metropolis m

Zaaloverzicht Pas de Deux in het Kolumba Museum. Op de achtergrond werk van Bénédicte Peyrat. Foto: Lothar Schnepf ©Kolumba, Köln

Paul Theks Shrine naast een glazen hoogspanningsisolator naast een bronzen mengkraan. In Keulen tonen het Kolumba Museum en het Romeins-Germaans Museum een duizelingwekkende tijdsreis door hun collecties, met objecten uit zowel 500.000 v. Chr. als 2016.  

In de tentoonstelling Pas de Deux in het Keulse Kolumba Museum is chronologische orde ver te zoeken en gaan kunstwerken en historische lokale nijverheid een anachronistisch samenspel aan. De tentoonstelling is een samenwerking tussen het ook in Keulen gelegen Römisch-Germanisches Museum en het Kolumba Museum—een tentoonstelling als dansduet, een pas-de-deux. Ik vraag me af hoe Pas de Deux in het Kolumba museum de gevoelswaarde van objecten gelijkstelt aan, of eigenlijk verheft boven, de chronologische samenhang van een collectie. Hoe behandel je de rijkdom van dergelijke historische collecties? Door het brede tijdsbestek van waaruit Pas de Deux haar objecten heeft samengesteld kan er geen specifieke historische periode worden aangewezen die behandeld wordt – een zeldzame luxe. Het lijkt op het leeghalen van de zolder om alles vervolgens naast elkaar zetten. Wie weet hoe de buik dan gaat rommelen.

            Het betonnen gebouw van het Kolumba Museum is een pronkstuk van onverbiddelijk minimalistische architectuur, ontworpen door Peter Zumthor, gebouwd op pilaren die steunen op de funderingen van een middeleeuwse kerk. Deze historische lijn geldt in wezen voor zowel het gebouw als de opstelling — door de samenwerking met het Romeins-Germaanse Museum van Keulen reikt de tentoonstelling terug tot ver ver ver voor de antieke oudheid. Pas de Deux weerspiegelt deze anachronistische benadering, ‘toen’ staat in dezelfde ruimte als ‘nu’, wat een vergelijking afdwingt en waarin beide elkaar valideren.

Binnen in het Kolumba museum word je als bezoeker al vanaf het eerste moment beloond door de zorgvuldig afgewogen details van het gebouw zelf, maar ook door een begroeting van de portier. Normaliter zou dit wellicht niet eens opvallen, later zal blijken dat dit hoort in het complete plaatje van het Kolumba Museum als plek voor dialoog. Ik bedoel niet meteen de wind uit de zeilen van de tentoonstelling te nemen, maar het gebouw op zich is een bezoek aan Keulen al waard.

[blockquote]Hier worden objecten ontheiligd, vermenselijkt, en daarom wordt er aangemoedigd om te beminnen in plaats van te aanbidden

Zaaloverzicht Pas de Deux in het Kolumba Museum. Op de achtergrond Tragedia Civile van Jannis Kounellis. Foto: Lothar Schnepf ©Kolumba, Köln

            De tentoonstelling is samengesteld door acht conservatoren van Kolumba en het Romeins-Germaanse Museum, die twee jaar onderzoek deden naar de objecten uit de respectievelijke collecties. De stukken komen uit de periode 500.000 v. Chr. tot en met 2016. De tijdspanne is duizelingwekkend, en vooral voelbaar doordat de stukken op gelijke voet zijn gepresenteerd. Kunstwerken en gebruiksvoorwerpen worden geladen met een fundamentele zingeving. Het resultaat is een viering van de relatie die wij als mens hebben tot ‘de dingen’ – of eigenlijk, ‘de dingen’ als viering van het menszijn. Zes vuurstenen handbijlen (500.000 – 40.000 v. Chr.), liggen naast een vuurstenen mes (ca. 4000 v. Chr.), die weer, in dezelfde vitrine, naast Simone ten Hompel’s Six utensils I (2016) ligt.

            Pas de Deux ontvouwt zich in de verschillende zalen als een routebeschrijving door de geschiedenis van verschillende tegenstellingen: mythe en realiteit, tijd en ruimte, aardse rijkdom en bovenaardse verlossing, zelfbeeld en collectief handelen. Tenminste, dat zegt het boekje. Hoewel ik tijdens het bezoek geen volledige grip krijg op die tegenstellingen, lijkt de presentatie constant te zinspelen op visuele rijmen of contrasten — dit werkt nu eenmaal goed door de reikwijdte van deze gecombineerde collecties. Maar bovenal worden hier objecten ontheiligd, vermenselijkt, en daarom wordt er aangemoedigd om te beminnen in plaats van te aanbidden. In het achterhoofd houdende dat het bij Kolumba om de collectie van het aartsbisdom van Keulen gaat, wat voor het merendeel bestaat uit religieuze werken, ligt kritiekloze verering van het goddelijke al gauw op de loer. Dit is belangrijk, want afgezien van alle praal die is voortgekomen uit pakweg 2000 jaar kerkelijkheid –een evenmin behapbare periode – is het hier wel mogelijk om commentaar te leveren op de duisternis, verbijstering en honger die óók ten grondslag liggen aan de Kerk. De gemene deler is de menselijke hand, niet de goddelijke ingeving. Deze pas de deux laat zien dat een glazen hoogspanningsisolator (uit de twintigste -eeuw) naast een bronzen mengkraan (derde -eeuw), Leonhard Kern’s albasten beeldje Adam und Eva verbergen sich vor Gott (1630), en Paul Thek’s Shrine (1969) kan staan. Aanbeden objecten worden gebruiksvoorwerpen en vice versa.

De stukken komen uit de periode 500.000 v. Chr. tot en met 2016. De tijdspanne is duizelingwekkend, en vooral voelbaar doordat de stukken op gelijke voet zijn gepresenteerd

Zaaloverzicht Pas de Deux in het Kolumba Museum. Foto: Lothar Schnepf ©Kolumba, Köln

Zaaloverzicht Pas de Deux in het Kolumba Museum. Foto: Lothar Schnepf ©Kolumba, Köln

Zaaloverzicht Pas de Deux in het Kolumba Museum. De vasa diatreta geflankeerd door werken van van Dieter Krieg. Foto: Lothar Schnepf ©Kolumba, Köln

            In een van de laatste zalen omringen de immense schilderijen van neo-expressionist Dieter Krieg een delicate, maar kleurrijke vasa diatreta, een ornaat Romeins drinkglas uit de vierde eeuw na Chr., gevonden in de bodem van Keulen. Waar Krieg’s schilderijen literaire referenties maken naar de existentiële beschouwingen van onder anderen Jean-Paul Sartre met de zin ‘In der Leere ist ist nichts’ [In de leegte is is niets], leest de antieke inscriptie op de rand van het glas ‘Trinke, lebe schön immerdar’ [Drink, leef goed voor altijd]. Ogenschijnlijk eenvoudig, maar samen vormen ze twee kanten van dezelfde munt. De ene kant roept op tot existentiële bezinning, de andere kant juist tot levenslustige ontlading. Ik moet denken aan de woorden van Simon Carmiggelt, ‘de geheelonthouders hebben gelijk, maar alleen de drinkers weten waarom.’ De geletterde Duitse neo-expressionist verstilt in het bijzijn van die kelk, al is het maar om de uitspraak op die rand.

            Pas de Deux is interessant omdat het overkomt als een tijdscapsule zoals de gouden LP die in 1977 met de Voyager-sonde de ruimte in is gestuurd — een object dat in 2012 ons zonnestelsel verliet in de hoop om ooit weer gevonden te worden. Alleen is deze Keulse tijdscapsule niet aan de toekomst geadresseerd, maar kun je erin rondlopen. Het verleden en het heden van deze plek komen samen in het gezichtsveld zoals dat ook gebeurt wanneer je een plek ontdekt door achteruit te lopen, met de rug naar de toekomst. Dit geeft een verrukkelijk ontwapenend gevoel, collecties of tentoonstellingen kunnen immers ook een lading hebben die op scherp staat; of het nu gaat over auteurschap of waarheidsvinding omtrent oorsprong en rechtmatig bezit. Het enige wat hier telt is dat er boven de funderingen van een gebombardeerde kerk inmiddels een groot betonnen blok hangt, waarin de zolder van Keulen ligt uitgestald.

Pas de Deux, Kolumba Museum, Keulen, nog te zien t/m 19.08.2019

Jeroen van der Hulst

is kunsthistoricus en werkzaam als literair agent

Recente artikelen