metropolis m

Maria Roosen heeft gedaan gekregen wat iedere kunstenaar zich wenst; het maken van een klassieker. Een werk dat iedereen kent: de glazen vrouwenborst. Op haar overzicht in Kunsthal KAdE hangt er een lange reeks op een rij, in alle kleuren. Ze hangen aan de muur – hoe kan het anders – op borsthoogte, als een rode draad door haar oeuvre, die meerdere kabinetten en jaren doorkruist.

Roosen is er in de jaren negentig beroemd mee geworden. Figuratief glas, wat in die tijd grote emancipatoire kwaliteit bleek te hebben. Roosen was enkele jaren everywhere, een vrouw met een missie, een stem van formaat. Haar invloed reikte van Arnhem (haar basis) tot in Venetië, waar ze door Chris Dercon werd gepresenteerd in het Nederlands paviljoen.

Roosen was destijds een old school avant-gardist, in de zin dat ze grenzen doorbrak, in dit geval die tussen disciplines, vaardigheden en beeldculturen. Ze was de bevrijder van een ambacht dat alleen via specialistische platforms toegang tot de museale kunstwereld had. Iedereen was er zeer van onder de indruk – de kracht, het plezier en de vanzelfsprekendheid waarmee ze dat deed. Glazen borsten met kloten.

Gevoelskunst, noemt ze het nu: ‘Tools for feelings.’ In de jaren negentig waren het glazen breekijzers. Ze gingen door muren en plafonds. Roosen for president.

Diverse borsten, 1993-2017

Het is een genoegen de werken uit die jaren terug te zien: de roze vloeibare kan, de borsten in de fauteuil, de erotisch geladen kast gekleurde bolletjes in de vorm van spermatozoïden, de zaal vullende rozenkrans, als een grote omarming. Roosen speelt in de veelal opieuw uitgevoerde werken met religie, seksualiteit, eros en thanatos, altijd knipogend, met humor.

De pathos druipt ervan af, nog altijd, maar het werk is tegelijkertijd opvallend sober, bij tijd en wijlen zelfs minimalistisch. En altijd is er een zekere onbeholpenheid, de logheid die bij geblazen glas hoort. In de zaalteksten, waarin het werk wordt toegelicht, komt geregeld Roosen zelf aan het woord, als maker, als doener, haar nuchtere manier van denken. Ze vertelt hoe het een tot het ander leidt, met duidelijke keuzes.

Vuur heet de tentoonstelling, en die titel verwijst niet alleen naar de energie die van zand glas maakt. Vuur is er ook in recent werk, grote boomstammen, die zwartgeblakerd bewerkt worden, en in een wand vol knipsels van winnaars. In een video wordt een enorme bal in de tuin verzamelde takken verbrand, in een losmaakritueel.

Roosen heeft niet meer de stem die ze in de jaren negentig had. Haar invloed is getemperd. Ze is aanwezig, zeer actief, ook nog internationaal, maar niet meer zo nadrukkelijk als destijds, aan het kunstfront. Ambachten hebben op een breed vlak een revival beleefd, het is zelfs een soort van bon ton geworden, artistiek gemeengoed. Keramiek, textiel, we zien het terug in vele tentoonstellingen, ook in de meer autonoom opererende designkring. Baanbrekend is de keuze voor deze media niet meer te noemen.

De liefde van Roosen is er niet minder om. Op de vloer van de grote zaal staan de namen geschreven van alle mogelijke kleuren die haar geliefde en zeer kundige Tjechische glasblazers hanteren. Ze staan er genoteerd als een zaalvullend gedicht: Ochsblut, Agune, Iris Opalgelb. Aan de wand staan enkele ladders met ertussen kettingen van grote glazen kralen. Het is een verhaal van verbinding en continuïteit, van ambitie en vergezicht, van hemel en aarde. Voor Roosen is het glas nog lang geen gesloten boek.

Vooraan: Wall, 2017

Roosenkrans (voormijn moeder), 2017

Bellenrek, 2017

Zelfportret, 2017

Suikerschedel, 2006

After David, 2015

Willy Heads (after René Matisse, Paul McCarthy, Medusa (after Caravaggio)), 2017

I.M., 2017

Maria Roosen, Vuur, Kunsthal KAdE, Amersfoort, 01.10.2017 t/m 07.1.2018

 

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen