metropolis m

Jeroen van Loon – An Internet

Een leven zonder digitale middelen is ondenkbaar geworden, ook in de kunst. Nadine Roestenburg schreef er een onderhoudend en inzichtelijk boek over: Van meme tot mainstream, met opvallend veel informatie die de doorsnee kunstliefhebber niet zal kennen. Een gesprek over de verlokkingen en gevaren van een leven met en in het netwerk. 

Domeniek Ruyters: Een eerste ding dat opvalt bij lezing van je boek is dat jij als persoon nogal nadrukkelijk tussen het onderwerp en de lezer zit – zonder dat je zelf nu heel erg het onderwerp wordt overigens. Maar jij biedt ons de ogen waarmee we kijken. Het boek culmineert min of meer in een soort zelfhulp-epiloog, waarin je je eigen verslaving aan digitale media beschrijft, en de manier waarop je geleerd hebt er beter mee om te gaan. Waarom deze persoonlijke toon?

Nadine Roestenburg: ‘Ik heb gekozen voor een persoonlijke schrijfwijze omdat het aansluit bij het concept en onderwerp van het boek. Daarnaast vind ik deze persoonlijke toon goed passen in het huidige tijdperk waarin veel via sociale media wordt gecommuniceerd. Sociale media hebben een nieuwe wijze van schrijven opgeleverd: kort, krachtig, snel en imperfect, waarbij persoonlijke, zakelijke, politieke berichten elkaar naadloos opvolgen. Het levert een nieuwe digitale, veelal visuele spreektaal op met gifjes, video’s en emoji. Deze manier van schrijven is mij zo eigen geraakt dat ik het logisch vond om het boek ook zo te schrijven. Ik denk dat deze herkenbaarheid ook kan zorgen voor een verbinding met de lezer.’

[blockquote]Sociale media hebben een nieuwe wijze van schrijven opgeleverd: kort, krachtig, snel en imperfect, waarbij persoonlijke, zakelijke, politieke berichten elkaar naadloos opvolgen

Clement Valla - Postcards from Google Earth

Toegankelijk lijkt voorop te hebben gestaan bij het schrijven van dit boek. Wie had je als lezer voor ogen? Is er nog veel onbenul wat betreft digitale kunst en cultuur?

‘Toegankelijkheid heeft inderdaad voorop gestaan bij het schrijven van dit boek. Er zijn in de afgelopen jaren best wat publicaties verschenen over digitale kunst en nieuwe media theorie maar deze zijn of heel theoretisch van aard, of het zijn plaatjesboeken. Er is nadrukkelijk gekozen voor een handzaam leesboek met afbeeldingen. Tijdens het schrijven had ik een aantal personen in mijn hoofd, met name vriendinnen die werken in totaal andere sectoren, en studenten aan kunstacademies (ikzelf 10 jaar geleden). Zij moeten het allemaal kunnen lezen, hoeven niet alles te begrijpen maar moeten het (met een beetje moeite) wel kunnen volgen.

De digitale kunstwereld bestaat uit een klein internationaal gezelschap dat goed op de hoogte is van wat er sinds de beginjaren van het internet heeft plaatsgevonden en de ontwikkelingen op de voet volgt. Buiten deze niche is er wel degelijk onbenul wat betreft digitale kunst. Dat is denk ik het logische gevolg van digitale onwetendheid in de samenleving. De technologie is vaak complex en vernieuwt zich vrij snel waardoor je best veel moeite moet doen om alles te blijven begrijpen. In de traditionele kunstwereld speelt conservatisme denk ik een grotere rol. Er zijn weinig hedendaagse kunstmusea waar digitale kunst te zien is. Het is geen volledig hermetisch afgesloten systeem maar experiment komt niet op de eerste plaats. De aankoop van digitale kunstwerken door het Stedelijk Museum Amsterdam en MOTI in 2016 is wel een doorbraak geweest. Tegelijkertijd is het jammer dat MOTI het onderspit heeft moeten delven. De potentie of waarde van iets nieuws wordt niet altijd gezien of gewaardeerd, dat duurt vaak even. Wel zie je dat er in andere disciplines (van fotografie tot muziek) steeds meer interesse is in digitale kunst, het lijkt een must te worden om ook iets met digitale media te moeten doen. Ik hoop dat er plekken gespecialiseerd blijven in digitale kunst (zoals V2, MU en festivals als STRP en Fiber met een grote aandacht voor digitale kunstenaars).’

Links Richard Vijgen, rechts Jan Robert Leegte

De digitale revolutie is het onderwerp. Of beter: hoe digitale media in een korte tijd ons leven in belangrijke mate zijn gaan bestemmen. Zoals je de socioloog Manuel Castells aanhaalt: the network is the message. Wat zijn voor jou de belangrijkste kwesties aan de hand waarvan je de ontwikkelingen bespreekt?

‘Het allerbelangrijkste vind ik dat de snelheid waarmee alles zich lijkt te ontwikkelen soms het gevoel geeft dat we geen tijd hebben om op bepaalde fenomenen te reflecteren. Hoewel reflectie het allerbelangrijkste instrument is om iets te kunnen begrijpen. Allerlei veranderingen als gevolg van de digitale revolutie nemen we voor lief zonder stil te staan bij wat mogelijke complicaties (zouden) kunnen zijn, dit speelt zich in alle sectoren af. Digitale technologie vergemakkelijkt ons leven, maakt het meer effectief waardoor we snel geneigd zijn te denken dat het niet anders hoeft. Door de persoonlijke toon ben ik in staat geweest om ook duidelijk te maken dat dit problemen zijn waar je heel moeilijk uit komt. Terwijl ik bezig was met het onderzoek naar hoe we opgeslokt worden door digitale technologie bleek ik zelf ook opgeslokt te worden. Het voelt hypocriet maar is denk ik gewoon een gevolg van de allesomvattendheid van digitale technologie en onze cultuur die daardoor beïnvloed wordt. Belangrijk vind ik om mensen aan het denken te zetten en bewust te maken van de onzichtbare kant van het internet en digitale technologie, niet zozeer omdat alles kleiner wordt, maar omdat we eraan wennen. Zoals internettheoreticus Geert Lovink zegt: “Het internet is inmiddels een onzichtbaar onderdeel van het dagelijks leven geworden, vergelijkbaar met de stofzuiger.” Kunst en design spelen daarin een belangrijke rol, want ze kunnen bijdragen aan het zichtbaar maken van het internet, zodat we er wel op kunnen reflecteren. De metafoor van Marshall McLuhan, die media als extensies van de mens beschouwde, geldt volgens Lovink niet meer. Media zijn niet langer extensies van de mens omdat hij ze volledig in zich heeft opgenomen. Hierdoor is het digitale terechtgekomen in het onbewuste. De complexiteit van de ondoordringbare, onbegrijpelijke en onzichtbare technologie dreigt te leiden tot onverschilligheid, een vorm van anti-techniciteit. Lovinks grootste angst is ‘the new techno-unconscious’: een atmosfeer in de samenleving waarin we de technologieën om ons heen niet meer zien, en we ze vergeten omdat we er zo aan gewend zijn, of omdat we niet eens weten dat ze er zijn. Dit is een van de belangrijkste kwesties op dit moment. De zichtbare, tastbare kant van het digitale tonen was om deze reden ook een van de onderliggende gedachten voor de tentoonstelling Materialising the Internet die ik in 2017 samen met Angelique Spaninks maakte bij MU.’

Geert Lovinks grootste angst is ‘the new techno-unconscious’: een atmosfeer in de samenleving waarin we de technologieën om ons heen niet meer zien, en we ze vergeten omdat we er zo aan gewend zijn, of omdat we niet eens weten dat ze er zijn

Joshua Citarella & Brad Troemel - UV Production House - Have A Cord Problem And a Spare Half Hour? Try Using Some of That Excess Length To Liven The Room With a Scene From Your Favorite Planet Earth Episode Including The Commercials That Aired During It

Je hebt ervoor gekozen een breed overzicht te bieden, op handboekachtige wijze, daar de belangrijkste kwesties en voorbeelden aan te kaarten. Het is in die zin ook indrukwekkend compleet en overzichtelijk. Maar het kritisch raamwerk is minimaal, je enthousiasme wint. Waarom ben je zo optimistisch?

‘Ik denk dat de persoonlijke toon soms mijn kritische opmerkingen in de weg staat; het maakt het toegankelijk maar zwakt het tegelijkertijd af. Ik ben een erg enthousiast en optimistisch persoon, en ik vind het belangrijk om dat te delen. Ik geloof dat enthousiasme aanstekelijk kan werken. Over digitale kunst ben ik enthousiast geraakt omdat zij bijdraagt aan betekenis geven aan de huidige tijd waarin we leven en waarin enorm veel lijkt te gebeuren. Daarnaast spelen veel digitale kunstenaars in op een toekomst met nog meer mogelijkheden. Als ik terugkijk naar wat er zich in de afgelopen dertig jaar dat ik op de wereld ben allemaal heeft afgespeeld zie ik zo krankzinnig veel dingen waarvan ik me afvraag: “hoe kan dit ooit bedacht zijn?”. Deze verwondering gaat vooraf aan mijn enthousiasme en dat hoop ik te delen. Ik geloof dat het beter werkt om vanuit positiviteit iets te veranderen of aan de kaak te stellen dan op een negatieve manier. Bovendien is de sceptische en angstwekkende toon over digitale technologie in de huidige samenleving en cultuur al behoorlijk goed vertegenwoordigd.’

Toch mis ik wat gif. In je boek leg je veel verantwoordelijkheid bij ons, de gebruiker, die moet leren met dit alles verzwelgend medium om te gaan. Ik zie toch ook enorme industrieën die er van alles aan doen ons compleet van ze afhankelijk te maken. Je hebt het daar ook wel over, maar de eigen verantwoordelijkheid staat voorop. Je schetst hoe we als gebruiker volwassen moeten worden, maar ik vroeg me af of het niet ook tijd wordt dat de industrie volwassen wordt, en dus een normaal competitief veld ontstaat, zonder de gigantische monopolies van enkele – in ons geval – Amerikaanse bedrijven. Volgens mij betekent dat dat er zou moeten worden ingegrepen, meer gereguleerd, van bovenaf.

‘Ik vind mezelf meer een analyticus dan een criticus en laat mensen graag zelf een mening vormen. De huidige samenleving staat in het teken van bottom-up benaderingen, waar consumenten ook producenten zijn. Daarom denk ik dat het belangrijk is om als gebruiker volwassen te worden, zodat we weten wat we zouden willen veranderen en dat vervolgens teweeg kunnen brengen. De monopoliesituatie van de grote tech-bedrijven vind ik een lastige kwestie. Keer op keer blijkt dat deze grote bedrijven het winnen van de kleinere initiatieven. Zolang we gebruik blijven maken van Facebook, Google, Apple en webshops als bol.com blijven we deze bedrijven voeden en zullen ze overeind blijven. Doordat deze bedrijven zo allesomvattend zijn is het heel moeilijk om er onderuit te komen. Je moet wat lef en doorzettingsvermogens hebben om WhatsApp te verlaten, of je Facebookaccount te verwijderen, zie al je vrienden maar eens mee te krijgen. Het zou wel goed zijn als overheden hierin een rol spelen maar ik denk dat zij zelf vaak ook nog niet goed genoeg op de hoogte zijn van wat er allemaal gebeurt.’

Jan Robert Leegte - Google Maps as a Sculpture

Op een bepaalde manier stel je de digitale wereld voor als een veelvraat die ons hele culturele leven heeft verzwolgen, of bezig is dat te doen. Tegelijkertijd manifesteert zich een soort zelfcrisis van de digitale wereld, in de zin dat het graag de gedaante van de niet-digitale wereld aanneemt (postdigitaal), vermoedelijk in een poging om eindelijk serieus genomen te worden – maar ten opzichte van het pure digitale idealisme is die analoge verpakking toch vaak een zwaktebod. De gebruiker is ook al in crisis, heeft in ieder geval moeite een gezonde afstand tot de digitale wereld te houden.

‘De huidige postdigitale samenleving is in een systeemcrisisstaat. Daar horen deze verschillende, haast tegenstrijdige gedaanteveranderingen en ideologieën bij. Ik beschouw de postdigitale conditie als een reactie op de overweldigende digitale revolutie. Mediatheoreticus Florian Cramer definieert postdigitaal als “de rommelige staat van media, kunst en design na hun digitalisering”. Als we dit breder trekken naar de postdigitale samenleving zou je kunnen zeggen dat dit de rommelige staat van de maatschappij, economie en cultuur na hun digitalisering is. Digitale technologie heeft inderdaad ons hele leven verzwolgen, zo ook de cultuur. Door deze overweldigende veranderingen moeten we de wereld opnieuw betekenis geven en daarin komt het verschil tussen online en offline te vervallen: het doet er niet meer toe. Online en offline vormen één geheel. Hierin neemt het digitale ook analoge vormen aan, niet zo gek omdat we zo gewend zijn geraakt aan oorspronkelijk digitale visuele taal. Ik beschouw het in het algemeen meer als een ode aan het digitale in plaats van een zwakke verpakking. Het analoge is een vehikel in de postdigitale wereld om een tegenwicht te bieden aan het digitale.’

Heb je al ideeën over een nieuw boekenproject?

‘De Nederlandse publicatie was de opmaat naar een Engelstalige internationale versie, met aanvullingen, kritische redactie en een website die bij het boek hoort. Daar ben ik nu mee bezig, omdat de inhoud ook internationaal zeer relevant is en de Nederlandse kunstenaars die worden besproken in dit boek het waard zijn om internationaal erkend te worden.’

Nadine Roestenburg, Van meme tot mainstream, 2017, ontwerp Studio Harris Blondman

Alle foto’s uit de tentoonstelling Materialising the Internet, courtesy MU, Eindhoven, fotograaf Hanneke Wetzer

Nadine Roestenburg, Van meme tot mainstream; internetkunst, esthetiek en offline luxe in een postdigitale wereld, 2017

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen