbij de entree ligt en iedereen er zonder toegangsbewijs in kan lopen. Zelfs eten is er toegestaan. Wij wijzen kunstenaars daar ook altijd op: vergeet vooral niet dat er per dag zo’n 500 tot 1000 bezoekers op je installatie afkomen.’

Zes maanden in beweging

Ook de projectruimte van het Van Abbemuseum in Eindhoven is gratis toegankelijk. In de ovaalvormige, onoverdekte ruimte tussen de hal en het museumcafé – ooit ontworpen als een buitentuin om sculpturen te tonen, maar onpraktisch in gebruik – is sinds 2009 Het Oog gevestigd, een plek voor kunstenaars om gedurende een werkperiode van zes maanden een werk uit te voeren. ‘In het begin nodigden we steeds relatief jonge kunstenaars uit die we graag eens wilden uitlichten, maar het leeftijdscriterium is gaandeweg wat minder belangrijk geworden,’ vertelt curator Steven ten Thije, die verantwoordelijk is voor de huidige editie met het project Radio Balzac van Arnoud Holleman. ‘Als museum gaan wij het liefst langdurige relaties aan met kunstenaars. De projectruimte geeft ons niet alleen de kans om een relatie met een kunstenaar op te starten, maar ook om hem verder uit te bouwen.’

Niels van Maanen

Recente artikelen