metropolis m

Gert Jan Kocken

Criticus Hans den Hartog Jager stelde in Museum de Fundatie in Zwolle de tentoonstelling Vrijheid – de vijftig Nederlandse kernkunstwerken vanaf 1968 samen. De afgelopen tijd is er veel over de tentoonstelling, en de selectie, te doen geweest in verschillende media. Den Hartog Jager geeft antwoord op enkele prangende vragen.

Niels van Maanen

1. Je stelde jezelf de taak om vijftig ‘cruciale’ werken bij elkaar te brengen die de afgelopen vijftig jaar in Nederland zijn gemaakt. Dat lijkt me heel ambitieus, om niet te zeggen onmogelijk. Vanwaar deze ambitie?

Hans den Hartog Jager

Er speelden twee dingen. Sinds het midden van de jaren negentig zijn lineaire geschiedenissen, geschreven vanuit één enkel perspectief, verdacht geworden. Dat is in zekere zin terecht, maar er is helaas nog geen alternatief. Nu ik ouder word, ik ben onlangs vijftig geworden, mis ik dat steeds meer. Toen ik kunstgeschiedenis ging studeren aan de Vrije Universiteit in Amsterdam moest ik nog Jansons History of Art uit mijn hoofd leren. Zo’n boek is natuurlijk niet de Bijbel, maar het geeft je wel ijkpunten waartoe je je kunt verhouden. Verder valt op dit moment de maatschappij steeds meer in belangengroepen uiteen. Al die groepen proberen zich de geschiedenis toe te eigenen en in retrospectief te herschrijven. Dat is een waanzinnig interessant mechanisme. Maar dat mechanisme vraagt juist om gemeenschappelijke ijkpunten, al is het maar om je tegen af te kunnen zetten. Op een bepaald moment dacht ik, nu dit soort overzichten niet meer worden gemaakt, moet ik het misschien zelf doen. Vijftig kernkunstwerken bij elkaar brengen en zo een hedendaagse kunstgeschiedenis presenteren. Geen museum dat het nog durft, maar door mijn contacten met museumdirecteur Ralph Keuning en met uitgeverij Athenaeum-Polak & Van Gennep, verkeer ik in de positie dat ik zo’n tentoonstelling en zo’n boek wel kan maken. Het grote voordeel is dat er daardoor geen commissie aan te pas hoeft te komen. Wanneer je iets door een commissie trekt wordt het bijna altijd onuitgesproken en voorzichtig.

Niels van Maanen

2. Wat versta je precies onder een ‘kernkunstwerk’?

Hans den Hartog Jager

Een kernkunstwerk is een werk waarin verschillende parameters bijeenkomen. Het is gemaakt door een bekende kunstenaar, het neemt een belangrijke plaats in binnen het oeuvre van de kunstenaar, het is tentoongesteld in binnen- en buitenland, het functioneert op een bepaalde manier goed in de tijd waarin het gemaakt is, enzovoort. Een kernkunstwerk hoeft niet te voldoen aan al die parameters, maar wel aan zo veel mogelijk.

Niels van Maanen

3. Heb je ernaar gestreefd om tot een objectieve selectie van werken te komen?  En is dat überhaupt mogelijk?

Hans den Hartog Jager

Je zou kunnen zeggen dat ik mezelf in een volstrekt paradoxale situatie heb gemanoeuvreerd. Enerzijds presenteer ik een subjectieve geschiedenis. Anderzijds heb ik geprobeerd mezelf te overstijgen door welbewust voorbij mijn eigen smaak te kijken. Je zou het geheel kunnen zien als een soort piramide: over grofweg vijftien kunstenaars, onder wie Jan Dibbets, Marlene Dumas en René Daniëls, is bijna iedereen het eens. Over nog eens vijftien kunstenaars is de meerderheid het eens en over de resterende twintig lopen de meningen meer uiteen.

Michael Tedja en Melanie Bonajo

Niels van Maanen

4. Je hebt gekozen voor kunstenaars, je had ook voor het werk kunnen kiezen, per jaar?

Hans den Hartog Jager

Als je de vijftig bekendste, klassiekste werken zou tonen, dan zouden er misschien wel vijf werken van Marlene Dumas aan de muur hangen, vier van Daan van Golden, vier van Ger van Elk en drie van Rineke Dijkstra en dan kwam er verder niemand meer aan de beurt. Ik heb dat expres niet gedaan. Ik wil dat de tentoonstelling een overzicht biedt van het Nederlandse kunstlandschap als geheel. Het gaat me meer om de breedte dan alleen om de kolom van bekende kunstenaars.

Niels van Maanen

5. Heb je overwogen om één kunstwerk per jaar te tonen?

Hans den Hartog Jager

Nee, het fundament van de tentoonstelling ligt bij de inhoudelijk belangrijke werken. Daardoor is er ook wel een maffe dynamiek ingeslopen. Ik laat bijvoorbeeld beduidend meer werken uit begin jaren zeventig zien dan uit eind jaren zeventig. Verder moet ik toegeven dat ik zelf een beetje schrok van de hoeveelheid werk uit begin jaren negentig. Dat zijn net de jaren dat ik zelf opbloeide in de kunst. Toch geloof ik dat ik die keuze kan rechtvaardigen. Mark Manders, Rineke Dijkstra en Moniek Toebosch zijn allemaal klassiek geworden.

Marlene Dumas

Maria Roosen

Niels van Maanen

6. Als je deze tentoonstelling tien jaar terug had samengesteld, had je dan andere kunstenaars geselecteerd?

Hans den Hartog Jager

Ja, waarschijnlijk wel. Ik weet ook niet of ik de tentoonstelling toen had durven maken. Het verlangen om dit te maken is natuurlijk vooral aangewakkerd door de historische ontwikkelingen van de laatste tien jaar. De discussie over wat geschiedenis is, wie hem schrijft en wie er belang bij heeft, is veel urgenter geworden. Tien jaar geleden had ik misschien minder vrouwen geselecteerd. Ik heb daar nu echt op gelet.

Niels van Maanen

7. Ik tel twaalf vrouwen op een totaal van vijftig kunstenaars.

Hans den Hartog Jager

Ik ben van nature misschien nogal conservatief, in de zin dat het mij in de eerste plaats om goede kunstwerken gaat. Maar door de recente maatschappelijke ontwikkelingen ben ik me er wel bewust van geworden dat je er als mens, en zeker als liefhebber van kunst, voor moet waken om niet in oude patronen vast te blijven zitten. Het gangbare patroon was altijd dat witte mannen de norm bepaalden en het is heel goed dat daar verandering in komt. Neem Ria van Eyk, een heel interessante kunstenaar. Zij is lange tijd in een hoek weggezet, omdat ze met textiel werkt en vrouw is. Ik laat haar fantastische werk My Woven Diary 01-09-1976 – 31-5-1977 (1977) zien, dat veertig jaar in de kelders van het Stedelijk Museum heeft gelegen. Uiteindelijk is twaalf vrouwen helemaal niet veel natuurlijk. Ik denk dat ik best wat guller had kunnen zijn. Dat knaagt wel. Voorbij je eigen horizon kijken zou altijd een doel moeten blijven.

Hans den Hartog Jager: ‘Ik ben van nature misschien nogal conservatief. Maar ik ben me er wel bewust van geworden dat je er als mens, en zeker als liefhebber van kunst, voor moet waken om niet in oude patronen vast te blijven zitten’

Niels van Maanen

8. Was je er niet bang voor dat het zou resulteren in een enigszins saaie tentoonstelling, met te veel oude bekenden en te weinig verrassingen?

Hans den Hartog Jager

Die vraag verbaast me eerlijk gezegd, want dat was voor mij helemaal geen punt. De werken die er hangen zijn zo ontzettend goed dat het een feest is om in De Fundatie rond te lopen. Een kleine minderheid van de mensen zal de meeste werken herkennen, maar ik heb de tentoonstelling niet voor hen gemaakt. Voor de meerderheid zullen er ontdekkingen zijn. Neem nou Suchan Kinoshita, zij verdient echt meer aandacht. Haar werk heeft veel betekend voor de performancekunst. Ik laat van haar de installatie Hok 1 (1996) zien, een heel poëtisch, ontroerend werk, dat me altijd is bijgebleven. Of neem Michael Tedja. Over hem hoorde je tot enkele jaren geleden heel weinig, terwijl hij een fantastische kunstenaar is.

Niels van Maanen

9. Is het je streven geweest om de canon van de Nederlandse kunstgeschiedenis bij te stellen met je tentoonstelling?

Hans den Hartog Jager

Ten eerste hou ik niet van de term ‘canon’. En ten tweede denk ik dat er op dit moment geen canon is. Ik wil mensen met deze tentoonstelling en met dit boek eerder een houvast geven, een lijst met ijkpunten, waar zij vervolgens op kunnen reageren. Er bestaat een serieuze kans dat de tentoonstelling in de Fundatie tegen de 100 duizend mensen zal trekken. Dat betekent dat het impact zal hebben. Ik kan werken van kunstenaars die anders vergeten dreigen te worden aan een heel groot publiek laten zien. Dat stemt me vrolijk.

Niels van Maanen

10. Wat zeg je tegen mensen die je verwijten dat je tentoonstelling niet meer is dan een hitlijst?

Hans den Hartog Jager

Het mag dan wel een hitlijst lijken, maar het is zeker geen top 50-lijst met liedjes die je elke dag op de radio hoort. De meeste werken in de tentoonstelling hebben een grote reputatie, maar een groot aantal is weinig te zien. Natuurlijk, Guido van der Werves film Nummer acht (Everything is going to be alright) (2007) is een klassieker, maar dat geldt lang niet voor alle werken. Neem de film Bantar Gebang (2000) van Jeroen de Rijke en Willem de Rooij. Wie heeft dat werk nou nog gezien de laatste tien jaar? Of Kismet (1999) van Michael Raedecker. Het Van Abbemuseum heeft het nooit op zaal hangen en ze lenen het ook niet vaak uit. Of Roundabout A (1982) van Kees de Goede. Wie kent dat werk nog? Het hangt bij De Goede thuis. Of neem Emo Verkerk. Dat is nu een bekende kunstenaar geworden, maar mensen zijn vergeten hoe radicaal hij ooit was. Hij schildert tegenwoordig behoorlijk netjes, maar zijn Portret van Georges Simenon (1984) bestaat uit twee gaten in de muur, een stukje beschilderd koper en een lullig gesneden stukje pijp. Nee, ik zou het enorm blasé vinden als iemand zou roepen: ‘Ik ken alles al.’ Natuurlijk zullen mensen vinden dat ik in sommige opzichten ongelijk heb met mijn selectie. Wie de bal kaatst, kan hem terug verwachten. Een tentoonstelling en een boek maken als deze past niet goed bij de tijdgeest. Iedereen zit zo in zijn eigen bubbel. Doordat groepen alleen hun eigen positie verdedigen, hebben we geen oog meer voor wat we als cultuur met elkaar delen. Het klinkt klef, maar ik zeg het toch: kunst heeft de potentie om ieders leven te verrijken. Kunst kan mensen verbinden. Juist in een tijd dat iedereen zijn eigen kant op kijkt. In die zin is dit een heel idealistisch project.

DIT INTERVEIW IS GEPUBLICEERD IN METROPOLIS M NR 1-2019 CIRCULATION, DAT IS GEWIJD AAN DISTRIBUTIEMECHANISMES IN DE KUNST EN DE CULTUUR. ALS JE NU EEN JAARABONNEMENT AFSLUIT STUREN WE JE HET HUIDIGE NUMMER GRATIS OP. MAIL JE NAAM EN ADRES NAAR [email protected] (ovv nr2)

Alle foto’s Peter Tijhuis, courtesy Museum De Fundatie

Vrijheid – de vijftig Nederlandse kernkunstwerken vanaf 1968, Museum de Fundatie, Zwolle, te zien t/m 12.05.2019

Niels van Maanen

Recente artikelen