metropolis m

Eden Hotel – Milena Bonilla, A Tale of A Tub, 2019, foto LNDWstudio

Aan de hand van het leven en werk van de negentiende-eeuwse Poolse revolutionair Rosa Luxemburg maakt Milena Bonilla een subtiele tentoonstelling waarin revolutionaire politiek en herbaria samenkomen. Rebellie kan immers voortkomen uit het kijken naar de eigen achtertuin.

Op 30 mei 2009 speculeerde Spiegel online over de mogelijkheid dat de overblijfselen in het graf van Rosa Luxemburg (1871-1919), ook wel bekend als Red Emma, niet aan de Poolse marxistische revolutionair maar een vreemde toebehoorde. De affaire leidde negentig jaar na Luxemburgs executie tot een DNA-onderzoek van haar achternicht en de excavatie van het Berlijnse graf. Aan de andere kant van de Atlantische oceaan in Amherst, Massachusetts begraafplaats west, lot 53, graf B is het onbetwist: hier ligt Emily Dickinson (1830-1886), dichter. Historici zijn zelfs zo zeker dat niet alleen de plek maar ook de kist en diens inhoud – wit van buiten, gevuld met orchideeën en blauwe vedelviooltjes van binnen – herhaaldelijk wordt aangehaald. Dickinson, die op 55-jarig leeftijd stierf aan een nierontsteking, leidde een kluizenaarsbestaan en werd pas postuum bekend.

In eerste opzicht lijken de strijdvaardige Luxemburg en de teruggetrokken Dickinson, in leven en in dood, in de verste verte niet op elkaar. De twee negentiende-eeuwse vrouwen hadden echter beide te maken met afzondering – in het geval van de dichter zelfverkozen en voor de revolutionair gedwongen – en waren welbespraakt en vooruitstrevend in eigen vakgebied. Daarnaast deelde ze een passie voor herbaria. De collectie van Dickinson, online volledig te bekijken in hoge resolutie, is bewaard in de Houghton bibliotheek van de Harvard universiteit. Dat Luxemburgs geperste bloemen een minder fortuinlijk lot is toebedeeld wordt in één oogopslag duidelijk bij het betreden van de solotentoonstelling Eden Hotel van Milena Bonilla bij A Tale of a Tub in Rotterdam die volledig gewijd is aan de revolutionair.

Te zien is het werk Dark Fading Chlorophyll (Luxemburg) (2019) bestaande uit twee diaprojecties, eentje op het noorden en de ander op het westen gericht. Het noordelijke scherm toont fotografische reproducties van Luxemburgs herbarium dat zich bevindt in de archieven van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam.1 Naast iedere bloem, plant of kruid staat in een keurig meisjeshandschrift diens Duitse en Latijnse naam geschreven. Na meer dan veertig jaar in het archief te hebben doorgebracht, zijn de kleuren van de prenten verschoten en aangetast door het zogeheten proces van dark fading dat voorkomt bij een afwezigheid van licht.

Eden Hotel - Milena Bonilla, A Tale of A Tub, 2019, foto LNDWstudio

Eden Hotel - Milena Bonilla, A Tale of A Tub, 2019, foto LNDWstudio

Terwijl de kleurenafdrukken van Dickinsons collectie net zo vers ogen als de dag dat de dichter haar planten opplakte, hebben die van Luxemburg allemaal dezelfde verbleekte, gelige gloed. Hieruit kan worden opgemaakt dat het lieflijke karkater van gedroogde bloemen, historisch gezien, meer waarde wordt toegeschreven in de context van een dichterlijk oeuvre dan in dat van een revolutionair. Het is westelijke projectiescherm van Dark Fading Chlorophyll toont echter aan dat een revolutionair ook een dichter kan zijn. Hierop toont Bonilla fragmenten uit brieven die Luxemburg schreef aan vrienden en geliefde tijdens haar gevangenschap in Berlijn, Wronke en Breslau (1915-1918).

Doordat alle zinnen betrekking hebben op de schoonheid van natuurlijke fenomenen ontvouwt zich uit de opeenvolgende dia’s een gedicht. Hierin neemt het ritme van de projector de rol van witregel aan:

‘… the clouds were trimmed in bright white from the light of the sun, but in the middle they were a most expressive gray, which played in all shades from the tenderest touch of silver to the dark tone of storm clouds.’2

‘The hour before sunset has a magic all its own.’3

Het herbarium, dat ook tijdens Luxemburgs detentie tot stand is gekomen, toont de relativerende kracht die de natuur op de mens kan hebben. In Spring starts as a murmur (Utopia) (2019) probeert Bonilla dit mentale proces door te trekken tot het fysieke. Sommige alledaagse bloemen die Luxemburg verzamelde, staan bekend om hun medicinale werking. Bij A Tale of a Tub worden psychosomatische verschijnselen rechtstreeks verbonden aan planten doormiddel van een installatie – een witte tafel met daarop kleine papieren bakjes gevuld met zaden die aan elkaar verbonden zijn door draden.

Bezoekers krijgen een kaart met daarop de namen van de planten die uit de zaden ontspringen, een poëtische omschrijving van hun werking en een opsomming van de daaraan voorafgaande symptomen: ‘Passiflora, passiebloem – Eros in een ruimteschip, wervelend in dromen. De ruimte is oneindig. – slapenloosheid, angst.’ Hoewel de ecologie van de gevangen geest hier niet helemaal van de grond komt, omdat Bonilla emotionele pijn alleen nog maar losjes aan haar onderwerp verbindt, heeft dit werk een soortgelijk dichterlijk karakter als de diaprojecties. 

Het beeld van het verstilde kogelschot krijgt iets botanisch wanneer het in isolatie wordt gepresenteerd

Op de bovenverdieping van A Tale of a Tub komt de verbinding tussen activistisch strijden en de kracht van woorden beter uit de verf. In The Accumulation of Capital (riddled), 2019 reageert Bonilla op de specifieke architectuur van de ruimte die door zijn trapspijlen en kleine ramen iets weg heeft van een gevangenis. De installatie vertrekt vanuit het boek The Accumulation of Capital (1913) van Luxemburg waar de kunstenaar een kogel doorheen heeft gejaagd. Het boek, symbool voor de moord op de auteur en haar werk, staat als een relikwie in het midden van de ruimte. Zijn doorzeefde inhoud weerklinkt langs de muren waar incoherente strengels woorden, die doen denken aan dadaïstische gedichten, tussen de raampjes – van plafond tot grond – naar benden komen.

Eden Hotel - Milena Bonilla, A Tale of A Tub, 2019, foto LNDWstudio

De raadselachtige zinnen ‘not asked for a morning after a fierce bounds’ of ‘what here primitive the the the march production’ zijn aan het aangetaste boek onttrokken. In een klein kamertje naast de woordengalerij hangt een lange metalen naald waaraan de flarden van ontbrekende bladzijden zijn geregen. Het beeld van het verstilde kogelschot krijgt iets botanisch wanneer het in isolatie wordt gepresenteerd. Net als de vervaagde prenten van Luxemburgs herbarium worden deze onleesbare woorden door hun plaatsing voorzien van een nieuwe betekenis. 

Op 7 februari 1917 schreef Luxemburg haar vriendin Mathilde Jacob: ‘Only two syllables will be allowed to appear on my gravestone: “Tsvee-tsvee.” That is the call made by the large blue titmouse, which I can imitate so well that they all immediately come running.’ Op haar echte grafsteen staat: ‘Rosa Luxemburg Ermordet 15 Januar 1919’.

Hoewel Milena Bonilla alleen Luxemburgs oeuvre onderzoekt in Eden Hotel – een verwijzing naar de laatste plaats waar de revolutionair is ondervraagt – maakt de tentoonstelling de antibolsjewistische geschriften van de activist net zo ritmisch en lyrisch als het werk van Dickinson. En, opzettelijk of niet, de bloemenverzamelingen van beiden net iets subversiever dan tot nog toe onderkent. Ze toont niet alleen aan hoe verfijnd revolutionaire politiek kan zijn als het mooi geformuleerd wordt, maar ook dat rebellie kan voortkomen uit het kijken naar de eigen achtertuin. 

1 Het originele herbarium bevindt zich in het archief Akt Nowych in Warschau.

2 Brief aan Hans Diefenbach, Wronke 6 juli 1917.

3 Brief aan Hans Diefenbach, Wronke 29 juli 1917.

Milena Bonilla – Eden Hotel, A Tale of A Tub, Rotterdam, te zien t/m 

Lena van Tijen

is schrijver

Recente artikelen