metropolis m

Dick Verdult bij Annet Gelink, courtesy Annet Gelink Gallery, foto Michel Claus

Het werk van Dick de Mateloze is de eerste stop tijdens een rondgang langs enkele Amsterdamse galeries.

Oog in oog met het werk van kunstenaar Dick Verdult in de galerie van Annet Gelink, reageer ik op de manier waarop The Great Hanging Icon Flagellation is opgesteld: de serie kartonnen ‘vlaggen’ hangen los verspreid door de ruimte en lokken zo een directe confrontatie uit. Ook het kleurgebruik doet een beroep op snelheid: rood, groen, blauw of zwart bedekken vaak ongemengd het karton. Die keuze voor glimmende meubelverf lijkt een bewuste belemmering: de weinige kleurnuance die het biedt leent zich goed voor Verdults afbeeldingen, waarin eveneens diepte en detaillering ontbreken.

Zo omschreven lijkt het werk een recept voor onmiddellijk begrip. Plaats een handvol herkenbare karakters (roodgelakte nagels, groen gras, een wit vliegtuig dat gaat landen) naast elkaar en er ontstaat een narratief dat zich laat lezen als een strip. Juist op die tweedimensionale, glanzende oppervlakte weet Verdult echter te verdwijnen in een ander soort diepte. De stukken karton doen zich voor als storyboards – Verdult is ooit opgeleid in Parijs tot filmmaker – voor onbegrijpelijke verhalen. Absurdistische combinaties (uit een lekkende leiding vallen enorme waterdruppels op een rode hond; uit het grijze, wolkvormige haar van een zittende figuur steken twee rode pepers) maken de vlaggen waar ik me doorheen zigzag tot rookgordijnen. Niet zozeer om verwarring te zaaien, ‘maar om de verwarring die er toch al is te omarmen’. Verdult, treffend in een radio-interview een aantal jaar geleden met Pieter van der Wielen: ‘Dit helder, dat helder, nou vaag en dan pats.’

[blockquote]Die activiteiten bestaan misschien niet zozeer ‘naast elkaar’ als wel ‘tegelijkertijd’: uitingen van één inconsistente en juist daardoor coherente kunstenaarspraktijk

Dick Verdult bij Annet Gelink, courtesy Annet Gelink Gallery, foto Michel Claus

Onder de afbeeldende laag die tegelijk schreeuwend en subtiel te noemen is, valt bovendien een tweede verhaal af te lezen: ronde afdrukken in het karton herinneren aan de flessen die er ooit mee vervoerd zijn. Verdult vond zijn canvas in een lokale supermarkt in Aragon, Spanje, waar hij nu woont. Van jongs af aan heeft hij onder andere in Guatemala, Argentinië en Zuid-Afrika geleefd en zich zodoende het bestaan als buitenstaander met plezier eigen gemaakt. Die rol lijkt op het eerste gezicht om een bepaalde bescheidenheid te vragen: je bent in een ander land, je kunt niet zomaar dingen gaan zeggen over hoe het er daar aan toe gaat. Toch merkte Verdult dat juist zijn ‘lompe muziek’ – muziek vol humor, referenties naar de lokale cultuur en schrapende teksten – vaak dankbaar wordt aangehoord. Verdult is naast beeldend kunstenaar en filmmaker namelijk ook dj. Die activiteiten bestaan misschien niet zozeer ‘naast elkaar’ als wel ‘tegelijkertijd’: uitingen van één inconsistente en juist daardoor coherente kunstenaarspraktijk. Ik snap in ieder geval steeds beter waar zijn kunstenaarsnaam Dick el Demasiado, door hem vertaald als Dick de Mateloze, vandaan komt.

Even verderop bij Fons Welters word ik omgeven door de serie Stichted body-c-prints van kunstenaar Berend Strik. De foto’s, geïnspireerd op de gedichtencyclus Morfine van schrijver Adriaan van Dis, spiegelen het wat ongemakkelijke lichamelijke bewustzijn dat je ervaart wanneer je druipend van de regen een ruimte binnenkomt. Rechtopstaande armharen en natte plukken haar op het voorhoofd: het worden lijnen zoals Strik die met naald en draad stikt langs de door hem gefotografeerde lichamen. De onbekende knieën, buiken en vingers spreken mijn ogen aan als mede-lichaamsdeel: mijn ogen reageren door de huidoppervlaktes zorgvuldig te scannen. Fotografie wordt van snelle klik tot trage dwaling, het lichaam tot ‘object om bij te mijmeren’.

Adriaan van Dis en Berend Strik - Morfine, Galerie Fons Welters, foto Ernst van Deursen

Lungiswa Gqunta, in Heroines Now, AKINCI, 2019, Courtesy WHATIFTHEWORLD en AKINCI, foto Peter Tijhuis

Ik vervolg mijn tocht langs Amsterdamse galeries bij Heroines Now in AKINCI waar het beeld voor het eerst deze dag wordt gecombineerd met geluid: in Lungiswa Gqunta’s Feet under Fire zwaaien de benen van de Zuid-Afrikaanse kunstenaar en Rijksakademie-resident door een schommel steeds in en uit het kader. Het duurt even voordat ik haar schoenen herken als borstels. Nog weer iets langer duurt het voordat ik de borstelharen herken als lucifers. Schommelend schrobben Gquanta’s voeten een zee van kiezelsteentjes. De lucifers strijken rakelings langs de vloer, alsof ze die vloer in vlammen zouden kunnen doen ontsteken. ‘Umzi Watsha’ wordt rustig gezongen op de achtergrond, uit het isiXhosa vertaald als ‘het huis brandt’. Ons hele huis, ons hele land, staat in brand, zegt Gquanta. ‘Wie gaat het doven?’

Bij Slewe worden ondertussen de laatste meetlatten uitgerold in voorbereiding van de opening van Jan van Munsters HARDCORE later die dag. Ik mag alvast even rondkijken. Halverwege de ruimte neigt een lange balk naar de muur van de galerie, maar raakt deze nét niet. De bijna-ontmoeting wordt veroorzaakt door twee magneten in de balk en de muur. Naast magnetisme, zijn ook elektriciteit en licht energiebronnen waar Munster mee werkt. De laatste soort wordt in de tentoonstelling in verschillende geometrische vormen gebogen. Lichtbuizen krijgen een soort oksels waarin dikke spijkers als richtinggevende steunpilaren opduiken. Door hun reflecties op de vloer van de galerie weten die lichtsculpturen zich los te weken van hun stevige bevestiging aan de muur. Hun aanwezigheid vult zo de hele ruimte, maakt die ruimte tot één groot krachtenveld.

Ogen zijn meer dan verzamelaars van visuele feiten. Ze kunnen aftasten, aanraken, draaien en duizelen

Thomas van Linge, ‘Give Up the Ghost’, tentoonstellingsoverzicht bij HERO. Courtesy HERO en Thomas van Linge, foto Peter Tijhuis

Thomas van Linge in HERO, foto Marsha Bruinen

Thomas van Linge, ‘Give Up the Ghost’, tentoonstellingsoverzicht bij HERO. Courtesy HERO en Thomas van Linge, foto Peter Tijhuis

De tentoonstellingsruimte van HERO is mijn laatste stop: onder de titel Give up the Ghost laat het werk zien van kunstenaar Thomas van Linge. Van Linge’s ‘geesten’ duiken onder andere op in snel cirkelende, zoemende hologrammen: een soort lichtgevende ventilatoren waar af en toe het silhouet van een persoon op verschijnt. Als ik het werk probeer te fotograferen, merk ik dat mijn camera het gedraai niet bij kan houden: er worden gekke happen uit de rondspinnende hologrammen genomen. Het oog van de camera registreert op een andere snelheid dan ik dat zelf doe. Dat verschil bevestigt waar de verschillende werken die dag op hun eigen manier steeds al naar hintten: ogen zijn meer dan verzamelaars van visuele feiten. Ze kunnen aftasten, aanraken, draaien en duizelen.

De tentoonstelling heeft meer werken met optische effecten, spiegelende oppervlakken, een roodgekleurde ruimte. Een van de blikvangers is een rij bewerkte toiletpotten – de alarmbellen van de criticus zullen gaan rinkelen. Als ik in het persbericht lees dat Van Linge de ruimte van HERO in Amsterdam-Noord teruggeeft aan een oudere functie, die van feestlocatie, valt alles op zijn plaats.

Berend Strik en Adriaan van Dis – Morfine, Galerie Fons Welters, 26.10.2019 t/m 16.11.2019

Dick Verdult – The Great Hanging Icon Flagellation, Annet Gelink, 9.10.2019 t/m 16.11.2019 

Heroines Now, met werk van Melanie Bonajo, Anne Wenzel, Gluklya (Natalia Pershina-Yakimanskaya), Sarah Naqvi, Lungiswa Gqunta, Galerie AKINCI, 2.11.2019 t/m 21.12.2019

Jan van Munster – HARDCORE, Galerie Slewe, 9.11.2019 t/m 21.12.2019

Thomas van Linge – Give up the ghosts, HERO, 19.10.2019 t/m 16.11.2019

Marsha Bruinen

is webredacteur bij Metropolis M

Recente artikelen