metropolis m

Naiza Khan (Pakistan): ’thank you Zahra’

Je wil natuurlijk eindelijk gewoon wat plaatjes zien van wat er op de Biënnale van Venetië 2019 te zien is. De beste paviljoens in de Giardini gepresenteerd krijgen of impressies van de centrale tentoonstelling, zoals normale blogs doen. 

Je wil vast graag lezen waarom Laure Prouvost (Frankrijk) met haar eigen metafoorrijke en geestige Odyssee de grote publiekslieveling is deze biënnale en toch niet echt de talk of the town wil worden zoals je op een biënnale als deze talk of the town kunt zijn. Of waarom Natasha Süder Happelmann gek genoeg wordt overgeslagen in de gesprekken, terwijl haar bijdrage in het Duitse Paviljoen weliswaar afstotend megalomaan maar toch ook superkwetsbaar, messcherp kritisch en toch ook heel verwarrend en chaotisch is. Je wil natuurlijk lezen waarom drie Belgen (Kasper Bosmans en Thys & De Gruyter) in folklore geïnteresseerd zijn, maar op tegengestelde manier (als twee zijdes van een medialle) en wat dat over de kunst in België van dit moment zegt, of beter het politieke klimaat daar. 

Je wil natuurlijk graag meer horen over de overweldigende interesse in dans, met als speciale rubriek de sociaalkritische dansfilm die vooral dankzij Pauline Bourdry / Renate Lorenz (Zwitserland) en Bárbara Wagner & Benjamin de Burca (Brazilië) heel zichtbaar wordt. Waarom mythologie het grote thema deze biënnale is, als drager van verhandelingen over migratie en klimaatcrisis en hoe dat niet alleen zichtbaar wordt bij Prouvost, maar ook bij Larissa Sansour in het Deense Paviljoen en diverse kunstenaars in de centrale tentoonstelling.

En je wilt natuurlijk graag weten waarom dit de Biënnale van het Afrikaanse continent en de Afrikaanse diaspora is, met ongetwijfeld  more to come in de komende biënnale edities. Dat Ghana met zijn star-packed paviljoen de aandacht trekt, maar het paviljoen van Zuid-Afrika als tentoonstelling met o.a. Tracey Rose en Dineo Seshee Bopape veel beter is – zij het dat John Akomfrah (Ghana) de grote filmhit van deze Biënnale heeft gemaakt met een epos over het Afrikaanse continent dat de natuurporno van David Attenborough in effectbejag overtreft (platgewalst strompelen de bezoekers met verdwaasde blik naar buiten).

Of je wil lezen waarom ik vind dat je (als je er toch bent) even bij het Paviljoen van Mongolië moet binnenlopen en zeker ook niet dat van Hongkong moet overslaan, tegenover de ingang van de Arsenale. Waarom Eva Rothschild met haar intellectuele sociale sculptuur weliswaar inspireert maar niet imponeert en de nabijgepresenteerde Anna K.E in het Georgische Paviljoen misschien niet zo inspireert (tot meedoen) als Rothschild, maar wel imponeert.

Je wil natuurlijk horen over hoe sommige paviljoens de herinnering aan de vorige editie niet wegpoetsen (Italië en China), maar toch een prettig weerzien bieden (Enrico David) en ondanks dat het minder is dan vorige keer ook nog het beste geluidswerk van de biënnale hebben (Chiara Fumai). 

Of waarom Rugoff beter is dan Macel maar minder dan Enwezor en Gioni, hoewel zijn inrichting (met knipoog naar Utopia Station van Hans Ulrich Obrist) wel goed is. En waarom zijn bewering dat zijn tentoonstelling jong is in vergelijking met voorheen klopt en toch lariekoek is.

Maar hoe graag je dat misschien ook wil, ik doe het nog even niet. Komt wel dit weekend. Eerst nog even verder kijken. 

In de tussentijd om toch iets te bieden wat plaatjes van kunstenaars aan het werk op de Biënnale. Want elke kunstenaar is natuurlijk stikjaloers op de deelnemers hier, hadden gewenst dat zij er te zien zouden zijn om de meutes (er worden zo’n 650.000 bezoekers verwacht) aan zich voorbij te zien trekken.

Maar weet wel: het is best hard werken. Elke kunstenaar staat veel uren als een standwerker zijn werk te verkopen, beleefd complimenten in ontvangst nemend, stomme vragen beantwoordend of vermoeid maar dankbaar het openingspubliek toesprekend. Met in het geval van Pakistan een minzaam speciaal dankje aan de jonge vrouwelijke curator – zie foto bovenaan dit artikel: ’thank you, Zahra.’

John Akomfrah legt het nog een keer uit (Ghana)

He Xiangyu (China)

Erdenenbayar Jantsankhorol (Mongolië) wordt geïnterviewd door een Mongoolse influencer

Leonor Antunes (Portugal) gaat wat plichtmatig vriendelijk tv-interview in van een land dat ze niet kent (Where are you from?)

Ed Atkins (Arsenale)wordt overladen met complimenten, na eerst wat scherpe vragen te hebben moeten counteren. Hij lacht opgelucht

Mari Katayama (Centrale Paviljoen Giardini) temidden van foto's van zichzelf

Tadao Ando (architect van het nieuwe museum van Pinault in Parijs), ik weet - past eigenlijk niet in deze reeks - maar wel goed hoofd

Laure Prouvost ontvangt enkele relaties bij haar paviljoen

Laure Prouvost, even zitten...pfff

Paul Maheke doet performance (Arsenale)

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen