metropolis m

In vijf edities presenteerde Metropolis M in de jaarlijkse Eindexamenspecial zo’n 180 jonge academieverlaters. Ter gelegenheid van de vijfde editie van dit jaar (nu gratis te verkrijgen bij aankoop van Metropolis M Nr 4-2017 DEGROWTH) keerden we terug naar de eerste editie en kozen vijf kunstenaars uit om mee te praten over de eerste jaren van hun carrière.

Sanne Vaassen

‘Na mijn afstuderen aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Maastricht ben ik gestart aan de Jan van Eyck Academie en heb ik deelgenomen aan een residency in het FLACC in Genk en een residency in Parijs. Dit waren inspirerende, intensieve en productieve periodes waaruit veel nieuwe projecten en ideeën zijn ontstaan. Tijdens mijn periode aan de kunstacademie ontstond mijn werk vanuit handelingen die voortkwamen vanuit het materiaal; deze acties vormden het werk.

In mijn recentere werk richt ik me daarentegen op bestaande processen. Ik ben geïnteresseerd in het tijdsverloop, de eigenheid en de toevalsfactor die in het onderwerp besloten liggen; hieruit ontstaat het werk. Zo is het werk Cartography tot stand gekomen. In 2015 heb ik al mijn moedervlekken in kaart gebracht om deze vervolgens aan te bieden als permanente kopieën. Elke moedervlek wordt maar één keer vergeven en getatoeëerd door een professionele tattoo artist. Hierdoor ontstaat een nieuwe constellatie moedervlekken, verspreid over meerdere lichamen. Er zijn nu achttien mensen die een kopie van een moedervlek van mij dragen.

Door een nauwkeurig geconstrueerde compositie van toeval en controle speel ik met vastgestelde symbolen en tradities. Een voorbeeld hiervan is Flags, een werk dat ingaat op nationalisme, grenzen, waarden en identiteit. De officiële vlag van een land wordt herleid tot losse draden, die vervolgens aan een ervaren wever uit het desbetreffende land worden bezorgd. Deze weeft er op haar of zijn beurt een nieuw doek van, volgens de eigen, persoonlijke methode. Dit levert niet alleen diverse formaten en vormen op, maar is tegelijk ook een viering van de particuliere beeldtaal, de eigen identiteit van de wever. Een object dat symbool staat voor een natie en een volk, wordt zo een platform voor één individu; voor persoonlijke beeldtaal en ambacht.’

Joost Adriaanse

‘Ik heb me de afgelopen twee jaar toegelegd op cultuuranalyse, mede door een Master Comparative Arts and Media aan de Vrije Universiteit te volgen. Het was heel bijzonder me als kunstenaar binnen de universiteit te bewegen; in plaats van denken in beeld moest ik daar denken in tekst. Na het cum laude afronden van de Master, ben ik naar California gegaan om herder-kaasmaker te worden. Inmiddels ben ik terug, en start ik in november aan de VU als onderzoeker in een project rondom design.

“Dit is een foto van een moment dat ik mij nog goed herinner. Niet het moment zelf maar wel het gevoel, het gevoel van mogelijkheid, mogelijkheid tot creëren en ordening aanbrengen.”

Joost Adriaanse, Bodega Bay, op een tocht langs de westkust met een jonge schrijver uit Philadelphia. 

Tijdens mijn afstuderen maakte ik velden van informatie. Ik maakte ruimtes met afbakeningen, plekken in plekken, ruimtes in ruimtes; informatievelden van richtingen en bewegingen. Langzaam maar zeker werden dit soort rituele ruimtes minder vaak door mijzelf gemaakt. En toen begon ik aan de universiteit. Ik had altijd al de theorie op de academie gemist en voelde daarnaast een soort verliefdheid voor het ontdekken en denken dat mogelijk is op de universiteit.

Het meest nog voelt deze stap als een verbreding. Niet alles draait om het maken, ook het bevragen en beschrijven of onthullen is iets wat ik nu kan en mag doen. Is mis het maken soms wel, maar dat is meer uit gewoonte. Mijn focus ligt nu op een ander vlak, dus ik mis het omdat ik het niet meer heb, niet zozeer omdat ik het echt weer wil hebben. Toch blijf ik mijzelf op de universiteit een vreemde eend in de bijt voelen, een cowboy of academics, een passant, of liever, iemand die meer is dan dat alleen. Ik ben nu dit, dan dat.’

Benjamin Li

‘Na het behalen van mijn bachelor Fotografie aan de Willem de Kooning Academie heb ik een master gevolgd aan het Piet Zwart Institute in Rotterdam. In 2016 studeerde ik daar cum laude af met het doorlopende project In Search of Perfect Orange, waarmee ik langzaam ben begonnen in 2013.

In Search of Perfect Orange bestaat uit videowerken, fotografie en sculptuur. Thema’s als migratie, identiteit en gevoel van thuis worden verweven met voedsel als drager van cultuur, en culturele normen en waarden. Het project vindt zijn oorsprong in een incident tijdens een live-uitzending van Holland’s Got Talent in 2013. Jurylid Gordon vroeg in de bewuste uitzending aan Xiao Wang, een kandidaat van Chinese afkomst, of hij “Nummer 39 met Rijst” ging zingen – een verwijzing naar een gerecht op de Chinese menukaart. Ook daarna onthield Gordon zich niet van het maken van opmerkingen met betrekking tot het uiterlijk en de afkomst van Wang, die zich overigens niet liet afleiden en een prachtige versie van Verdi’s La Donna è Mobile ten gehore bracht.

In de mediastorm die volgde op het incident besloot een groep Chinezen in Nederland als reactie een website te lanceren waarop 39 procent korting werd gegeven op gerecht nummer 39 in 39 Chinese restaurants in Nederland. Als Nederlander met Chinese roots grepen het incident, de daaropvolgende mediastorm en de website mij persoonlijk aan, mede omdat mijn familie onderdeel is van de ‘Chinese restaurantcultuur’ in Nederland.

Benjamin Li, 'In Search of Perfect Orange', videostill, 2016. 

In Search of Perfect Orange is qua thematiek een voortzetting van mijn Yellow serie (2011-2012). Ook hier komen identiteit en het ‘thuis’-gevoel terug, maar in dit geval meer gericht op mijzelf en mijn directe omgeving. In Search of Perfect Orange geeft een ‘gezicht’ aan een migrantengroep (Chinezen in Nederland). Het is omvangrijker, maar ik ga subtiel(er) te werk. Meer dan in andere projecten, durf ik mijn achtergrond te omarmen. Ik denk dan ook nog wel een tijdje bezig ben met dit project. Zo krijgt mijn nieuwe website de uitstraling van een Chinese menukaart.’

Anan Striker

‘Na mijn afstuderen ben ik verder gegaan met het samenbrengen van toegepaste en autonome kunst. Ik ben typograaf, beeldhouwer, schilder, tekenaar, drukker, tapejockey/cassettespinner en ontwerper. Al deze verschillende disciplines zijn voortdurend in ontwikkeling en houden elkaar in stand. Als ik een discipline even niet uitvoer, word ik beter. Als ik een discipline wel beoefen, word ik ook beter. Ik heb dus altijd vakantie en tevens nooit vakantie.

Op de academie droomde ik van hoge autonome beeldende kunst. In de afgelopen vijf jaar ben ik echter ook de ‘harde’ realiteit tegengekomen. Toch ben ik zeer tevreden met mijn onafhankelijke positie. Ik heb geleerd dat initiatief loont, en de basis vormt voor creatie. Ik heb de afgelopen jaren zoveel mogelijk aangepakt: van solo- en groepstentoonstellingen en voorstellingen in samenwerkingen met gelijkgezinden tot kunstenaarslezingen en workshops

Samen met mijn bloedbroeder heb ik vlak na mijn afstuderen een dj-formatie opgericht, Mono Bros. Afgelopen 19 augustus waren we voor één dag de eigenaren van SEXYLAND, een Sociëteit in Amsterdam-Noord waarbij iedere dag iemand anders de baas is. Ik maakte schilderingen voor in de ruimte en drukte lithografische truien. Bevriende dj’s en mc’s (Kléo, Diggy Doug, DJ NBC, Sjang Kabang en MC Pester de Bubbeling Master) verzorgden sets en mijn maat en collega Mike Moonen hing collage-posters op. We creëerden zo met elkaar een voor ons ultieme wereld. Alles kwam hier samen: beeldend werk, toegepaste kunst en muziek. Deze drie onderdelen zijn altijd bijzonder belangrijk voor me geweest. Ik ben er best trots dat ik dit voortdurend samen weet te brengen. Zo is het nooit saai en altijd in beweging.’

Céline Manz

‘Mijn werk is in de loop van de jaren flink veranderd. Toch ligt mijn focus nog steeds op het onderwerp waarmee ik ben afgestudeerd, namelijk het vraagstuk rondom copyright in het digitale tijdperk.

Gaandeweg ben ik meer geïnteresseerd geraakt in hoe wetten rondom copyright invloed hebben op ons cultureel erfgoed. Dit onderwerp komt naar voren in een project met de titel Rythme sans fin. Voor ieder project maak ik gebruik van veel verschillende media; ik kies het medium dat past bij het werk. Voor Rythme sans fin waren dat bijvoorbeeld experimentele analoge fotografie en tekeningen. Het onderzoek heb ik zichtbaar gemaakt op mijn website. Ook maak ik digitale collages, en afgelopen december heb ik een korte film gemaakt, Waltzing. De film, die mijn huidige artistieke praktijk goed samenvat, is hier te bekijken.

In het doorlopende project In Dreams keer ik meer terug naar het onderwerp dat centraal stond in mijn afstudeerwerk: genderrepresentatie in popcultuur. Het project is nog te pril om er veel over te kunnen zeggen. Wat ik tot nu toe kan vertellen is dat ik de representatie van mannelijkheid in popcultuur en kunstgeschiedenis onderzoek met behulp van google image search. Ik zet de resultaten om in tekeningen en aquarellen. Een van de werken zal deze maand worden geëxposeerd in de groepstentoonstelling Up & Coming goes Offline in Zurich.

Enkele weken gelden ben ik verhuisd van Amsterdam naar Londen, om een Master Contemporary Art Practice – Critical Practice aan de Royal College of Art te volgen. Het was niet eenvoudig Amsterdam achter me te laten, maar ik verheug me erop mijn artistieke onderzoek en praktijk verder te ontwikkelen aan de RCA. Deze Master werkt nauw samen met publieke instellingen zoals archieven en musea. Dat is erg waardevol voor mijn onderzoek.’

METROPOLIS M NR 4-2017 DEGROWTH, EINDEXAMENS 2017. NU OVERAL TE KOOP. METROPOLIS M KRIJGT GEEN SUBSIDIE. WIJ KUNNEN NIET ZONDER JOUW STEUN. NEEM EEN ABONNEMENT. ALS JE NU EEN JAARABONNEMENT AFSLUIT STUREN WE DIT NUMMER MÉT DE EINDEXAMENSPECIAL 2017 GRATIS TOE. MAIL NAAM EN ADRES NAAR [email protected] (ovv actie nr4)

Céline Manz’ “Rythme sans fin” is genomineerd voor de “Prix Photoforum” in Zwitserland. Meer informatie over de tentoonstelling, vind je hier!

Sanneke Huisman

Recente artikelen