metropolis m

Maria Hassabi, performance in de Neue Neue Galerie

De documenta was afgelopen dagen niet weg te slaan uit de Duitse media. Geen nieuwsprogramma op televisie of de radio of er was wel een item aan gewijd. Vaak ernstige analyses, verpakt in de nodige clichés over hoe onbegrijpelijk de kunst niet was. De meest markante verklaring kwam van Miriam Cahn. De Zwitserse schilder, die in de Documenta Halle een serie op de exodus geïnspireerde schilderijen toont, was vol lof over deze ‘meest democratische tentoonstelling’ die ze ooit had gezien. Alles en iedereen is aan elkaar gelijk, zo stelde ze: man en vrouw, Europeaan en niet-Europeaan, de noorderling en zuiderling, beroemd en onbekend, oud en jong, schilder, tekenaar en fotograaf – het is er allemaal en in gelijke hoeveelheden.

De weigering zich te schikken naar bestaande machten en hiërarchieën heeft wel wat consequenties voor deze documenta. Er is veel, heel veel kunst, die is verspreid over meerdere locaties, zowel in het rijke als het arme deel van de stad. Het hart van de documenta is doorgaans het Fridericianum, maar in deze tentoonstelling is dat gebouw uitgeleend aan het EMST, het nieuwe Griekse museum voor moderne kunst, dat er zijn eigen collectie moderne kunst met vooral heel veel Griekse kunstenaars voor het eerst kan tonen, in ruil voor het gebruik van het eigen gebouw in Athene door de documenta voor hun tentoonstelling daar (zie Metropolis M Nr 2-2017). Het gevolg is dat met de collectie van de Grieken ook Jannis Kounellis, Bill Viola, Mona Hatoum en Allen Sekula die al op menig andere documenta waren hier opnieuw te zien zijn, zij het niet op uitnodiging van Adam Szymczyk en zijn team, maar omdat ze ooit zijn aangekocht door dit Griekse museum, overeenkomstig een bekende internationale collectiestandaard. En dat is precies de standaard waar deze documenta juist nadrukkelijk afstand van neemt. 

In zekere zin is het Fridericianum met zijn Big Shots daarmee de antithese van Szymczyks eigenlijke tentoonstelling, want daar probeert hij juist heel erg buiten de conventies van het internationale kunstcircuit te opereren en zijn vooral kunstenaars uitgenodigd die helemaal niet zo bekend zijn. Het is in Kassel een parade van onbekende namen met onbekende werken uit alle tijden en afkomstig van over de hele wereld.

Miriam Cahn, installatie Documenta Halle

Hiwa K, 'alternatieve' opvang voor vluchtelingen

Met zijn voorkeur voor onbekende kunstenaars wil Szymczyk kennelijk dat we met frisse ogen naar de kunst en de wereld gaan kijken. Niet vanuit het perspectief van de routine en de herkenning (met op de achtergrond een tevreden snorrende galeriewereld en zijn verzamelaars die ‘hun’ kunstenaars gepresenteerd zien op het grootste podium dat de internationale kunstwereld kent). Hij wenst dat we de kunst nieuw leren zien, los van kennis en imago, wat een politieke keuze is. We moeten de wereld leren bekijken met onzekere blik (noem het in deze context het vluchtelingenperspectief), waarin alles vreemd en toch ook vertrouwd is. Ons wordt een wereld gepresenteerd die bol staat van belangen, een harde en harteloze wereld, gedreven door hebzucht, maar ook een van compassie en mededogen. Het is een wereld waarin de motivatie om zich met kunst in te laten niet noodzakelijk in het goede, het schone en het ware gelegen is, maar evengoed in meer duistere driften, in roofzucht, in oplichting en spot.

Szymczyk zet de verhoudingen flink op scherp, vooral in de Neue Galerie, het ideologische hart van de tentoonstelling. Via allerlei referenties aan de oorlogskunstverzamelaar Gurlitt, laat hij zien dat veel van ons trotse cultuurbezit gestolen oorlogsbuit is die door onze eerbiedwaardige culturele instellingen niet aan de rechthebbende erfgenamen is teruggegeven na de oorlog. Via een referentie aan de gebroeders Grimm (in Kassel hebben ze een eigen museum) laat hij zien dat hun denken (en dat van de sprookjes waar wij mee zijn opgevoed) doordrenkt was van negentiende-eeuws antisemitisme en racisme. Een Poolse illustrator is ooggetuige van de watersnoodramp in Zeeland en stelt vast hoe die in Nederland direct te gelde wordt gemaakt door de toeristenindustrie – cynisme ten top,dat ook weer vragen oproept hoe we in de media (en de kunst) met de crises nu omgaan. Op deze documenta zijn legio van dit soort omkeringen van onze inzichten. De hele cultuurgeschiedenis wordt flink door elkaar gehusseld. 

Waardoor de tentoonstelling bovenal een oefening in bescheidenheid is. De bescheidenheid van de toeschouwer die zijn macht moet prijsgeven en niet zondermeer kan terugvallen op de kennis en ervaring die hij heeft. De bescheidenheid van de kunstenaar wiens roem geen enkele garantie tot deelname aan de belangrijkste tentoonstelling van de wereld biedt. En de bescheidenheid van de curator die hier niet verschijnt als een alwetende verteller, maar als iemand die samen met het publiek rondddoolt door een kunstproductie die al met al gekenmerkt wordt door een zekere inwisselbaarheid. Hoe anders te denken over een tentoonstelling waar een groot deel van de getoonde kunst (namelijk die in het Fridericianum) niet door de curatoren zelf gekozen is maar door anderen die ze niet eens persoonlijk kennen? Oordeel niet te snel, zo luidt de boodschap die je in Kassel steeds maar weer meekrijgt.

Nilima Sheikh in de Neue Galerie

Joseph Beuys (en Julian Schnabel in levende lijve), Neue Galerie

Ik loop ontheemd rond door Kassel. Niet alleen omdat deze tentoonstelling zoveel belangen onderuit schoffelt, maar ook omdat ik niet in Athene ben geweest, en dus in feite een halve tentoonstelling bekijk. Ik mis per definitie het vermogen het getoonde echt goed te kunnen beoordelen, kan alleen van anderen die wel naar Athene waren vernemen dat de tentoonstelling daar veel mooier was, veel verzorgder en beter gedoseerd. Afgaand op de vrij chaotische presentatie in Kassel geloof ik dat graag.

Dit is mijn zevende documenta maar het voelt op een bepaalde manier als mijn eerste. Mijn eerste destijds was de editie van Rudi Fuchs van begin jaren tachtig, waar ik als scholier naartoe ben gelift. In mijn herinnering was het een chaos van indrukken, groot en klein, van kunstenaars van wie ik er maar een paar kende. Op het voorplein van het Fridericianum waren melancholisch verwaaide speakergeluiden en aan lijnen gespannen vlaggetjes van Daniel Buren. Echt vrolijk werd het er niet door, alsof hij wilde aangeven dat de documenta een feestje was dat toch niet echt een feestje wilde worden, want daar zijn het leven en de kunst in Duitsland veel te ernstig voor. In die tijd was de oorlog in het verdeelde Duitsland nog heel erg voelbaar, zo ook in de getoonde kunst van onder anderen Anselm Kiefer en Markus Lüpertz.

Piotr Uklanski presenteert een remake van een ouder werk, destijds acteurs die nazi spelen, hier zijn het echte nazi's

Otobong Nkanga verklaart haar werk aan het publiek in de entree van de Neue Galerie

Op deze documenta is de oorlog ook weer overal voelbaar aanwezig. Niet alleen die grote oorlog van ons en de Duitsers, maar ook die uit vele andere regio’s op deze wereld. Ons wordt in bijna elk werk weer opnieuw verteld dat wij, net als zoveel vluchtelingen, op elk moment uit ons huis verjaagd kunnen worden, letterlijk of figuurlijk, en afscheid moeten nemen van ons bezit en onze verworvenheden, letterlijk of figuurlijk. Het openingsbeeld in de Neue Galerie is de kleine sculptuur van een bedelaar van Ernst Barlach. 

Het geeft deze documenta veel zwaarte en ernst waarbij het lachen je wel vergaat. Tot ik in de Documenta Halle, als ik bijna alles gezien heb, gewezen wordt op een video van Ulises Carrión, die ik over het hoofd had gezien. Te zien is een kauwgumkauwende man, en een kauwgumkauwende vrouw, en nog een kauwgumkauwende man, elk frontaal in beeld. In het eindshot zitten ze gedrieën samen te kauwen, alledrie met kauwgumkauwende blik. Het geheel aanschouwende concludeert die blik: ‘so what?’

Het is een relativering die Szymczyk als een voetnoot aan de tentoonstelling heeft toegevoegd, bijna verstopt in ‘de kleine lettertjes’ van zijn documentaverhaal. Niet veel mensen zullen de video zien, denk ik, maar ikzelf had er na deze zware, soms wat melodramatische en zeer moralistische documenta wel even behoefte aan.

IN METROPOLIS M Nr 3 HOMELAND  STAAT EEN DIEPGRAVENDE ANALYSE VAN DOCUMENTA 14, OP BASIS VAN GESPREKKEN MET DIVERSE BETROKKENEN. NU OVERAL TE KOOP. ALS U NU EEN JAARABONNEMENT NEEMT STUREN WE DIT NUMMER GRATIS OP. MAIL UW NAAM EN ADRES NAAR [email protected] (ovv actie nr 3)  

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen