metropolis m

Evelin Brosi & Elvis Bonier als ‘suppoost buitenlucht’ in ‘De Keuze van Guillaume Bijl: Vedran Kopljar en Evelin Brosi & Elvis Bonier’ (27.10-16.12.2018), Extra City © Eva Donckers

Hij is een man van vele aliassen: ontwerper, uitgever, schrijver en kunstenaar Boris Van den Eynden, winnaar in de categorie Innovatieve Kunstkritische Praktijken van de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek. Hij schrijft onder allerlei pseudoniemen boeken met behulp van computerscripts en ‘werkte’ voor Extra City (zie foto) als suppoost buitenlucht. Tamara Beheydt zocht hem op.

Boris Van den Eynden (1984, Antwerpen) is typograaf van opleiding. Hij studeerde onder meer aan ArtEZ in Arnhem. Tegenwoordig werkt hij als ontwerper, uitgever, schrijver, maar creëert hij ook installaties en performances. Dit alles doet hij onder verschillende pseudoniemen: Oliver Ibsen, Evelin Brosi en Elvis Bonier. Onlangs won hij de Prijs voor Innovatieve Kunstkritische Praktijken, rondde een doctoraat in de kunsten af en werd door Guillaume Bijl geïntroduceerd in de tentoonstelling De keuze van Guillaume Bijl: Vedran Kopljar en Evelin Brosi & Elvis Bonier bij Extra City. Dat klinkt allemaal veelbelovend, maar de kunstenaar zelf gaat er heel relativerend mee om: ‘ik wil gewoon mijn werk blijven maken.’

Tamara Beheydt

Je won de Prijs voor Innovatieve Kunstkritische Praktijken, een nieuwe categorie in de Prijs voor Jonge Kunstkritiek. Gefeliciteerd! Hoe kader je dit zelf binnen je kunstpraktijk?

Boris Van den Eynden

Voor deze categorie kun je je niet inschrijven, je wordt gewoon uitgekozen. Ik wist dus nergens van, maar ben natuurlijk zeer tevreden. Blijkbaar wordt mijn werk dus als kritisch ervaren. Als je dat in de letterlijke betekenis opvat, wetende dat het woord ‘kritiek’ van het Griekse krinein, ‘uit elkaar halen’, komt, dan klopt dat wel. Ik haal continu dingen uit elkaar om ze vervolgens op een andere manier te ordenen. Voor de prijsuitreiking werd me om een reactie gevraagd [lees die reactie hier op de website van de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek]. Ik onderzocht de genomineerde teksten in de andere categorieën en somde alle tweeletterwoorden die twee keer voorkomen op, alle drieletterwoorden die drie keer voorkomen, etc. In de zin van analyse is dit natuurlijk hyperkritisch op zijn Grieks. Maar natuurlijk ook nietszeggend. Het is een mooi toeval, dat het enige elf-letterwoord dat elf keer voorkwam ‘afwezigheid’ was. Naar dit soort interessante toevalligheden ga ik echter niet bewust op zoek.

Tamara Beheydt

Hoe heb je die teksten zo grondig onderzocht?

Boris Van den Eynden

Ik schrijf vaak computerscripts, dat is een belangrijk onderdeel van mijn werk. In eerste instantie is dat onderzoek dus relatief eenvoudig aangezien ik dingen maak die het werk snel en efficiënt voor mij doen. Maar wanneer het systeem echt werkt, krijgt die toch een zweem van betekenis. Dat interesseert me vooral: dingen die vanzelf klikken, in elkaar passen, werken. Zo ontstaat meerwaarde. Aanvankelijk is er een idee en dient een computerscript louter om dat idee te bewerkstelligen, meer niet. Ik ben helemaal geen goede programmeur, maar wanneer het programma een eigen leven gaat leiden en plots bergen werk verzet, wordt het interessant.

Er is binnen de traditie van de conceptuele literatuur of uncreative writing sprake van de-skilling als het op schrijven aankomt: je hoeft niet meer creatief te kunnen schrijven om een boek te publiceren. Je hoeft er zelfs helemaal niet veel tijd in te steken 

Tamara Beheydt

Je werkt ook als schrijver en uitgever.

Boris Van den Eynden

Dat klopt. Onder de naam Evelin Brosi schrijf ik poëzie en romans. Ook dit doe ik vaak met behulp van computerscripts. Zo maakte ik het boek 3968: dat is eigenlijk 1984 van George Orwell, maar dan maal twee. Elke woord en leesteken komt dubbel voor. Het boek is dan ook dubbel zo dik, en – als ik zo vrij mag zijn – beter dan het origineel. De titel is uiteraard het wiskundige tweevoud. De tagline bij het boek luidt ‘1 voor de prijs van 2’; het boek kost €39,68.

Tamara Beheydt

Heb je nog wel het gevoel dat je iets zelf doet?

Boris Van den Eynden

Het idee komt steeds van mezelf, maar het echte harde werk doet het script inderdaad voor mij. Ik merk dat ik het graag allemaal wat moeizamer wil maken achteraf. Je zou kunnen zeggen dat ik 3968 niet zelf schreef, maar ik heb het wel zelf geredigeerd, zodat er geen enkele fout in zou staan. Ook het maken van performances heeft vaak teksten als basis. Het is dubbel, je kan van die moeiteloosheid een fetisj maken, maar ook hard werk is vaak een fetisj, zeker binnen een katholieke mentaliteit – ik heb twaalf jaar op een jezuïetencollege gezeten. Ik vind het juist boeiend wanneer dingen overlappen. Er is binnen de traditie van de conceptuele literatuur of uncreative writing sprake van de-skilling als het op schrijven aankomt: je hoeft niet meer creatief te kunnen schrijven om een boek te publiceren. Je hoeft er zelfs helemaal niet veel tijd in te steken. Anderzijds is er om dat te kunnen vaak wel re-skilling nodig, bijvoorbeeld op het vlak van computerscripts schrijven. Iets wat plots minder tot geen moeite meer lijkt te vragen, vereist dus moeite op een ander vlak, met een andere vaardigheid.

Tamara Beheydt

Je noemde het net al: je werkt meestal met pseudoniemen. Waarom?

Boris Van den Eynden

Samen met Lieven Van Speybroeck werk ik als ontwerper. Dat wilden we graag onder één naam doen en dat werd Oliver Ibsen, een anagram van onze twee voornamen. Terwijl ik aan mijn doctoraat werkte, begon ik teksten te produceren onder de naam Evelin Brosi en performances en installaties te presenteren als Elvis Bonier. De scheiding tussen die twee vervaagde al snel en daarom werken ze nu als duo. Onder die naam maakte ik ook de tentoonstelling bij Extra City.

Tamara Beheydt

In de Antwerpse kunsthal Extra City was je, als onderdeel van de tentoonstelling, aan het werk als ‘suppoost openlucht’.

Boris Van den Eynden

Ik was al een jaar werkloos, maar werkte toch nog als zelfstandige in bijberoep (wat vergelijkbaar is met een zzp’er in Nederland, TB). Ik was bang voor mijn artistieke werk te veel vergoedingen te innen, omdat men dat mogelijk als inkomsten kon beschouwen en ik mijn werkloosheidsuitkering vreesde te verliezen. Omdat Extra City zich meteen profileerde als een instelling die kunstenaars vooruit wilde helpen, en mij ook hulp bood, vroeg ik hen om een baan. Ik wilde er als kunstenaar iets met de ramen gaan doen, die vind ik namelijk heel opvallend. Ik wilde van buitenaf naar binnen kijken. Zo kwam ik op het idee om de nieuwe baan suppoost openlucht in het leven te roepen. Extra City ging akkoord en nam me in dienst. Als suppoost zat ik gedurende de tentoonstelling op een balkonnetje buiten. Ik betaalde de kunstruimte mijn zogenaamde loon terug middels het betalen van huur voor het balkon, want uiteraard konden ze mij niet werkelijk betalen. Deze op het eerste zicht zinloze financiële constructie beschouw ik nu als een vorm van creative writing. Daarnaast had de organisatie ook echt een vacature uitgeschreven. Een aantal mensen reageerden heel gemotiveerd op de nieuw in het leven geroepen functie suppoost openlucht. Die sollicitaties verwerkte ik in een installatie, bij wijze van portret. Achteraf stuurden we een e-mail naar alle kandidaten met de melding dat de vacature slechts bestond als kunstproject. Eén sollicitant kwam naar me toe tijdens de tentoonstelling en reageerde erg kwaad. Dat vind ik niet erg, die discussie boeit me nou juist.

Ik wilde als kunstenaar iets met de ramen bij Extra City gaan doen, die vind ik namelijk heel opvallend. Ik wilde van buitenaf naar binnen kijken. Zo kwam ik op het idee om de nieuwe baan suppoost openlucht in het leven te roepen

Evelin Brosi & Elvis Bonier tijdens de opening van 'De Keuze van Guillaume Bijl' (27.10-16.12.2018), Extra City © Mark Rietveld

Evelin Brosi & Elvis Bonier tijdens de opening van 'De Keuze van Guillaume Bijl' (27.10-16.12.2018), Extra City © Mark Rietveld

Tamara Beheydt

Je hebt een opleiding tot typograaf gedaan. Vanwaar de inspiratie om ook performances en beeldend werk te gaan maken?

Boris Van den Eynden

Daar zijn verschillende redenen voor. Ten eerste heb ik heel lang mijn werk niet getoond. Toen begreep ik dat dat toch nodig was: mijn werk verdiende op z’n minst een poging om gepresenteerd te worden. Mijn werk is belangrijk voor me en het tonen drukt de hoop uit dat het ook voor anderen betekenisvol kan zijn. Ten tweede is het plat economisch: bovenal wil ik mijn werk kunnen blijven maken. Als je niets naar buiten brengt, lig je niet goed in de markt, en kun je dus niet overleven. Ten slotte voegt het toonmoment zelf ook een meerwaarde toe aan het werk. Ik begrijp nu dat de krant waarin ik op de kortste dag van het jaar elke klokslag registreerde, interessanter is wanneer het getoond wordt in een publieke performance, dan louter uitgegeven als publicatie.

Evelin Brosi & Elvis Bonier als 'suppoost buitenlucht' in 'De Keuze van Guillaume Bijl: Vedran Kopljar en Evelin Brosi & Elvis Bonier' (27.10-16.12.2018), Extra City © Eva Donckers

Tamara Beheydt

schrijft over kunst, o.a. voor Glean

Recente artikelen