metropolis m

Otobong Nkanga, Wetin You Go Do, 2015
avery singer

De dertiende editie van de Biënnale van Lyon is het begin van een trilogie die reflecteert op ‘het moderne’. Curator Ralph Rugoff, directeur van de Hayward Gallery in Londen, kreeg de zware taak dit complexe begrip vorm te geven binnen een tentoonstelling op verschillende locaties in de Franse stad.

Celeste Boursier, Mougenot aura, 2015

Het moderne. Daarmee bedoelt de artistiek-directeur van de biënnale, Thierry Raspail, van alles, zo valt op te maken uit de introductietekst in de catalogus. Met de term wordt niet alleen het modernisme of de moderniteit bedoeld, maar ook ‘het nieuwe’ of ‘het recente’. Hij stelt dat het postmodernisme, evenals het metamodernisme, modern te noemen valt. Alles wat hedendaags is, of sinds het begin van het modernisme is geweest, is ‘modern’ voor Raspail.

Ingewikkelde visie en een erg ingewikkeld tentoonstellingsuitgangspunt. Hoe maak je als curator een selectie uit het enorme hedendaagse kunstaanbod als het enige criterium ‘hedendaags’ is? Bijkomstige complicatie is de keuze van de curator om Marcel Duchamps aanname dat de toeschouwer deels verantwoordelijk is voor de inhoud van een kunstwerk te volgen. Dat betekent dat er weinig verklarende zaalteksten zijn en dat er geen opdeling in thema’s is: de toeschouwer moet zelf, uit de veelheid aan werken (waarvan zestig procent speciaal voor de biënnale gemaakt is) van de zestig deelnemende kunstenaars, een boodschap halen. Rugoff wil geen statement maken; de biënnale moet dienen als startpunt voor eigen gedachten.

Een eerste deel van La vie moderne is te vinden in La Sucrière, een voormalige suikerfabriek. Over drie etages verspreid zijn een dertigtal werken te vinden, schijnbaar willekeurig geplaatst. Wat direct opvalt is de ruime vertegenwoordiging van Aziatische kunstenaars. Ook aan Afrika en Oost-Europa is gedacht. Oceanië en Zuid-Amerika komen er over het geheel bezien wat bekaaid af, met ieder één kunstenaar. Het postkoloniale discours is klaarblijkelijk modern. (Daarentegen is het feminisme volgens Rugoff niet erg modern met negentien vrouwelijke kunstenaars tegenover 49 mannelijke.)

Een werk dat alle aandacht opeist is de drumstelinstallatie aura van Céleste Boursier-Mougenot, die pontificaal in de middelste ruimte op de begane grond is geplaatst en af en toe van zich laat horen. Er komt echter geen muzikant aan te pas; kersenpitten vallen van grote hoogte op de drums en bekkens. Ze worden daartoe aangezet door de elektromagnetische ‘aura’ van gsm-bezitters die de tentoonstelling bezoeken. Het jazzy ritme verrast.

Otobong Nkanga, Wetin You Go Do, 2015
Cameron Jamie

Een ander opvallend werk is de installatie WETIN YOU GO DO? van Otobong Nkanga in een van de silo’s van La Sucrière. De vloer van de ronde ruimte ligt bezaaid met betonnen bollen van verschillende formaten die met elkaar verbonden zijn door touwen. Het verbeeldt de verbondenheid van de hedendaagse geglobaliseerde wereld en de complexiteit dingen erin te veranderen. Er zijn namelijk massa’s mensen nodig iets in beweging te krijgen volgens Nkanga. Deze gedachte wordt letterlijk gevangen in de bollen die zo zwaar zijn dat ze niet door een enkeling kunnen worden verplaatst.

Een ander deel van de tentoonstelling, met ook zo’n dertigtal werken, is in MACLYON te zien. Hier valt het grappige project Shoplifters van Mohamed Bourouissa op. Het bestaat uit een serie foto’s van betrapte New-Yorkse winkeldieven met hun buit in de hand. De foto’s zijn genomen door de winkeleigenaren die de afbeeldingen ter ontmoediging ophingen in de winkel. De beduusde blik, het nietige gestolen waar; het ziet er kinderlijk naïef uit.

Johannes Kahrs, Untitled Bieber, 2015

Bijzonder zijn de geschilderde portretten van Johannes Kahrs. Te zien zijn onder andere close-ups van Amy Whinehouse en Justin Bieber waar de ellendige staat waarin ze verkeren vanaf springt. Niet alleen het afgebeelde, ook de manier waarop het is geschilderd, met een nadruk op de oneffenheden in het gezicht, geeft de toestand weer. Het kan gelezen worden als een commentaar op de pop- en tabloidcultuur, waarin we normaal gesproken alleen de gladgestreken koppies te zien krijgen.

Het zijn enkele voorbeelden van geslaagde werken tussen een hoop minder interessante projecten. Waarschijnlijk ligt het niet aan de werken zelf, maar aan de context waarin ze gepresenteerd worden: zonder houvast, zonder uitleg, zonder werkelijk uitgangspunt. Er zijn wel overlappende thema’s te ontdekken, waaronder de invloed van technologie op onze wereld, de continue beeldenstroom en de consumptiemaatschappij met zijn bergen afval, maar het blijft oppervlakkig. Het blijkt onmogelijk te zijn het moderne in zijn brede definitie te grijpen. Misschien dat dat juist het moderne typeert.


13e Biënnale van Lyon
La vie moderne
La Sucrière, MACLYON, Musée des Confluences
10 september 2015 – 3 januari 2016

Loes van Beuningen

is kunsthistoricus

Recente artikelen