metropolis m

Het Bauhaus in Dessau, zomer 2019

Het Bauhaus is dit jaar gevierd is als een onomstreden vernieuwer van het kunstonderwijs en de moderne design- en wooncultuur, maar in een tentoonstelling in West in Den Haag blijkt er een duistere schaduwkant te zijn.

Afgelopen zomer was ik in Dessau in het Bauhaus. De school staat er honderd jaar na zijn oprichting nog bij als een fremdkörper in een gutbürgerliche Oostduitse woonwijk. Het fris gladde witte en grijze beton, met zijn strakke architectonische belijning van de muren en de vensters, contrasteert scherp met de stulpachtige beige gestucte bebouwing van de omliggende appartementencomplexen. Het modern van toen is het modern van nu en, zo lijkt het, bedoeld om voor altijd modern te blijven.

Van binnen was de school vrijwel leeg, op een giftshop na. Op de lege verdiepingen was te zien hoe de school van binnen de gedaante had van een fabriekshal. Open, grof afgewerkte ruimtes met grote ramen en veel licht (je denkt even in De Witte Dame in Eindhoven te staan). Ik zag mooie details, zoals de theaterachtige toegang naar de aula en de subtiele vaste belichting in de hal.

Er viel niet veel te beleven, behalve in de mensa, die nog in functie was en waar ook nu nog voor een schappelijke prijs kon worden gegeten. Een school zonder studenten is als een mortuarium, ik vond het er maar een dooie boel.

De publieke belangstelling was er niet minder om. Het gebouw bleek een bedevaartsoort voor modernisten die zich willen laven aan het idee dat het Bauhaus en alles waar de school voor staat ons nog steeds ten voorbeeld kan worden gesteld.

Bauhaus met loopbrug, 2019

Eerste verdieping hoofdgebouw, Bauhaus Dessau, 2019

Hal Bauhaus, ingang aula, 2019

Uitzicht trappenhuis, Bauhaus, 2019

Het gebouw bleek een bedevaartsoort voor modernisten die zich willen laven aan het idee dat het Bauhaus en alles waar de school voor staat ons nog steeds ten voorbeeld kan worden gesteld

Het is de vraag of dat onomstreden imago van het Bauhaus wel terecht is. Onder de titel Symptom Bauhaus wordt in een tentoonstelling bij West een ander beeld opgeworpen. In Den Haag wordt de school niet geïntroduceerd als een puristisch idee, een nastrevenswaardig ideaal, maar als het symptoom van een kwaal, een nare afwijking. Bauhaus verschijnt er niet als een timechanger, zoals de beeldvorming graag wil, maar als het product van zijn tijd die uiterst problematisch was, vol politieke ontwrichting en sociale onrust in het Duitsland tussen de wereldoorlogen.

Ik sta in de voormalige Amerikaanse ambassade van Bauhaus-ontwerper Marcel Breuer, die net als de school in Dessau waar hij zijn opleiding kreeg, als een fremdkörper zijn best doet toekomst uit te stralen. Dit gebouw wil anders zijn dan alle andere bebouwing om het gebouw heen. Niet gericht op het verleden, de traditie, maar op de komende tijd en dus modern in de waarste zin van het woord. Dat radicale omdenken van de wereld om ons heen van het Bauhaus is altijd als een positieve kracht belicht, een modernistische avant-garde, maar de curatoren Hans D. Christ en Iris Dressler zien het anders. Zij vestigen in hun tentoonstelling de aandacht niet op het artistieke potentieel van het afwijkende curriculum maar op de politieke afhankelijkheden van de school tijdens het interbellum en zelfs daarna, toen de school weliswaar door de nazi’s was opgeheven maar de oud-leerlingen uitzwermden over de wereld en hun invloed lieten gelden. Bauhaus blijkt in alle fasen die de school heeft doorlopen en ook nog daarna nauw verbonden met een economisch-politieke elite die de school en de studenten inhuurde en er een onversneden militaire agenda op nahield. De studenten blijken zowel voor als na de oorlog weinig problemen met die agenda te hebben gehad en zijn bereid geweest zich daaraan te verbinden en er vorm (en inhoud) aan te geven.

De toon wordt in West gezet door het openingsstatement, een bijna grappig zo cynisch relaas van de filmmaker John Barker die László Vánsca, een oud-student van het Bauhaus, aan het woord laat die leegloopt over de zogenaamde avant-gardistische agenda en de belofte van voorspoed die opeenvolgende hemelbestormers het Bauhaus inbrachten, terwijl de school ten onder ging aan persoonlijke controverses, onverhuld antisemitisme en het kielhalen van een directeur vanwege diens vermeende steun voor het communisme. We zien een winters landschap, in zwart-wit tonen, terwijl Vánsca een half uur mag somberen over de artistieke erfenis van deze school. In een korte toelichting omschrijft Barker de schoolleiding als ‘elitaire gangmakers voor een gevaarlijk mengsel van wetenschappelijk management, oorlogstechnologie, en archaïsche opvattingen over een organische maatschappij waarin de architect voor god speelt, heersend over een wereld gedomineerd door mannen.’ 

Fijntjes stellen de curatoren vast dat er vanaf het begin al veel connecties met de oorlog zijn geweest, doordat sommige docenten actief waren in het leger, dan wel hielpen bij de ontwikkeling van protheses. Op de tentoonstelling worden constructivistische prenten vergezeld van oorlogsfoto’s van oud-vliegenier Edward Steichen, wapenontwerpen van El Lissitzky, een naar militaire normen ontworpen stadsdeel van Walter Gropius. De verhuizing van de school van Weimar naar Dessau blijkt mede gefinancierd door vliegtuigbouwer Juncker, met wie de school nauwe relaties aanging en waar allerlei oud-studenten aan de slag gingen, ook toen het Bauhaus door de nazi’s werd gesloten. Verschillende oud-studenten werkten na sluiting van de school zonder scrupules voor de nazi’s en gaven vorm aan diverse propagandatentoonstellingen. De speciaal bij die tentoonstellingen ontworpen affiches die nu in Den Haag te zien zijn, zijn opgemaakt in perfect mooie Bauhaus-stijl.

John Barker

Affiches Dessau als industrieel hart van de Duitse wapenindustrie

Gang #onze ambassade tijdens de tentoonstelling Symptom Bauhaus, met constructivistische grafiek, 2019

Het aanschurken tegen de macht komt vooral terug op de tweede etage, waar een speciale rol is weggelegd voor de voormalige Amerikaanse ambassade, ontworpen door Bauhaus-architect Marcel Breuer. Het gebouw staat symbool voor de ‘American Century’, waarin een militaire elite opduikt die de leiding kreeg over grote bedrijven en Amerika volgens strak militaristisch protocol wilde hervormen. Ex-Bauhausers als El Lissitzky en Herbert Bayer lieten zich inhuren om de bedrijven een passende modernistische uitstraling te geven.

Op deze etage is te zien hoe die militaire wereldorde via tijdschriften en tentoonstellingen aan het grote publiek werd overgebracht. Je kunt het typisch Amerikaans koudeoorlogdenken noemen, maar de manier waarop diverse partijen hier samenwerken bij de schaamteloos militairistisch getoonzette propaganda van een agressief kapitalistisch wereldbeeld dat vooral ten dienste staat van naar het bedrijfsleven overgestapte generaals, geeft te denken. 

De school die dit jubileumjaar gevierd is om zijn invloed op het hedendaagse ontwerp, blijkt evenzeer verantwoordelijk voor tal van politiek bedenkelijke toepassingen van die vormgeving

Fortune magazine (covers Herbert Bayer)

Fernando Bryce

Herbert Bayer, Bauhaus retrospectief Stuttgart, 1968, poster van de tentoonstelling in Stuttgart die de aanleiding vormt voor de revisie in West Den Haag 

Symptom Bauhaus is geen gewone Bauhaus tentoonstelling met leuke Bauhaus ontwerpen, maar een provocerende uiteenzetting over het gedachtegoed van de school, dat onderdeel is van een ziektebeeld waar je het modernisme in kunt herkennen. De radicaliteit van denken van het Bauhaus bleek goed bruikbaar voor de politieke leiders van zowel voor als na de oorlog en perfect aan te sluiten bij hun militaire doctrines. De school die dit jubileumjaar gevierd is om zijn invloed op het hedendaagse ontwerp, blijkt zo evenzeer verantwoordelijk voor diverse politiek bedenkelijke toepassingen van die vormgeving.

In een tijd waarin instituten met moeite willen erkennen dat ze niet neutraal zijn maar al dan niet bewust dienstbaar aan allerlei politieke agenda’s waar ze geacht worden inhoud aan te geven, lijkt mij dit een belangrijke les.

SYMPTOM BAUHAUS, West Den Haag, 28.09.2019 — 19.01.2020

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen