metropolis m

Sara Ahmed

Sinds Julian Andewegs gewelddadige gedrag door de NRC is onthuld, worden overal in de Nederlandse institutionele kunstwereld protocollen en klachtenprocedures tegen het licht gehouden. Eerder dit jaar sprak Sara Ahmed voor een volle zaal in Brussel over wat het betekent om te klagen en wat het de klager kost. Ze deed uitgebreid onderzoek naar de institutionele omgang met klachten van diverse aard en constateert dat de institutionele onwil en het onvermogen te veranderen nog groter zijn dan verwacht.

In 2016 nam Sara Ahmed ontslag als Professor of Race and Cultural Studies aan Goldsmiths, University of London. Het was een protest tegen het falen van de universiteit om het onderwerp seksuele initimidatie op een goede manier aan te kaarten. De Brits/Australische Ahmed heeft zich sindsdien, buiten de universiteit, gewijd aan een onderzoek van de klachtenprocedures op universiteiten, speciaal die in Australië.

Op haar website schrijft ze erover: In June 2017 I began working on a project on complaint, which was inspired by my own experience of supporting  students through multiple enquiries into sexual harassment and sexual misconduct. The project involves gathering written and oral testimonies from those who have made complaints about experiences of abuse, harassment and bullying within universities as well as those who decided not to make complaints despite their experiences of abuse, harassment and bullying. The university here provides a research field; one with which I am familiar. I am concerned with what it means to identify and challenge abuses of power. I have a simple premise: the experience of identifying and challenging abuses of power teaches us about power. The project is thus concerned with the experiences that lead to a decision about complaint as well as the experiences of complaint. By complaint I am not just referring to formal complaints but to a range of informal as well as formal means by which challenges are expressed.

In haar lezing gaat ze stapsgewijs, bijna handboekmatig, door de procedures en beschrijft de consequenties ervan voor de klagers en het systeem. Ze laat zien hoe institutionele mechanieken het moeilijk maken de protocollen te kennen, te begrijpen, te hanteren en er gevolg aan te verbinden. Wanneer een klacht met de nodige moeite een weg door het systeem vindt, wordt er zelden naar geluisterd. De niet-handelingsvaardigheid (non-performance) van instituten is wat dat betreft ontluisterend, wat Ahmed doet concluderen dat instituten weliswaar klachtenprocedures optuigen, maar niet in staat zijn die werkelijk in gebruik te nemen. 

Klachtenprocedures zijn over het algemeen omslachtig en ingewikkeld, ze werpen muren op ter bescherming van het instituut, alsof de verdediging daarvan het belangrijkst is. Het vraagt daarom doorzettingsvermogen van de klager en het slechten van vele emotionele buffers, als de klager weer ergens op stuit. Ahmed stelt dat het lijkt alsof de uitputting die de klager ervaart gedurende de procedure niet een bijeffect maar juist het punt ervan is.  Alsof alles zo is ingericht dat de klager volledig uitgeput is nog voordat het instituut tot een uitspraak komt.

Typerend wat dat betreft is het ‘ja’ van het instituut bij het aanhoren van het verhaal van de klager, dat in de woorden van Ahmed klinkt als ‘we zullen zien’. Instituten zijn hardhorend en traag, ze speculeren op het afhaken van de klager en verschuilen zich achter regels die ze zelf niet in de hand hebben. Iedereen die wel eens heeft geklaagd weet dat in de beste gevallen het keerpunt zich pas aandient als het vertrouwen in de goede afloop al lang is opgegeven.

[blockquote]Klachtenprocedures zijn over het algemeen omslachtig en ingewikkeld, ze werpen muren op ter bescherming van het instituut, alsof de verdediging daarvan het belangrijkst is

De niet-institutionele partners van de klachtenprocedure zijn de ontmoedigers aan de zijlijn. Dat kunnen medewerkers uit de institutionele omgeving zijn, maar ook vrienden en bekenden. Klagers die anderen op de hoogte stellen van hun klacht worden er vaak op gewezen hoe slecht een klacht kan zijn voor de eigen carrière, door Ahmed omschreven als ‘complaint framed as self-damage’ en ‘as closing the door on yourself and your career’. Bij klachten van (seksuele) intimidatie is het nog erger en vindt er zelfs geregeld een omkering plaats, waarbij het slachtoffer zijn slachtofferschap als het ware wordt ontnomen en in de procedure pardoes zelf gebombardeerd wordt tot dader die bezig is de persoon over wie geklaagd wordt (de dader om wie het eigenlijk gaat) te beschadigen. Zeker als betreffende persoon een belangrijke positie bezet, of op andere manier belangrijk is voor de uitstraling van het instituut, zie je regelmatig hoe een instituut de kwestie op deze manier probeert te kantelen. Opnieuw blijkt hier hoe klachtenprocedures een averechts effect kunnen sorteren, zo angstig als instituten zijn voor hun goede naam en faam.

Het klagen is niet iets wat je licht moet nemen. Ahmed wijst daarom ook op de persoonlijke tol van de klacht. Het vraagt veel van de klager, vooral in mentaal opzicht. Ze zegt dat het iets is wat je lichamelijk met je meevoert, noemt het ’to hold a history in the body’. Het is een last die je ook niet zomaar achter je laat, soms zelfs de rest van je leven met je draagt. 

Waarbij ook telt dat er het risico van uitsluiting is. Op slinkse wijze wordt de klager afgespiegeld als deel van het probleem dat wordt aangekaard, en dientengevolge uitgesloten uit de groep. Of de klager wordt geafficheerd als een zeurpiet, als sociaal onhandig, als een onwrikbaar persoon die niet in staat is een probleem op een vriendelijkere wijze op te lossen, noch om te vergeven en vergeten. Voor Ahmed zelf is er geen andere keuze: ‘diversity work is the work we have to do to survive the work we have to do’. Ze neemt de sociale uitsluiting op de koop toe, is dat vanuit haar feministische praktijk al lang gewend. In de lezing valt regelmatig het woord killjoy.

Wat niet wegneemt dat ze begrijpt als er door betrokkenen wordt afgezien van het klagen. Het is een persoonlijke afweging die iedereen voor zichzelf moet maken.

Des te groter haar waardering voor de moed van de personen die durven op te staan, ondanks alle repercussies en de tol die het eist.

ZIE HIER DE HELE LEZING:

Ahmed heeft delen van het onderzoek gepubliceerd, maar werkt nog aan een boek dat in 2021 staat te verschijnen, op z’n vroegst, want het vergt nog veel onderzoek. Complaint! zal een wetenschappelijke analyse zijn van haar bevindingen. Ze hoopt daarnaast een meer toegankelijke versie uit te brengen die ook kan dienen als handboek.

De lezing kent meerdere versies online. HIER de versie van 18.2.2020 in het Kaaitheater Brussel; met dank aan Nancy Jouwe voor de tip; tekst deels onleend aan bestaande samenvattingen 

Recente artikelen