metropolis m

#DROPSHELLASWELL, actie van Fossil Free Culture in het Groninger Museum, 15.11.2018, foto Fossil free Culture

Amsterdam heeft vanaf vandaag een fossielvrij Museumplein. Vanmiddag wordt er feest gevierd nu ook het Concertgebouw zijn sponsordeal met Shell heeft verbroken. Nu de rest van de fossiel gesponsorde musea nog! In deze aflevering van haar artikelenreeks Kunst & klimaat spreekt Zoë Dankert met de actiegroep Fossil Free Culture NL en verschillende museumdirecteuren over de aanwezigheid van de fossiele industrie in de kunstwereld. Wat zoekt zij in de culturele wereld?

Op 3 mei 2018 laten performers van Fossil Free Culture NL zwarte handafdrukken achter op de glazen wanden bij de ingang van het Van Goghmuseum in Amsterdam. De disruptieve performance heet Shell’s Dirty Hands en is de derde in een reeks disobedient art-performances in het museum. Er volgen er nog twee. Dan komt op 24 augustus het nieuws dat het Van Goghmuseum de banden met Shell verbreekt. Fossil Free Culture NL viert de overwinning met champagne voor het Van Goghmuseum; het Van Goghmuseum zegt dat het een natuurlijke beëindiging van het contract was.[1] De pijlen van het collectief zijn nu gericht op het Concertgebouw, dat ook door Shell gesponsord wordt. Het kortetermijndoel is om in 2020 het Amsterdamse Museumplein fossielvrij te kunnen verklaren.

Het begint ondertussen gemeengoed te worden, maar toch: wat de klimaatcrisis betreft heeft niemand schone handen. De hoge levenstandaard in welvarende landen en de wereldwijde verstrengeling van productieketens maakt iedereen medeplichtig. Desondanks is de verantwoordelijkheid niet evenredig verdeeld. Recent onderzoek wijst er onder meer op dat de twintig grootste fossiele bedrijven samen verantwoordelijk zijn voor 30% van de wereldwijde CO2-uitstoot.[2]

In Nederland ontvangen op dit moment vier culturele instellingen financiële steun van de fossiele industrie. Dat zijn het Drents Museum (NAM), Groninger Museum (Gasunie en GasTerra), NEMO (Shell) en Rijksmuseum Boerhaave (Shell). Het lijstje was eerst langer. Onder andere het Tropenmuseum, het Mauritshuis en het eerdergenoemde Concertgebouw en Van Goghmuseum hebben in de afgelopen twee jaar hun sponsordeals – soms stilletjes, soms publiekelijk – stopgezet.

Ik spreek twee directeuren wier musea nog wel banden hebben met de fossiele industrie: Andreas Blühm, directeur van het Groninger Museum, dat GasTerra en Gasunie als sponsors heeft, en Harry Tupan, directeur van het Drents Museum, dat door de NAM (Nederlandse Aardolie Maatschappij) wordt gesponsord.

Ook spreek ik Daniela Paes Leão en Teresa Borasino, vertegenwoordigers van Fossil Free Culture NL, een collectief van kunstenaars en activisten, die strijden tegen sponsordeals tussen de fossiele industrie en culturele instellingen. Volgens hen is een positieve aanwezigheid in de samenleving van groot belang voor politieke en publieke steun voor de fossiele industrie, vandaar de aanwezigheid van die bedrijven in, onder meer, kunstinstellingen, basisschoolklassen en duurzaamheidsfestivals. Positieve zichtbaarheid in de kunstsector middels sponsordeals, ook wel artwashing genoemd[3], is volgens Fossil Free Culture NL een van de pilaren die de fossiele industrie overeind houdt. Paes Leão: ‘Artwashing is een pr-strategie die door bedrijven als Shell wordt gebruikt om hun imago te poetsen door met een klein bedrag culturele instellingen te steunen. Zo lijkt het alsof Shell een ethisch bedrijf is met goede bedoelingen en krijgen ze een publieke license to operate.’

Hun missie is om de beeldvorming rondom fossiele bedrijven te veranderen. Paes Leão: ‘Het gaat ons om de reputatie van Shell en de sociale acceptatie ervan. Het gaat om de publieke perceptie, om hoe mensen een bedrijf als Shell waarnemen. We willen de mentaliteit veranderen, dat is op dit moment onze focus. Er zijn ook andere groepen die met andere middelen andere dingen agenderen, zoals de belastingontwijking van de fossiele industrie en fossiele reclame. Omdat wij kunstenaars zijn, willen wij juist in de beeldvorming veranderingen aanbrengen.’

Hun performances zijn zowel performancekunst als protesten en de simpele beeldtaal ervan is te zien in een lange traditie van kunst en activisme, die nu ook opgepakt wordt door een actiegroep als Extinction Rebellion. Borasino: ‘Kunst speelt een belangrijke, urgente rol in de klimaatcrisis. We hebben nieuwe visies, nieuwe verbeeldingen nodig om uit de crisis te komen. Als mensen zich niet kunnen voorstellen hoe het anders kan, is het lastig om daarnaar toe te werken. De kunst speelt daarin natuurlijk de primaire rol van de verbeelding. Ook is het heel noodzakelijk om de onderliggende oorzaken van de klimaatcrisis te benoemen, te bevragen, zichtbaar te maken en aan de kaak te stellen. Daarin kan kunst, politieke kunst, een hele belangrijke rol spelen. Mensen zien de crisis als een technische crisis die opgelost kan gaan worden door de wetenschap of de politiek. Dat is niet zo. Deze crisis is door allerlei onderliggende problemen veroorzaakt en als we dat niet kunnen zien, zal het niet veranderen. Denk bijvoorbeeld aan de schuld van de westerse wereld ten opzichte van de global south, en de scheve relaties tussen wie verantwoordelijk is voor de crisis en wie de prijs betaalt. Rechtvaardigheid in de klimaatcrisis is complex, ontzettend gelaagd en abstract. Goede verhalen zijn dan hele belangrijke gereedschappen; kunst is een goede verhalenverteller.’

Kleine en grote spelers

Voor sommige instellingen is sponsoring van fossiele bedrijven vrij essentieel, zoals in het geval van het Groninger Museum. Blühm: ‘Uit de losse pols is zo’n tien procent van de begroting besteedbaar aan activiteiten en presentaties, en die kostenpost wordt voornamelijk door Gasunie en GasTerra gevuld.’ Voor het Drents Museum is het ontvangen bedrag niet enorm, slechts een fractie van de begroting en daarom niet essentieel voor het voortbestaan van het museum. Tupan: ‘Het is natuurlijk wel zo dat de som van al die sponsoren maakt dat we essentiële stappen kunnen doen in aankopen en presentaties.’ Beide museumdirecteuren geven ook aan dat er in zowel Groningen als Drenthe weinig grote bedrijven voor handen zijn die als sponsors voor het museum aangetrokken kunnen worden.

De banden tussen de fossiele industrie en instellingen zijn soms nauw. In het geval van het Groninger Museum hebben Gasunie en GasTerra vijventwintig jaar geleden de bouw van het museum gesponsord. Blühm: ‘Wij zijn hen tot dank verplicht. Jaarlijks ontvangen wij van hen een bepaald bedrag dat in een fonds wordt gestopt en waarvan dan één keer in de twee of drie jaar een grotere tentoonstelling kan worden georganiseerd.’

Ik vraag Blühm hoe hij denkt over artwashing. ‘Je kan het ook omdraaien: het zou natuurlijk helemaal erg zijn als je imago niet beter wordt van het sponsoren van musea. Stel, de fossiele industrie sponsort het gevecht tegen de ziekte polio: hoe zit dat? Mag dat dan wel van Fossil Free Culture? Als Shell Afrikaanse kinderen helpt? Het is mij te makkelijk om de musea die toch kleine en zwakke spelers zijn – en afhankelijk van sponsors – te pakken. Wij hebben een sociale en culturele missie die zij [Gasunie en GasTerra, ZD] mede mogelijk maken, waardoor ook mensen die anders niet met kunst in aanraking komen dat wel doen. Ik ben er nog niet van overtuigd dat dat niet oké is.’

[blockquote]In Nederland ontvangen op dit moment vier culturele instellingen financiële steun van de fossiele industrie. Dat zijn het Drents Museum (NAM), Groninger Museum (Gasunie en GasTerra), NEMO (Shell) en Rijksmuseum Boerhaave (Shell)

#DROPSHELLASWELL, actie van Fossil Free Culture in het Drents Museum, 15.11.2018, foto Fossil Free Culture

De banden tussen het Drents Museum en de NAM gaan nog verder terug, tot 1975. Als ik Tupan de term artwashing uitleg en hem vraag hoe hij daarover denkt in relatie tot zijn museum, zegt hij: ‘Dat is het goede aan het verhaal van Assen, dat is nooit een issue geweest. NAM steunt ons al sinds 1975 dus lang voordat dit soort zaken speelden. Dus dat is pertinent niet het geval.’

De lobbygeschiedenis van de fossiele industrie gaat verder terug dan de jaren zeventig. In 1924 bracht de Bataafsche Petroleum Maatschappij, die later zou overgaan in Shell, al een film uit over de werkgelegenheid die het bedrijf het toenmalige Nederlands-Indië zou hebben gebracht.4 In de decennia die volgen geeft Shell ook opdracht tot een aantal milieufilms, waaronder het veelbekroonde Strijd zonder einde (1955) van regisseur Bert Haanstra. In de jaren zeventig, als de gevolgen van de fossiele industrie voor milieu en welzijn duidelijker zichtbaar worden in het publieke domein, eist Haanstra van Shell dat het narratief van de film gewijzigd wordt, zonder veel resultaat.[5]

Shell en Exxon (dat later fuseerde met Mobil Oil) hebben al in de jaren tachtig – volgens lopend onderzoek mogelijk nog enkele decennia eerder – onderzoek gedaan naar de invloed van de fossiele industrie op het milieu en de planeet. Die rapporten, waarin duidelijk werd dat de fossiele industrie desastreuze gevolgen heeft voor de hoeveelheid CO2 in de lucht en de daaraan gekoppelde wereldwijde opwarming van de aarde met, onder meer, orkanen, smeltende ijskappen en grootschalige droogte tot gevolg, werden niet naar buiten gebracht.6

Waar trek je de grens?

Nadat het Van Goghmuseum de banden met Shell had verbroken, liet Fossil Free Culture NL in de Nederlandse musea en culturele instellingen die op dat moment banden hadden met de fossiele industrie schelpen achter met daarin een zwart goedje. Als ik de museumdirecteuren vraag of er intern, of naar aanleiding van die actie, gemengde gevoelens zijn over de sponsor, geeft Tupan aan dat daar in het Drents Museum ‘helemaal geen sprake van is’.

Volgens Andreas Blühm zijn er in het Groninger Museum wel gedifferentieerde gevoelens over de sponsor, maar geen gemengde gevoelens: ‘Iedereen ziet natuurlijk het nieuws, het is dus niet zo dat we denken dat er niets aan de hand is. En daarnaast speelt in Groningen wat er gebeurt met Gasunie en GasTerra, los van de aardbevingen, enorm. Het gevoel dat heerst is dat Groningers niet de baten hebben van de gaswinning maar er wel de dupe van zijn. Mijn persoonlijke mening is dat het hypocriet is om zolang wij nog tanken geen sponsorgeld te willen aannemen van de fossiele industrie.’

Heeft het museum niet een voortrekkersrol, een maatschappelijke verantwoordelijkheid? Blühm: ‘Die mening van Fossil Free Culture NL vind ik toch wel overdreven. Om de naamsbekendheid in Groningen te verhogen hebben Gasunie en GasTerra het museum niet nodig. Zij geven juist terug aan de regio waarin zij werken; zij hebben immers ook een maatschappelijke en culturele verantwoordelijkheid. Die Code Cultuursponsoring, ja als het je het hebt over de wapenindustrie, dat is wat anders. De vraag is natuurlijk: waar trek je de grens? Mag je bijvoorbeeld van Heineken geld aannemen? Tabak is iets wat volgens mij niet meer kan.’

De vraag waar de grens getrokken moet worden is een terechte en de vraag is natuurlijk ook wie verantwoordelijk is voor het trekken van die lijn. De instellingen, de culturele sector, de overheid? Fossil Free Culture NL wil dat via wetgeving oplossen: ‘Ons uiteindelijke doel, een verre horizon, is dat er een wet komt die het de fossiele industrie, net zoals de tabaksindustrie, verbiedt om reclame te maken, te sponsoren, te adverteren. Denk bijvoorbeeld aan die misleidende advertenties van Shell die hier onlangs nog op de hoek van de straat te zien waren.’

Het is de grootste uitdaging van onze tijd: hoe om te gaan met de klimaatcrisis. Volgens het IPCC zijn de komende tien jaar cruciaal voor het bepalen van de koers. Dit jaar staat Zoë Dankert in Metropolis M stil bij de vraag welke rol kunst, kunstenaars en de cultuursector (kunnen) spelen in de klimaatcrisis. We trappen af met de vraag: wat zoekt de fossiele industrie in de culturele sector?

DIT ARTIKEL IS GEPUBLICEERD IN METROPOLIS M NUMMER 1-2020 SENSORY. STEUN METROPOLIS M, NEEM EEN ABONNEMENT. ALS JE NU EEN JAARABONNEMENT AFSLUIT STUREN WE JE HET LAATSTE NUMMER GRATIS OP. MAL JE NAAM EN ARES NAAR [email protected]

1 Michiel Kruijt, ‘Fossil Free Culture NL claimt dat steeds meer musea Shell laten vallen – maar de musea ontkennen’, de Volkskrant, 30.7.2018, www.volkskrant.nl/cultuur-media/fossil-free-culture-nl-claimt-dat-steeds-meer-musea-shell-laten-vallen-maar-de-musea-ontkennen~b843270c/

2 Matthew Taylor en Jonathan Watts, ‘Revealed: the 20 firms behind a third of all carbon emissions’, The Guardian, 9.10.2019, www.theguardian.com/environment/2019/oct/09/revealed-20-firms-third-carbon-emissions

3 Artwashing, pinkwashing en groenwassen zijn termen waarmee de beïnvloeding van de publieke opinie door bijvoorbeeld het bedrijfsleven wordt aangeduid. Het boek Artwash. Big Oil and the Arts (2015) van Mel Evans, Liberate Tate-activist en schrijver, toont de invloed van de fossiele industrie op de kunstwereld in het Verenigd Koninkrijk. Artwashing wordt ook vaak in een gentrificatiecontext gebruikt.

4 ‘Dit zijn de films van Shell’, NPO1, 24.11.2019, www.nporadio1.nl/geschiedenis/20108-ovt-shell-documentaire-film

5 Idem.

6 Zie onder andere: www.climatefiles.com; www.smokeandfumes.org; Jelmer Mommers, ‘ExxonMobil loog jarenlang over klimaatverandering. De gevolgen merken we nog steeds’, De Correspondent, 24.8.2017, www.decorrespondent.nl/7225/exxonmobil-loog-jarenlang-over-klimaatverandering-de-gevolgen-merken-we-nog-steeds/11000591492825-909d4aa6; Jelmer Mommers, ‘#ShellKnew. In deze interne documenten kun je zelf lezen wat Shell sinds 1986 weet over klimaatverandering’, De Correspondent, 5.4.2018, www.decorrespondent.nl/5563/shellknew-in-deze-interne-documenten-kun-je-zelf-lezen-wat-shell-sinds-1986-weet-over-klimaatverandering/8470074806171-; Benjamin Franta, ‘Shell and Exxon’s secret 1980s climate change warnings’, The Guardian, 19.9.2018, www.theguardian.com/environment/climate-consensus-97-per-cent/2018/sep/19/shell-and-exxons-secret-1980s-climate-change-warnings

Zoë Dankert

schrijft

Recente artikelen