metropolis m

Veem 100 Day House Warming. Foto Ernst van Deursen 

Fair Practice voor en achter de schermen. Hoe doe je dat? Zoë Dankert spreekt Anne Breure, artistiek directeur van het Veem, over de oorsprong van 100-Dagen Huis (nu halfweg), de inhoud van het programma en de toekomst.

Er brandt licht in het Veem. Kaarslicht, led lampen en spotlights. Veem House for Performance is sinds 2017 een huis. 100 dagen lang is het open voor publiek, kunstenaars en de buurt. Er zijn talloze voorstellingen en er wordt gesproken, gediscussieerd en samen gegeten. Bovenal komt iedereen samen om bestaande denkpatronen los te laten en samen tot nieuwe vormen te komen. 100-Dagen Huis is zelf zo’n nieuwe vorm. De harde bezuinigingen van kabinet-Rutte I in 2013 zijn nog altijd voelbaar. In 2016 besluit Veem het roer om te gooien. Met de Fair Practice Code als uitgangspunt wordt de verhouding tussen de voor- en achterkant van het instituut onder de loep genomen.[1] Hoe behoud je kwaliteit naar de kunstenaars toe, maar zeker ook naar de activiteiten en het gehele programma? Er wordt gekozen voor kwaliteit boven kwantiteit. Door voor tweederde te condenseren blijft de visie gewaarborgd, het 100-Dagen Huis is geboren.

22 september opende het Veem weer de deuren. Vandaag is dag 46. Ik spreek Anne Breure, artistiek directeur van het Veem, over de oorsprong van 100-Dagen Huis, de inhoud van het programma en de toekomst.

Veem 100 Day House Warming. Foto Ernst van Deursen

‘Om bij het grotere verhaal uit te komen, kun je zowel bij de inhoud van het programma als bij de structuur beginnen.’ Vorm en inhoud zijn elkaars mal in het 100-Dagen Huis. De vraagstukken en manieren van werken die als rode draden het programma aaneen weven, zijn tegelijkertijd ook de fundering voor de praktische vragen die aan de achterkant van het instituut worden gesteld.

Breure vertelt, ‘Er zijn vier thema’s en vier modi van werken: discours, interactie, performance en at work. De vier thematische lijnen zijn feminisme; #thefutureisfeminist, ecologie; #facinggaia, politiek geheugen; #aseatatthetable, en de overkoepelende; #socialimaginery. De andere drie vallen daaronder, zijn de manier waarop we dat in vraag stellen en of waarop we dat opnieuw proberen te definiëren. Social imaginery raakt voor mij het sterkst aan hoe we ons instituut opnieuw definiëren en aan de soort kunst die ik toon. Alle voorstellingen die we doen, gaan denk ik over het speculeren over een andere werkelijkheid, realiteit, wereld. Ze haken ontzettend in elkaar. Eigenlijk hou ik niet van thematisch cureren. De lijnen kwamen veel meer voort uit de kunstenaars en stemmen die ik belangrijk vind.’

Op mijn vraag waar deze stemmen vandaan komen, antwoordt Breure: ‘Ik hou soms gewoon een lijstje bij. Dat heb ik de hele tijd in mijn hoofd en als je het dan opschrijft, zie je die lijnen naar voren komen. Tegelijkertijd zijn het ook de thema’s die het meest vertegenwoordigd zijn in het publieke debat.’

Veem Fair Practice Code. Foto Ernst van Deursen

In 2013 vielen er grote financiële klappen in het culturele veld door de grootscheepse bezuinigingen. Talloze banen gingen verloren en instituten gingen over de kop. Het totale budget voor de culturele sector werd door de overheid met bijna een kwart verminderd: 125 miljoen bleef voortaan in de staatskas.[2]

‘In 2013 met de grote bezuinigen zijn we ontzettend gekort. We hebben volgehouden door intern te bezuinigen, door reserves uit de goede tijd, maar daar zit een limiet aan. Eerst was de BIS veel groter en daar zaten we als productiehuis in voor ruim 4 ton. Daar vielen we uit en nu krijgen we 180 duizend van Amsterdam, dus dat is een flink verschil. Eind 2014, twee jaar onderweg in het nieuwe plan, was de bodem in zicht. Verder bezuinigen ging niet. We hebben nog doorgezet, allemaal te veel gewerkt voor te weinig middelen en met te weinig middelen. Dat zal altijd een valkuil blijven, maar dat dit niet houdbaar was en dat de basis te minimaal was, werd pijnlijk duidelijk.’

Verder bezuinigen ging niet. We hebben nog doorgezet, allemaal te veel gewerkt voor te weinig middelen en met te weinig middelen

‘Uiteindelijk hebben we voor de nieuwe kunstenplanperiode 2017-2020 daarom opnieuw meer aangevraagd bij het AFK. We vroegen een bedrag aan dat ons weer meer op het oude niveau zou brengen. Natuurlijk zouden we meer eigen inkomsten gaan generen, maar je hebt een bepaalde basis nodig om dat te bewerkstelligen. Dat hebben we niet gekregen. We kregen echt een heel mooi advies, zeker artistiek-inhoudelijk; qua voorstel, visie en maatschappelijk positie. ‘Jullie hebben het heel goed gedaan voor dit bedrag en ga zo door.’ Dat was het nachtmerriescenario. Dat kan niet. Als we nul hadden gekregen, was het helder, dan moest je het totaal anders doen en helemaal hervormen. Als je bijna alles krijgt, is het ook helder’.

Veem Fair Practice Code. Foto Ernst van Deursen

‘Dit was augustus 2016. Het soort plan dat we hadden; de verschillende modi, het huis-idee stond al in ons ondernemingsplan – de vraag was hoe we dit zouden behouden in dit nieuwe scenario. We hadden twee maanden om ons plan te herzien en de begroting bij te stellen. Ik zag dat om ons heen, in de dans- en performance wereld, veel harde klappen waren gevallen. Overal lagen brokstukken. In de politiek heb ik geleerd dat in crisistijden alles vloeibaar wordt, dus ik dacht: ‘Oké, wat gaan we hier mee doen?’ Ik zag het ook als een soort kans. Toen bleek dat het grote deel van het veld bezig was met de eigen brokstukken te behouden, in plaats van samen iets nieuws te bouwen. Dus besloot ik: ‘We doen het 100-Dagen Huis. Die 365 dagen wie heeft dat eigenlijk bepaald? Kunnen we niet condenseren?’’

In de politiek heb ik geleerd dat in crisistijden alles vloeibaar wordt, dus ik dacht: ‘Oké, wat gaan we hier mee doen?'

100-Dagen Huis wordt in de steigers gehesen. De lijnen van het programma worden steeds scherper, fondsen worden aangeschreven. Uiteindelijk wordt ook het persbericht uitgestuurd. Daarop volgt verbazingwekkend genoeg vooral veel bijval. ‘De nood is blijkbaar zo hoog om stelling te nemen en om het anders te doen. Niet dat het 100-Dagen Huis de oplossing is, maar het is een manier om te zeggen dat we zo niet langer doorgaan.’

Veem 100 Day House Warming. Foto Ernst van Deursen

‘Op een conferentie in Wenen waar ik onlangs sprak, vroeg iemand uit het publiek waar het veld was: hebben ze geprotesteerd tegen 100-Dagen Huis? Om te zeggen dat het te weinig is? Maar er is geen protest geweest. Mensen stonden juist heel erg met mij en waren positief over een instelling die zich uitsprak. Terwijl zij zei dat je als veld – ook al ben je het er aan de achterkant mee eens – in het publieke debat juist zou moeten protesteren: ‘Het is absurd dat het Veem maar 100 dagen in plaats van 365 dagen open is!’ Het gevaar is namelijk dat je als politiek zou kunnen zeggen: ‘Ah, dus zo kan het ook. Jullie doen het heel leuk die 100 dagen, top.’’

Op mijn vraag hoe het gaat nu de eerste weken van 100-Dagen Huis in volle gang zijn, antwoord Breure: ‘Ergens gaat het fantastisch. Ik ben ontzettend blij met de stappen die we hebben gemaakt. We zijn trouw gebleven aan onze artistieke visie en het publiek ziet dat. Ik sta enorm achter de activiteiten die we neer zetten en het huis zit vol. Tegelijkertijd is het 100-Dagen Huis ook een probleem. Het is geen model, ook al wordt het soms wel zo gezien. Het is een houding’.

Zoë Dankert: Dat 100-Dagen Huis snel als model wordt gezien, doet mij denken aan het gevaar van succes bij de culturele instellingen na het opvangen van harde bezuinigingen. Na 2013 leek het goed te gaan met de cultuursector. De VVD stelde zelfs voor dat de sector haar excuses moest aanbieden aan Halbe Zijlstra (de minister die de bezuinigingen in 2013 doorvoerde) omdat het veelal zelfs beter ging dan daarvoor. Jij haalt dit voorval ook aan in je State of the Youth.

Anne Breure: ‘Daar is 100-Dagen Huis natuurlijk direct een kritiek op. We zijn het in die jaren alleen maar beter gaan doen, in de zin van prestatiedoelen. Toen kreeg je het verhaal dat je als sector je excuses moest aanbieden omdat die bezuinigingen alleen maar voor je eigen bestwil zouden zijn geweest. Ik was op dat moment net bij het Veem begonnen en dacht; maar aan de achterkant klopt het zó niet. Die tegenstelling is natuurlijk precies waar we met het 100-Dagen Huis tegen ingaan’.

Veem 100 Day House Warming. Foto Ernst van Deursen

‘Aan de andere kant is het 100-Dagen Huis misschien wel onze beste pr-stunt ooit, terwijl we juist heel erg tegen het kapitalistische systeem van alsmaar meer, meer, meer voor minder, minder, minder ingaan. Tegelijkertijd doen we nog steeds zoveel in die 100 dagen. Het huis is veel vaker uitverkocht dan in de afgelopen decennia. Ergens vaart het er ook wel bij. Dat zijn zo de contradicties in het systeem.’

Veem presenteert zich als een huis, compleet met huisgenoten die samen zorg dragen voor het pand. De metafoor van huis en huisgenoten raakt aan een zekere verantwoordelijk en zorg jegens elkaar. Hoe gaat dat samen met een publieke instelling?

‘De gedeelde verantwoordelijk zit inderdaad sterk in 100-Dagen Huis. De insteek daarvan is ook om samen het experiment aan te gaan, met het publiek en de makers. Het is een andere benadering. Toen ik drie jaar geleden begon, hadden we posters met ‘Het Veem Theater presenteert’, daarmee lijk je te zeggen: we zijn het instituut en wij presenteren een soort van onaanraakbaarheid. Ik wilde er iets toegankelijks van maken; een huis. Het Veem is een laboratorium waarvan we de deuren graag willen openen en waarin je deelneemt als publiek. Dat is iets waar je voor moet vechten, omdat het gebouw ook architectonisch haast een fort is. Het is nu een huis waar je aan kan kloppen, waar je op verschillende manieren kan zijn.’

Naast de kritiek op de precaire situatie van de kunstenaar wordt er de laatste tijd ook gesproken over de precaire situatie van de startende hoogopgeleide cultuurwerker. De culturele sector wordt steeds vaker bekritiseerd voor de vele vrijwilligers- en stagiairefuncties, die in principe verkapte fulltimebanen zijn en waar ook grote toegangseisen aan worden gesteld.[3] Het wordt de starter niet makkelijk gemaakt in de kunstsector. Tegelijkertijd is er het nieuws dat Beatrix Ruf met een flinke zak geld verkregen door belangenverstrengeling opstapt als directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam. Dat wringt. De vraagt rijst: wie draagt hier verantwoordelijkheid voor? De culturele sector, de overheid, de starter of de instituten zelf? De tegenstelling tussen de prachtige programma’s en de onzekere achterkant is groot. Het lijkt mij dat het Veem met 100-Dagen Huis ook deze vragen aansnijdt: hoe kijk jij hier tegenaan?

‘De Fair Practice code gaat daar natuurlijk heel erg over. Ik sprak daar voorafgaand aan de uitslagen van de subsidies al veel over. De vraag was voor mij na de uitslagen hoe je daar in praktische zin trouw aan kan blijven. Een instituut werkt op een bepaalde manier, waardoor je niet alles in een keer kan veranderen. Vertrouwen, duurzaamheid, solidariteit, diversiteit en transparantie zijn de vijf waarden van de Code. Het vertrekt vanuit het principe van toepassen en uitleggen. Het lijkt soms of mensen – met name vanuit grote instellingen die wellicht moeilijker te veranderen zijn – het eng vinden om erover te spreken. Ik denk dat dat juist heel belangrijk is. Wij manifesteren ons denk ik als Fair Practice, ook vanuit de praktijk. Dus als jij vraagt hoe gaat het, zeg ik fantastisch. Het is lange tijd niet zo goed gegaan met het huis, of het nu gaat over fondsenwerving, het publiek, het nieuwe publiek, het inhoudelijke vlak, de werken die we kunnen tonen en hoe dat resoneert. Aan de bar schenken we bier dat gebrouwen is van regenwater, dus dat is ook weer in lijn met waarvoor we staan. Tegelijkertijd als ik vraag: zijn wij fair practice aan de achterkant, als team? Dat zijn we nog lang niet. Zie ik dat het veel beter is dan vorig jaar? Ja, zonder meer. Werk ik eigenlijk veel meer dan op papier? Dat kan veel beter, ja. Dat geldt eigenlijk voor iedereen met wie ik werk. We zijn nog steeds het onmogelijke aan het doen en dat wringt natuurlijk.’

Tegelijkertijd als ik vraag: zijn wij fair practice aan de achterkant, als team? Dat zijn we nog lang niet. Zie ik dat het veel beter is dan vorig jaar? Ja, zonder meer

Veem huis. Foto Ernst van Deursen

Je stelt het aan de kaak en tegelijkertijd bewijst de realiteit dat het onmogelijk is om het roer in een keer om te gooien. Hoe zie je de toekomst voor je? Hoe staat het Veem ervoor als 100-Dagen Huis de komende vijf jaar op deze manier zou blijven bestaan?

‘We hebben nu de grootste ommezwaai gemaakt. Na het besluit zijn we de organisatie gaan transformeren. De echte ruimte die je wint met het 100-Dagen Huis is er nu voor een stukje geweest, er is tijd geweest om aanpassingen te maken, te verbouwen, voor te bereiden, om fondsen aan te schrijven en een programma te maken.’

In je State of the Youth haal je een voorbeeld aan waarin een witte jongen na een presentatie over dekolonisatie en de geschiedenis van Bonaire zegt niet zo politiek te zijn.[4] Waarop een donkere vrouw hem vraagt hoe hij zo publiekelijk ignorant durft te zijn. Voor haar is het geen optie om niet politiek te zijn. Je zegt dat degenen die niet politiek hoeven te zijn – wit, hoogopgeleid, gesubsidieerd, waaronder jij en ik, juist de verantwoordelijkheid hebben om politiek te zijn. Hoe zie je die verantwoordelijkheid als artistiek directeur van het Veem? Hoe neem je verantwoordelijkheid zonder opnieuw een hiërarchie te creëren?

‘De instelling is ouder dan ik ben, als ik die façade legitimeer, ben ik medeplichtig aan dat systeem in stand houden. Om dat op een nieuwe manier te definiëren, was de motor en de noodzaak van 100-Dagen Huis. Ik geloof dat we samen dat systeem vormen; de kunstenaars, de instellingen, de fondsen, de overheid en de politiek. We doen het met z’n allen. Wat betreft verantwoordelijkheid nemen; de een zit natuurlijk in een precairdere situatie dan de andere. Mocht je een vaste fulltimebaan hebben en opstaan om aan te geven dat er iets scheef zit, dan is dat vanuit een makkelijkere en meer bevoorrechte positie. Maar het is een collectieve verantwoordelijkheid die niet alleen bij een ander ligt. Uiteindelijk heeft iedereen er veel meer belang bij als de hele sector eerlijk en gezond draait.’

Veem 100 day House Warming. Foto Ernst van Deursen 

Hoe zie jij de verhouding tussen politiek, economie en kunst?

‘Als ik het goed heb, komt economie van het Griekse woord huishouding, dus is het totaal met elkaar verbonden. De begroting is een van de meest inhoudelijke documenten van een instelling. Het gaat precies over wie betaal je wat. Voor mij is het belangrijk om economie als huishouding te zien. We moeten niet bang zijn voor getallen, want ze zijn heel inhoudelijk. De directeur van het Kaai Theater in Brussel vroeg me naar de mogelijkheden van een huis of dat je dan toch een festival zou moeten worden als instituut. Huizen zijn ook je referenties in een stad. Een goede boekhandel zou je ook het liefst dag en nacht open hebben. We hebben veel in Amsterdam, maar ik mis ook bepaalde dingen. Die boekwinkel mis ik en die Reading & Researchgroep mis ik. Die denker wil ik horen en die performance wil ik zien, want die zijn volgens ons belangrijke stemmen – dus dan maken we die in het Veem, nodigen we die uit, laten we die zien.’

Vanuit verlangen vult 100-Dagen Huis zo een gat op in het Amsterdamse culturele leven. Tegelijkertijd maakt 100-Dagen Huis een andere afwezigheid zichtbaar; de huiselijke, warme sfeer van het Veem ontbreekt 265 dagen per jaar.

[1] Fair Practice Code: https://www.kunsten92.nl/wp-content/uploads/2017/10/Fair-Practice-Code-versie-1.0.pdf

[2] Raad voor Cultuur: ‘Advies bezuiniging cultuur 2013-2016: Noodgedwongen keuzen’ https://www.cultuur.nl/upload/documents/adviezen/RvC_advies-noodgedwongen-keuzen.pdf  

[3] ‘Platform BK schrijft een open brief aan Stedelijk Museum Breda’: http://www.metropolism.com/nl/news/32332_open_brief_aan_stedelijk_museum_breda 

‘Als starter in de stagecarrousel’: http://www.platformbk.nl/2015/12/ww15-als-starter-in-de-stagecarrousel/

[4] State of the Youth door Anne Breure: https://www.theaterfestival.be/state-the-youth-anne-breure/

Veem House for Performance is open t/m 31.12.2017 

Zoë Dankert

schrijft

Recente artikelen