metropolis m

Manhattan Project, Maarten Vanden Eynde, 2017

Zonder straling is ons huidige leven niet meer voor te stellen. Wifi, het mobiele netwerk, we kunnen continu in verbinding blijven omdat overal om ons heen straling is, al is het onzichtbaar. Die alomtegenwoordigheid zorgt geregeld voor collectieve angst voor mogelijke schadelijke gevolgen. Geduldig leggen wetenschappers uit dat de korte radiogolven die gebruikt worden voor Wifi en mobiele netwerken niet in staat zijn om atomen te veranderen, ze kunnen het materiaal hoogstens verwarmen. Het gevaar is ingebeeld, de angst echt.

Marjolijn Dijkman en Maarten Vanden Eynde onderzochten de irrationaliteit die vaak opgeroepen wordt door natuurkundige fenomenen zoals straling. De uitkomsten van dat onderzoek waren tot vorig weekend te zien in de tentoonstelling Radiant Matter in de artistieke ruimte Zone2Source in het Glazen Huis in het Amsterdamse Amstelpark. In die ruimte vond ook de boekpresentatie plaats van de gelijknamige publicatie die werd uitgegeven door Onomatopee. Uit beide presentaties blijkt een fascinatie voor het onzichtbare en het moment waarop de exacte wetenschap ophoudt en de verbeelding vrij spel heeft.

Cover van publicatie 'Radiant Matter', Onomatopee 146, door Marjolijn Dijkman, 2017. Foto door Marjolijn Dijkman

In het boek is de esthetiek van het onzichtbare aan de hand van een associatief beeldessay gepresenteerd. Afbeeldingen laten zien hoe straling vroeger en nu wordt gebruikt. Alle toepassingen hebben gemeen dat een ongrijpbaar en speculatief fenomeen een bijzonder concreet effect heeft. Zo werd de wichelroede gebruikt om de kwaliteit van de bodem te bepalen. Meer wetenschappelijker is de manier waarop straling in MRI scanners wordt ingezet om het blote oog te ondersteunen bij medische diagnoses. In feite is straling daarmee een zogenaamd pharmakon, een middel dat essentieel is in het moderne helingsproces, maar waaraan langdurige blootstelling dodelijk is.

Trinity Test, Maarten Vanden Eynde, 2017

Net zoals bij zoveel van onze technologische snufjes, is ook de medische toepassing van straling voortgekomen uit een militaire uitvinding. In dit geval is dat een technologie die vooral gericht is op vernietiging: de atoombom. De verwoestende kracht van zo’n bom werd tijdens de tentoonstelling verbeeld in het werk Trinity Test van Maarten Vanden Eynde, waar een afbeelding van een gigantische krater die een atoomproef achterliet drie keer op een plaat lood is gedrukt. De keuze voor lood als drager is typisch voor het onderzoek naar de materialiteit van straling. Wanneer uranium ophoudt radioactief te zijn, wordt het namelijk lood. Tegelijkertijd is de enige manier om een lichaam te beschermen tegen straling het optrekken van een loden barrière. Uit het werk valt op te maken dat zoiets abstracts als straling ook materialiteit kent.

De materiële schade die een atoombom kan aanbrengen, heeft ook culturele impact. De mens heeft een wapen tot zijn beschikking waarmee een absolute Apocalyps kan worden ontketend. Het beheersen van deze radioactieve kracht door de mens, wordt daarom ook wel gezien als het begin van het Antropoceen, het tijdperk waarin menselijke activiteiten de grootste invloed hebben op aarde. De relatie die wij, als bewoners, hebben tot de planeet verandert fundamenteel met het besef dat we haar zouden kunnen vernietigen. Met deze realisatie verschuift de aandacht naar hoe we met onze leefomgeving omgaan, hoe kunnen we de desastreuze uitputting van de aarde verminderen, en een catastrofe voorkomen?

Manhattan Project, Maarten Vanden Eynde, 2017

Sinds de industriële revolutie vervuilt de mens in hoog tempo zijn leefomgeving, terwijl het bewustzijn om die tendens te stoppen, pas de afgelopen decennia groeide. Ook de effecten van radioactieve straling waren niet altijd bekend. In de jaren 1950 was het bijvoorbeeld modieus om lichtgevend glazen servies te hebben. Dat gelige licht was in feite straling van het geringe uranium dat in het glas verwerkt was. Maarten Vanden Eynde vond een glasblazer die bereid was een dergelijk servies om te smelten naar paddenstoelfiguurtjes, gelijk aan de vorm die een atoomexplosie de eerste fracties na detonatie aanneemt.

Het onderzoek van Dijkman en Vanden Eynde concentreert zich op de omgang van mensen met iets dat te groot is om eigenlijk te kunnen bevatten. De publicatie kan gelezen worden als een analyse van de verhalen die de mensheid projecteert op de onvatbare kosmos, om hier grip op te krijgen. Beelden zijn daarbij een uitstekend overbrugging- en communicatiemiddel.

Het bewustzijn dat de aarde onderdeel is van een zonnestelsel, groeide ontegenzeggelijk door de iconische foto van de aarde die opdoemt boven het maanlandschap. Voorbij het zonnestelsel werd het onbekende gevonden, waarbij het bestaan van buitenaardse intelligentie tot de mogelijkheden ging behoren. In 1977 werd er daarom als kosmische flessenpost een gouden discus de ruimte in gestuurd, met daarop een selectie van uitingen die de mens moest kenmerken. Op de schijf was ook een primitief stelsel van coördinaten opgenomen, in het geval dat de ruimtewezens ons wilden bezoeken (met de aanname dat ze geen kwaad in de zin hadden). In de tentoonstelling is een variant op die locatiebeschrijving opgenomen, in het werk Mirror Worlds. De kosmische kaart is in de spiegel niet zichtbaar, alleen in de weerkaatsing van de spiegel is de tekening te zien. De spiegel is gemaakt volgens een techniek die Japanse Christenen gebruikten om hun verboden geloofstekens te laten schijnen of juist te verbergen. Het reflecteert volgens de kunstenaar vooral ons eigen spiegelbeeld, wanneer we zoeken naar buitenaards leven. Waar de objectieve wereld wordt onderzocht, vinden we vaak onszelf terug.

The Gadget, Maarten Vanden Eynde, 2017

De veronderstelling dat er leven buiten de directe omgeving van onze dampkring kan bestaan, is volgens sommigen een uitkomst mocht het klimaat op aarde onleefbaar worden. Volgens techno-optimisten als Elon Musk zouden we desnoods naar Mars kunnen emigreren. Hij vergeet hierbij dat we onze vervuilende gewoontes ook naar een andere planeet zullen meebrengen en dat het dus belangrijker is om een gedragsverandering te realiseren. Want ook in de ruimte bracht de mens al afval. Astronoom Roy Smits vertelt tijdens de boekpresentatie over afval van satellieten, dat in een baan om de aarde draait. Bevroren druppels urine, die decennia geleden uit een ruimtestation zijn geloosd, zijn door hun snelheid projectielen geworden die kwetsbare zonnepalen in dezelfde baan makkelijk kunnen doorboren.

Wil de mens op aarde voortbestaan, dan is een andere omgang met schaarse grondstoffen en het hergebruiken van afval noodzakelijk. Het werk The Gadget van Maarten Vanden Eynde presenteert een miniatuur van de gelijknamige atoombom, opgetrokken uit Vlaams kant. Vanden Eynde geeft aan dat beide ruwe grondstoffen de macht van de twee landen veranderden; het kant leverde Vlaanderen enorme rijkdom op; uranium maakte van de Verenigde Staten het machtigste land op aarde. Het is niet ondenkbaar dat andere kunstenaars de presentatie van machtsrelaties in dit werk verder zouden ontrafelen om kritiek te leveren op het kapitalisme. Daar gaat het bij Radiant Matter, zowel in de tentoonstelling als in het boek, niet om. Beide presentaties onderzoeken hoe verbeeldingskracht nodig is om de onvoorstelbare effecten van de mens op zijn directe en indirecte leefomgeving zichtbaar te maken. Dat is een welkome aanvulling op de natuurwetenschappelijke benadering die niet altijd tot de verbeelding spreekt.

Radiant Matter, duo-exhibition Marjolijn Dijkman and Maarten Vanden Eynde, Zone2Source, het Glazen Huis, Amstelpark, 17.09.2017 – 03.12.2017. 

Alle foto’s door Gert Jan van Rooij. 

Jorne Vriens

is kunsthistoricus

Recente artikelen