metropolis m

Kunstenaars die dakloos dreigen te worden en instellingen die om formele redenen de nodige ondersteuning mislopen – de crisis begint steeds nijpender te worden. Op initiatief van Margarita Osipian en in samenwerking met Platform BK, Salwa Foundation en W139, gaan kunstenaars, vakbondsvertegenwoordigers en een advocaat met elkaar in gesprek over de impact van de coronacrisis op de culturele sector, zowel op individuele als op collectieve schaal, en zowel op korte als op lange termijn. Marsha Bruinen kijkt mee en schrijft een verslag van de in meerdere opzichten boeiende avond.

‘Thank you all for being here’, begint Ehsan Fardjadniya, de eerste van vier kunstenaars die in het eerste deel van de Solidarity Sessions zijn verhaal doet. Zijn dank voor de aanwezigheid van een in fysieke zin afwezig publiek maakt me nog maar eens bewust van de manier waarop de corona-crisis een gedeeld ‘hier’ heeft beperkt tot de digitale sfeer. Toch weet de Solidarity Sessions het gevoel van een fysieke samenkomst aan te wakkeren, door de tentoonstellingsruimte van w139 in te richten als het podium waarop de online chat plaatsvindt. Draden liggen uitgerold door de ruimte en er zijn allerlei kasten, lampen en ladders dicht op elkaar geschoven. Die attributen worden als theaterprops af en toe heen en weer geschoven door de paar mensen die in W139 rondlopen. Ondertussen verschijnen afwisselend verschillende sprekers op de muur. Een choreografie die mede lijkt te worden georkestreerd door iemand in het midden van de ruimte, gebogen achter zijn laptop.

Fardjadniya’s verhaal is meteen een van de schrijnendste. Geprojecteerd op de muur vertelt hij in maart een brief te hebben gekregen van een anti-kraak organisatie waarin stond dat hij begin april uit zijn woning gezet zou worden. Dakloos worden tijdens een pandemie: dat was het vooruitzicht waar Fardjadniya plotseling serieus rekening mee moest houden. Hij begon vlogs te maken waarin hij over zijn situatie vertelde, wat uiteindelijk leidde tot aandacht in de media en daarmee een maand uitstel van uitzetting. Nu is hij bezig een nieuwe campagne op te stellen voor een tweede maand uitstel. De benarde situatie maakt het zorg dragen voor een inkomen des te moeilijker, waardoor je nog meer klem kan komen te zitten. Osipian, moderator van dit eerste deel, benadrukt het belang van het je uitspreken over precaire situaties, om zo’n sneeuwbaleffect te voorkomen.

Voor filmmaker Julia Sokolnicka stonden presentaties in Brazilië gepland: vanwege de coronacrisis zijn de tentoonstellingen afgelast en wordt het voor haar in toenemende mate onmogelijk de huur van de broedplaats waar ze woont en werkt te betalen. Ze is niet de enige, bleek nadat Sokolnicka om zich heen geïnventariseerd had. Veel kunstenaars bleken bijvoorbeeld al aan te moeten geven of de huur van hun atelier zouden kunnen blijven betalen, nog zonder dat duidelijk was of zij in aanmerking zouden komen voor de zelfstandigenuitkering TOZO (tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers). Diegenen die in de broedplaats niet alleen hun atelier, maar ook hun woonruimte hebben vertellen Sokolnicka liever veel geld voor de huur te lenen en in de schulden te geraken dan dakloos te worden. Daarmee dreigen schulden een normaal bijgevolg van de crisis te worden, wat volgens Sokolnicka voorkomen moet worden.

Beeldend kunstenaar Yara Said vertelt over de Salwa Foundation die zij twee jaar geleden heeft opgericht om kunstenaars die nieuw zijn in Nederland te voorzien van ruimte voor experiment en feedback. De gemeenschap die zij zo heeft opgebouwd werd met de nodige overheidsmaatregelen onder haar voeten vandaan getrokken: ineens werd ze teruggeworpen op het eenzame moment dat ze hier aankwam. Ze ziet bijna niemand, en realiseert zich nu des te meer hoe belangrijk het denken en werken in gemeenschap is. Ze hoopt vooral dat het belang hiervan nu wordt ingezien. Live up the spirits, eindigt ook vierde kunstenaar Alina Lupu. Wie weet vormt deze crisis, en de precaire onderwijs-, woon- en leefsituaties die het aan het licht brengt, een moment om het culturele veld te vernieuwen.

Door te openen met kunstenaars die vertellen hoe het hen nu persoonlijk vergaat, weet de solidariteitssessie de urgentie van de crisis en de noodzaak voor vernieuwingen meteen invoelbaar te maken. De verhalen prikkelen een wat afstandelijker tweede deel van de dag, gemodereerd door Sepp Eckenhaussen van Platform BK, waarin vier adviesorganen hun woord doen. Tatjana Macic, ook van Platform BK, is de eerste spreker. Ze vertelt bezig te zijn met een nieuwe actieve en onafhankelijke denktank binnen het Platform die de woon- en werkcondities van kunstenaars in de stad bevraagt en uitlicht. Door kunstenaars in contact te brengen met andere experts en vertegenwoordigers van culturele organisaties hoopt ze zo een netwerk op te bouwen dat ook na de coronacrisis in stand blijft. Ze roept op tot een duurzamere verbondenheid: ‘we have to unite and organize!’

[blockquote]‘we have to unite and organize!’

Er rijden houten palen waarop aan de bovenkant borden –althans zo lijkt het- bevestigt zijn door de ruimte van w139. Als iemand uitgesproken is, wordt zo’n paal voor een van de beamers geschoven en de projectie gestopt. Het schijnbare houtje-touwtje systeem bevalt me wel als een prettige tegenhanger van vaak gelikte online presentaties en als indicator van de werkelijk precaire situatie waar we ons in bevinden.

Tweede spreker die in dit deel op de muur van W139 verschijnt is Nathalie Hartjes, directeur van presentatie-instelling MAMA in Rotterdam en vandaag aanwezig als vertegenwoordiger van De Zaak NU: een belangenvereniging voor allerlei presentatie-instellingen in Nederland, van grote instellingen als Witte de With in Rotterdam tot kleinere kunstenaarsresidenties als Kunsthuis Syb in Beetsterszwaag in Friesland. De vereniging maakt onder andere de complexe manier waarop geld door die instellingen stroomt zichtbaar. Hartjes noemt Onomatopee in Eindhoven als voorbeeld: de instelling wordt door de provincie Brabant gesubsidieerd en is daardoor niet in het gemeenteplan van Eindhoven opgenomen, waardoor ze nu misschien bepaalde regelingen mislopen. Gevallen als deze worden geïnventariseerd en gecommuniceerd aan het Mondriaan Fonds. Hoe het Mondriaan Fonds het door de overheid uitgekeerde extra budget van zeventig miljoen euro zal gaan inzetten om kunstenaars en instellingen te steunen moet nog blijken, maar Hartjes benadrukt dat al bestaande bijdragemogelijkheden in stand blijven.

Het is belangrijk ook nu ‘gewone’ aanvragen te blijven doen, onderschrijft ook Peter van den Bunder van Kunstenbond: een vereniging voor de kunsten die allerlei culturele beroepen representeert in onderhandelingen met het ministerie in Den Haag. Het lobbyen heeft bijvoorbeeld de -zeker niet perfecte- zelfstandigenuitkering TOZO tot gevolg gehad. De culturele sector was de eerste sector die een harde klap te verduren had, en zal de laatste zijn die zich weer kan aanpassen aan het ‘nieuwe’ normaal, denkt Van den Bunder.

Van alle sprekers uit dit tweede deel spreekt advocaat Jeremy Bierbach, gespecialiseerd in immigratierecht, de helderste taal. Hij weet het Nederlands en internationaal rechtssysteem kort uit de doeken te doen en werpt zich zo in de armen van online aanwezige kunstenaars, die deze tijd met veel vragen rondom TOZO en verblijfsvergunningen kampen. Bierbach legt uit dat een vergunning gebaseerd op werk, zoals die van kunstenaars, onderaan de ladder van mogelijke verblijfsvergunningen staat. Bovenaan staat de permanente verblijfsvergunning (wanneer je die hebt is er momenteel weinig reden tot zorg) en in het midden vind je vergunningen die bijvoorbeeld gebaseerd zijn op partnerschap en daardoor internationaal beschermd worden (het recht op familieleven is een internationaal recht). Kunstenaars die hier zijn met een werkvisum zijn compleet afhankelijk van beslissingen van de Nederlandse overheid.

We moeten kennis blijven delen en onze werkcondities blijven koppelen aan die van andere sectoren: alleen zo kunnen we een gemeenschappelijke precariteit inzichtelijk maken

Wat hun situatie nu met name onzeker maakt is dat hun vergunning afhankelijk is van een wettelijk vereist inkomen, waar ze vanwege de crisis niet aan geraken. Vele zelfstandigen zijn bang dat wanneer zij TOZO aanvragen, ze hiermee blijk geven aan het feit dat ze niet aan de voorwaarden kunnen voldoen en dus riskeren uit het land te worden gezet. Dit laatste gevaar is intussen minder realistisch geworden, zegt Bierbach. De overheid geeft aan vergunningen uitgegeven te hebben in de overtuiging dat de betreffende kunstenaars en andere cultureel zelfstandigen bijdragen aan de Nederlandse kunst- en cultuur. Het is in die zin niet in het belang van de overheid om vergunningen in te trekken. Wel is het vooralsnog onduidelijk of eventuele via TOZO verkregen inkomsten ingezet kunnen worden om aan het wettelijk vereiste inkomen te voldoen. In het vragenrondje achteraf, gemodereerd door Nadia Benchagra, wordt bovendien nog een tweede structuur aangehaald: de zogenaamde TOGS (tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren). Daar kom je als beeldend kunstenaar niet zo snel voor in aanmerking, leggen Bierbach en Eckenhaussen uit. Vereiste is namelijk onder andere een bedrag van vierduizend euro aan externe uitgaven (waaronder de huur van ruimtes of de uitbetaling van mensen in dienst vallen) over drie maanden.

Verder klinkt in de vragen nog maar eens de roep om solidariteit door, en wel een die verder reikt dan het huidige moment en de eigen sector. Wat er nu gebeurt in de kunstwereld maakt deel uit van een groter neoliberaal vlechtwerk. Alleen voor de culturele sector strijden is daarom niet genoeg, we moeten ook voor anderen opkomen. De Solidarity Sessions zijn in meervoud opgeschreven, omdat er nog veel meer sessies als deze nodig zijn, legt Osipian uit. We moeten kennis blijven delen en onze werkcondities blijven koppelen aan die van andere sectoren: alleen zo kunnen we een gemeenschappelijke precariteit inzichtelijk maken.

Solidarity Seesions, w139 Amsterdam, ism oa Platform BK, 6.5.2020

Marsha Bruinen

is webredacteur bij Metropolis M

Recente artikelen