metropolis m

Gijs Frieling en Mirka Farabegoli

Tegen het gepolitiseerde klimaatdiscours in, waagt (of laaft) de Gelderland Biënnale zich aan een meer romantische natuurbeleving. 

Biënnales zijn tweejaarlijkse tentoonstellingen waar doorgaans de wereld wordt uitgenodigd om ergens op een plek te laten zien wat er in de wereld aan de hand is. In Gelderland dient de biënnale vooral om de wereld te laten zien wat er in Gelderland aan de hand is. Er doen alleen Gelderse kunstenaars aan mee, woonachtig aldaar, dan wel er geboren. Je kunt de tentoonstelling zien als de gemeenteaankopen van Arnhem en Nijmegen, weliswaar zonder dat er iets wordt aangekocht.

De Gelderland Biënnale speelt zich doorgaans wisselend in Arnhem of Nijmegen af, maar is dit jaar verdeeld over de twee steden. Inge Pollet van het Arnhemse Plaatsmaken is verantwoordelijk voor de samenstelling en zij koos voor de verhouding mens en natuur als thema van de biënnale. Onder de titel Seelenwanderung zijn zestien kunstenaars uitgenodigd om een werk te maken dat in Arnhem buiten langs de Jansbeek (een minigracht van een krappe twee meter breed die bij de recente stadsvernieuwing rondom de Eusebiuskerk is opgegraven en blootgelegd) wordt geëxposeerd. In Nijmegen is in Het Valkhof een grote tentoonstelling te zien met ander (vaak ouder) werk van dezelfde kunstenaars.

Op het eerste gezicht kun je stellen dat Arnhem de A-locatie van deze biënnale is en Nijmegen het moet doen met de spin-off. Het is Arnhem waar de kunstenaars mogen uitpakken met grootschalige installaties in de openlucht; voor Nijmegen hoefde er enkel wat ouder werk uit het atelier naar het museum te worden getransporteerd dat er in de kelderzalen is opgesteld.

Na een bezoek aan beide steden ben ik geneigd toch andersom te oordelen, de Nijmeegse tentoonstelling tot het meest cruciale onderdeel te bestempelen en de buitenprojecten als afgeleide te zien. Het is in Nijmegen waar je het best begrijpt waar het in deze tentoonstelling over gaat. Dat lukt in Arnhem minder goed.

John Muir, 19e-eeuws natuurvorser en schrijver

In Nijmegen kijk je – om de romantische terminologie van Pollet aan te houden – in de ziel van de kunstenaars en zie je wat hen in hun dagelijkse kunstpraktijk het meest na aan het hart ligt als de natuur het onderwerp is. Het dringende discours van klimaatactivisten en Antropoceenadepten is de grote afwezige, het gaat om een meer romantisch getoonzette natuurlyriek, waarin de natuur door de kunstenaars niet geheel onproblematisch wordt bezien (soms met een knipoog), maar overwegend toch wordt bezongen. De spiegeling van de natuur in de museumzalen is weldadig, hier en daar zelfs paradijselijk, een balsem voor de ziel, om met de woorden van Pollet te spreken.

De toon wordt gezet door een gedicht van John Muir, waarin geschetst wordt hoe de natuur ons helpt af te dalen tot in het diepst van ons wezen. Er is veel goede schilderkunst te zien, van onder anderen Mirka Farabegoli, Erik Mattijssen en Gijs Frieling. Er zijn knallend gekleurde aquarellen van bloemen van Maria Roosen en een intrigerende video van een eeuwige zonsondergang van Thijs Linssen, waar de zee en de wolken rustig omheen doorbewegen.

Arnhem daarentegen is een spektakelstuk dat zich wat ongemakkelijk voegt naar de locatie, een stadsvernieuwingsgebied dat nog volop in de steigers staat. Het is een man(mens)moedige, maar problematische poging de planologische chaos van de stad het hoofd te bieden en de aandacht te wenden op de natuur, die er uiteraard niet of nauwelijks te vinden is, op die eigenaardige beek na. In zijn huidige gedaante is het niet direct een wonder der natuur te noemen.

De meeste deelnemers zagen zich genoodzaakt om hun werk, enigszins in de sfeer van de bouwplaats, voor het buitenbestaan af te schermen en trokken keten en andere bouwsels op waarbinnen het werk, soms letterlijk als kasplantje, wordt geëxposeerd. De lofzang op de natuur, die in Nijmegen opklinkt, gaat in Arnhem over in een jammerklacht, over hoe de natuur de stad verliet, ons achterlatend met de reconstructie van die vermaledijde ingeblikte ‘fakebeek’ (ik citeer de bezoekersgids). Cynisch hoogtepunt is Frank Bruggeman die weinig waarde hecht aan de stedelijke poging tot natuurherstel en bovenop het water een stalen wipkip heeft geplaatst waarop je kunt luchtroeien nergens naartoe.

Een aantal grote blikvangers bevindt zich op het plein voor Filmtheater Focus. Rob Voerman heeft er een iglohuisje op poten geplaatst dat is bedoeld om als mobil home de vloedgolf bestendige migratie van de toekomst aan te kondigen. Seet van Hout legde ertegenover thematisch verwante geborduurde zandzakken in de beek, met – sotto voce – teksten over het water. Ik vind het een mooi en subtiel gebaar: dichten tegen het water en ook wel tegen de klippen op, gezien de stijgende waterspiegel.

Even verderop maakt Erik Odijk indruk met een imposante tekening van een fraai gekleurde nachtvlinder (een nachtuiltje). En Gijs Frieling kietelt ’s mens’ drang tot identificatie door – het zal geen toeval zijn – het COC te verpakken in grillige roze marmerpatronen waar het oog maar geen vat op krijgt. Het COC nieuwe stijl vangt niettemin al van verre de aandacht.

Hoezeer in Arnhem de beek ook de leidraad is en de werken thematisch verwant, een overtuigend verhaal wil het maar niet worden. Daar is de omgeving te rommelig voor, het winkelgebied te nabij. 

Met een gratis ‘biologische’ soep van Unox in de hand en een anamorfistische stoeptekening onder mijn voeten word ik opgeslokt door het winkelend publiek dat als mieren overal doorheen en overheen struint, zonder blikken of blozen. Als bezieling het doel van de wandeling in Arnhem was is dat, anders dan in Nijmegen, helaas niet goed gelukt. De stad zat even dwars.

DIT IS DEEL VIJF VAN HET NIJMEGEN WEEKEND. LEES HIER DEEL 1 OVER RUIS , DEEL 2 OVER FEMKE HERREGRAVEN BIJ EXPOPLU , DEEL DRIE OVER KNUST EN DEEL VIER OVER ISOLDE VENROOY

Gelderland Biënnale, Arnhem en Nijmegen, 10.10 t/m 24.11.2019. Meer info HIER

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen