metropolis m

Studio van Susanne Khalil Yusef

Susanne Khalil Yusef verstaat de kunst om zware zaken licht te brengen. Jorik Galama ging bij haar op bezoek en zag haar en haar studioraam beplakt met de gezichten van dertig jongens. Er bleek een heel verhaal achter te schuilen.
 

Voordat de corona-crisis het ontmoeten van anderen begon te beperken tot Skype-sessies, mailcontact en telefoongesprekken, nam ik de trein richting de studio van kunstenares Susanne Khalil Yusef. Bij de kiss and ride van station Arnhem stond slechts een riante taxi geparkeerd. Na enkele keren om mij heen gekeken te hebben, stapte Yusef, gekleed in een roze trainingspak met daarop zwart-witfoto’s van mannenhoofden gedrukt, uit de taxi. Haar auto bleek bij de garage te zijn waardoor ze tijdelijk gebruik kon maken van vervangend vervoer. Aangekomen bij het studiocomplex is Yusefs studio direct te herkennen aan dezelfde zwart-witte gezichten, die hier op de ramen zijn geplakt. Terwijl Yusef Arabische koffie en thee maakt, zoetigheden van Nablus Sweets uitpakt en een Duitse radiozender aanzet – Yusef groeide deels op vlak over de grens – loop ik rond en geef ik mijn ogen de kost. Een kleurexplosie van schilderijen, wandtapijten, rode en gifgroene lichtbakken en keramiek vult de ruimte. 

Jorik Galama

 Waar werk je aan op dit moment?

Susanne Khalil Yusef

 Ik ben op dit moment bezig met nieuw werk dat voortkomt uit de installatie 30 kill. Dit werk bevat de gezichten van dertig jongens die vorig jaar ten tijde van mijn acht weken durende residentie bij De Fabriek in Eindhoven, werden vermoord in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever. Enkel en alleen omdat ze Palestijns zijn. Tijdens mijn residentie hield ik via Arabische media het nieuws bij. De moorden die daarin elke dag werden gemeld, kwamen in het Nederlandse nieuws nauwelijks voorbij. De foto’s van de gezichten van de jongens grepen me aan: de meesten glimlachen, zien er lief en goed verzorgd uit, zijn tussen de veertien en tweeëntwintig jaar oud. Ik begon alles op te slaan, zowel de foto’s als de verhalen die erbij horen, zonder precies te weten wat ik er mee zou gaan doen. Van de foto’s maakte ik eerst een behang dat met blacklight oplicht in het donker, daarna semi-transparante raamstickers om op de grote etalageramen van een expositieruimte te plakken als deel van een installatie. Recentelijk maakte ik ook dit trainingspak en voor de tentoonstelling City Life in Museum Arnhem een serie helium ballonnen. De ballonnen lopen langzaam leeg en zijn constant in beweging door de luchtstromen. Hierdoor lijken  ze tot leven te komen en te dwalen. Na ongeveer een week liggen ze bijna allemaal op de grond en kom ik persoonlijk langs om ze weer bij te vullen met helium. Op die momenten raak ik geregeld in gesprek met bezoekers. Wat ik veel hoor is dat ze Palestina alleen oppervlakkig in het nieuws zien, maar er geen persoonlijke verbinding mee hebben. Door mijn werk en mijn aanwezigheid krijgen ze dat wel. 

De ballonnen zijn vastgebonden aan een serie bronzen Handala beelden. Handala is oorspronkelijk een tekening van striptekenaar Naji al-Ali, die in de jaren zestig een portret van zijn tien jaar oude zelf tekende: een vluchtelingkind op blote voeten, dat de van buitenaf geboden oplossingen afwijst. Hij blijft voor altijd tien jaar oud, omdat hij pas kan opgroeien wanneer hij terug naar huis mag. Handala is in de hele Arabische wereld een bekend figuur geworden en staat symbool voor rechtvaardigheid, emancipatie en zelfbeschikking.

Dat ik voor deze installatie met brons ben gaan werken, komt door een werk van Henk Visch. Vlakbij Galerie Sign in Groningen, waar ik eens exposeerde, staat een groot bronzen beeld van een mensfiguur die op handen en knieën zit en iets onzichtbaars aanwijst. Ik zie het als een figuur die iets kwetsbaars wil laten zien en daardoor zelf ook kwetsbaar lijkt te worden.

Naar aanleiding van 30 kill ben ik op dit moment ook bezig met een nieuwe serie keramische werken, waarvoor ik een ton klei naar mijn atelier heb gebracht. Het verhaal van de dertig moorden herhaalt zich in verschillende gedaantes, in een razend tempo. Het overgrote deel van deze informatie verdwijnt en wordt geen deel van onze geschiedschrijving. Door hetzelfde uitgangspunt voor nieuw werk te gebruiken, en het met verschillende technieken te benaderen, kom ik dichterbij het verhaal. Het is een manier voor mij om het te verwerken. 

Door het verhaal van de dertig moorden met verschillende technieken te benaderen, kom ik er dichterbij. Het is een manier voor mij om het te verwerken

Detail van de installatie '30kill' in 'City Life'

Jorik Galama

 Zijn er projecten waar je al langer aan werkt zonder deze te tonen?

Susanne Khalil Yusef

 Ja, sinds een paar jaar ben ik bezig met het interviewen van Palestijnen in Palestina, maar vooral Palestijnen uit de diaspora. Zo heb ik een tijdje een jongen gevolgd die nét in Nederland was aangekomen vanuit Gaza. Gedurende het filmen begonnen de hevige Israëlische aanvallen op Gaza van 2014 en dat zagen we live op mijn laptop en zijn mobieltje. Dat waren heftige tijden, terwijl hij hier met mij zat, werden zijn familieleden vermoord en werd zijn thuis verwoest. Tegelijk moest hij zich hier bezighouden met hele andere problemen, zoals het verkrijgen van een verblijfsvergunning en het steeds verhuizen van het ene asielzoekerscentrum naar het andere. Opvallend was dat hij in de loop van de interviews zich steeds meer als journalist voor de camera ging presenteren, om zijn verhaal te vertellen. 

Ik verzamel deze interviews mede voor mijn project Handala Archives, waarvoor ik eigenlijk alles wat met Palestina te maken heeft verzamel. Hiermee wil ik een beeld schetsen van onze huidige levens en onze geschiedenis. Mijn familie komt oorspronkelijk uit Jaffa, wat nu in Israël ligt en een buitenwijk van Tel Aviv is geworden – ze noemen het daar nu Yafo. Toen ik in 2013 voor het eerst Jaffa bezocht, tijdens een uitwisseling met de kunstacademie van Ramallah, trof ik veel vroegere Palestijnse woningen aan die zijn geruïneerd of zijn ingenomen door Zionistische Joodse kolonisten. Bij allerlei monumenten staat informatie over eeuwen aan geschiedenis, maar over de vroegere aanwezigheid van Palestijnen wordt niets genoemd. Toen ik in de archieven wilde kijken voor de exacte locaties waar mijn familie heeft gewoond, kwam ik erachter dat ik daar als Palestijn niet binnenkom – het is bewust politiek beleid om Palestijnen geen toegang tot hun eigen geschiedenis te geven. Vanuit dit gemis ben ik begonnen met het afstruinen van rommelmarkten, waar ik ansichtkaarten kocht met foto’s van hoe Jaffa er vroeger uitzag. Ik merkte dat Palestijnen om mij heen ook naar dit soort informatie snakken. 

Een belangrijke bron van informatie waarmee ik pas zeer recentelijk in aanraking kwam, zijn de boeken van Whalid Khalidi: All That Remains, dat gaat over ruim vierhonderd Palestijnse dorpen die met de stichting van de staat Israël zijn ontvolkt, gedeeltelijk begraven onder de grond en beplant met snelgroeiende bomen. Een ander boek Before Their Diaspora zit vol met foto’s uit de Palestijnse geschiedenis van vóór de stichting van de staat Israël. Je ziet bijvoorbeeld foto’s van schoolklassen en voetbalteams – het toont een samenleving zoals iedere andere. Het zijn foto’s die een vredigheid bezitten die in de hedendaagse beelden van Palestina nagenoeg afwezig zijn – ze geven me een gevoel van rust en verdriet. Maar ook van hoop.

Jorik Galama

 Waarom maak je geen onderscheid in welke objecten, beelden en verhalen wel of niet bruikbaar zijn voor de Handala Archives? 

Susanne Khalil Yusef

 Ik verzamel op dit moment nog van alles, zelfs Israëlische propaganda. Zo stuitte ik recentop historisch materiaal: een blikje met een 16mm film met het opschrift “Jaffa ‘48” – het jaar dat mijn familie Jaffa ontvluchtte. Ik beeldde mij in dat ik op deze film mijn familieleden in hun thuisland terug zou zien. Ik organiseerde een openbare vertoning  waar  geïnteresseerden deze film samen met mij voor het eerst konden bekijken. Het werd minder rooskleurig toen bleek dat het een Zionistisch propagandafilmpje was over het ogenschijnlijk zorgeloze leven van kolonisten die zich hadden gevestigd in de woningen van Palestijnen. Ja, ook dit soort films maken deel uit van mijn archief. Alles is relevant, zij het vanuit Israëlisch, Palestijns of een derde perspectief. Het is belangrijk om zoveel mogelijk kanten te belichten en niet de stemmen die niet jouw verhaal vertellen, monddood te willen maken, zoals nu vaak het geval is.

Archiefmateriaal in het atelier

Handala cartoon

Studio van Susanne Khalil Yusef

Jorik Galama

 Ben je door dit verzamelen ook meer te weten gekomen over je eigen familiegeschiedenis?

Susanne Khalil Yusef

 Ja, aan de hand van ansichtkaarten die ik vond op rommelmarkten in Israël kwamen verschillende verhalen over mijn familie naar boven. Ik kwam er bijvoorbeeld achter dat ze aan de kust leefden en parelduikers waren: een gevaarlijk beroep, maar goed van te leven. Door te weten wat mijn familie deed voordat ze vluchtelingen werden – mijn ouders werden in de Libanese vluchtelingenkampen geboren – voel je je minder hulpeloos. Het heeft ook een duidelijk effect op mijn familie en Palestijnse vrienden. Door mijn exposities en de verhalen die daarin getoond worden, lijken ze zich minder te schamen. Eerst hadden we een afkeer voor onze achtergrond en voor alles wat ermee te maken had. Vroeger zeiden we bijvoorbeeld dat we uit Libanon kwamen of spraken we in een Arabische winkel geen Arabisch. We schaamden ons om Arabisch te zijn, en al helemaal om Palestijns te zijn. Maar vorige week was ik met mijn zus in een Arabische winkel en toen zei ze uit zichzelf dat ze Palestijnse is, en mijn moeder heeft sinds kort zelfs een Palestijnse vlag op haar balkon hangen, dat zou ze vroeger nooit hebben gedaan. Het gaat hierbij niet om nationalisme. Dat denken mensen soms als ze een vlag zien, maar dan begrijp je het niet. Het gaat eerder om eigenwaarde, het mogen zijn wie je bent: dat uit zich in kleine dingen. Als onze bewegingsvrijheid niet zou worden ingeperkt, als je in Israël en in Palestina niet vernederd zou worden als Palestijn, als ik niet onder pseudoniemen hoefde te werken om moeilijker traceerbaar te zijn voor Israël, als verhalen uit de geschiedenis niet zouden worden verzwegen, als wij niet gediscrimineerd, gemarteld en vermoord zouden worden, dan zou ik er niet op deze manier mee bezig zijn. Dan zou ik het liefst werk willen maken over de prachtige hemel en de schoonheid van de wolkenpartijen– iets waar ik vaak van geniet.

Eigenwaarde -het mogen zijn wie je bent- uit zich in kleine dingen: mijn zus die in een Arabische winkel uit zichzelf zegt dat ze Palestijnse is, mijn moeder die sinds kort een Palestijnse vlag op haar balkon heeft hangen

Jorik Galama

 Publieksparticipatie lijkt centraal te staan in veel van je meer recentelijke werken. Kan je iets over die strategie vertellen? 

Susanne Khalil Yusef

 Mensen bij het werk betrekken en de afstand tussen het publiek en mijzelf verkleinen is een belangrijk gegeven voor me. Ik merkte hoe goed het persoonlijk contact werkte in de eerste versie van de performatieve installatie Café Disorient, waarin ik onder andere de toeschouwer uitnodig voor een kopje sterke Arabische koffie. In een onwennige setting creëer ik een ruimte om met elkaar verhalen te delen. Dat levert soms begrip en soms onbegrip op – waar je het dan juist weer over kan hebben. 

Jorik Galama

 En kun je iets zeggen over je gebruik van muziek?

Susanne Khalil Yusef

 Door een klassiek Arabisch ensemble uit te nodigen, zoals bij Café Disorient in Slash Gallery, komt iedereen ineens bij elkaar. Hierdoor kunnen nieuwe vriendschappen ontstaan tussen mensen met verschillende culturele achtergronden. De expositie verandert in een plek waar we samen kunnen komen om te zingen, te luisteren en plezier te hebben. Op die manier kan ik ook andere mensen, die minder met beeldende kunst hebben, betrekken bij mijn werk. Ik vroeg destijds spoken word artiest Stryder om samen met het Arabische Nawa Ensembleeen nieuw stuk te maken. Er ontstond daardoor een mengeling van Arabische muziek en Arabische en Nederlandse poëzie  – iets wat voor liefhebbers van de klassieke Arabisch muziek ook onverwacht is en voor andere mensen weer een kans was om kennis te maken met Arabische poëzie.

Concert in Café Disorient, 5e editie, foto: Sandra Zegarra Patow

Café Disorient,3e editie 

Jorik Galama

 Hoe zie je de rol van facilitator die je op zulke momenten op je neemt? 

Susanne Khalil Yusef

 Ik organiseerde bij TAC in Eindhoven een tentoonstelling over het kolonialisme in het heden en in het verleden met vijf Nederlandse en vijf Palestijnse kunstenaars, en daarnaast vijf personen uit andere disciplines zoals spoken word, antropologie, muziek en filmwereld. Alle deelnemers inspireerden mij met hun werk, ik zag dat ze allemaal over een soortgelijk probleem spraken maar dan vanuit zeer uiteenlopende perspectieven. Het is gelukt om de meeste kunstenaars persoonlijk naar de tentoonstelling te laten komen, een enkeling kon er niet bij zijn maar onderhield via Skype contact met ons. We hebben samen de tentoonstelling geïnstalleerd en kwamen hierdoor dichter bij elkaar. Het zorgde voor een uitwisseling van ideeën en netwerken die anders niet zoveel met elkaar in contact komen. Dat de Palestijnse kunstenaars door de expositie hier naartoe konden komen was uniek. Want normaal kunnen zij niet vrij uitreizen, alleen onder bijzondere omstandigheden. Ik hoop dat dit de kloof tussen hier en daar iets minder groot maakt. 

LEES MEER OVER FLUÏDE MONUMENTEN, GEWIJD AAN MENSEN AAN WIE NOOIT EE MONUMENT GEWIJD IS IN METROPOLIS M NR 2-2020. NU IN DE WINKEL. ALS JE NU EEN JAARABONNEMENT AFLSUIT STUREN WE JE DIT NUMMER GRATIS TOE. MAIL JE NAAM EN ADRES NAAR [email protected] (ovv nummer2)

VOLG METROPOLIS M OP INSTAGRAM: metropolism_mag

Het werk van Susanne Khalil Yusef zal naar alle waarschijnlijkheid te zien zijn in: 

-Museum Arnhem – ‘City Life’ – 8 februari t/m 17 mei (wordt waarschijnlijk verlengd)
met werken van: Abdulrazaq Awofeso, Ala Albaba, Stephanie Bakker & Yvonne Brandwijk, Maga Berr, Mirthe Dokter, Susanne Khalil Yusef, Martin Roemers, Nadine Stijns, Su Tomesen, Michael Wolf en Umut Yasat

-Textielmuseum Tilburg – ‘Rode Draden’ – 17 maart 2020 – 7 maart 2021 (wordt waarschijnlijk verlengd)
met werken van: Eylem Aladogan, Mercedes Azpilicueta, Christiaan Bastiaans, Walter van Beirendonck, Célio Braga, Studio Formafantasma, Jaime Hayon, Hella Jongerius, Susanne Khalil Yusef, Kustaa Saksi, Jennifer Tee, Anna Verwey-Verschuure en Roy Villevoye

-SONSBEEK 20-24: opgeschoven naar 2021

-Arnhems Buiten H29 -‘Jungle Slaapfeest’- 15 mei t/m 22 mei (wordt verplaatst, meer info volgt)
met werken van: Ad de Jong, Susanne Khalil Yusef, Henk Visch en WONNE

Jorik Amit Galama

is filmmaker en schrijver

Recente artikelen