metropolis m

Sandra Mujinga ,’Midnight’, installatie Vleeshal Middelburg, fotograaf Gunnar Meier

Sandra Mujinga is kunstenaar, dj en muzikant. Ze treedt op, maakt performances, publicaties, installaties en sculpturen, werkt met film en geluid en organiseert paneldiscussies. Ze is actief binnen en buiten de kunst, in nachtclubs en op sociale media. In Vleeshal Middelburg verkent ze de duisternis en herkent in de green screen de mogelijkheid tot het creëren van een nieuw universum. Bas Blaasse gaat met haar in gesprek.

Laat je ogen wennen aan het donker, want het is nacht in de Vleeshal. De gotische hal in het voormalige stadhuis van Middelburg is verduisterd. Er hangt er een sacrale, omineuze sfeer. In totaal zweven er vijf figuren in de lucht, omgeven door een groen aura, als geesten uit een parallelle ruimte. Sandra Mujinga’s Midnight is een minimale presentatie, maar alleszins een eigen wereld. Mujinga zit in haar studio in Oslo en ik in mijn studio in Brussel als we elkaar ontmoeten om erover te praten.

De veelzijdigheid van haar praktijk heeft op mij een bevrijdende indruk. Mujinga bedient zich van verschillende media en disciplines. Ze is kunstenaar, dj en muzikant. Ze treedt op, maakt performances, publicaties, installaties en sculpturen, organiseert paneldiscussies, en werkt met film en geluid. Ze is actief binnen zowel traditionele kunstinstellingen als nachtclubs, en op internet en sociale media. 

Toch vertelt Mujinga dat ze haar digitale activiteiten de laatste tijd juist heeft willen minderen. Ze legt uit dat ze het internet en sociale media eerder vooral ervoer als een vrije ruimte om je eigen wereld te scheppen. ‘Op Instagram had ik een soort ideale sociale omgeving gecreëerd.’ Alsof ze niets meer buiten die wereld nodig zou hebben. En die vrijheid wilde ze vieren. Tegelijkertijd zijn de digitale mogelijkheden voor haar ook omgeven door de vraag wat het betekent om online te bestaan. ‘Wat betekent het om voortdurend gevoed te worden door op jouw aangepaste informatie? Welke digitale voetafdruk laten we achter? En wat betekent het bijvoorbeeld om online voort te leven, na een fysiek overlijden?’ Met zulke vragen wordt het digitale feest langzaamaan contemplatiever en kritischer. Toch blijven de mogelijkheden tot het creëren van een eigen universum, die onder andere geboden worden door sociale media, een belangrijk uitgangspunt. 

 Sandra Mujinga ,'Midnight', installatie Vleeshal Middelburg, fotograaf Gunnar Meier

In sciencefiction of fantasy heet de constructie van een eigen, denkbeeldige wereld ‘worldbuilding’, wat gepaard kan gaan met een eigen geschiedenis, geografie, volkeren en talen. Het is een centraal knooppunt in Mujinga’s werk en strekt zich uit over de hele spanbreedte van haar bezigheden; van sociale media en performances tot kunstinstallaties zoals deze in Middelburg. Ook hier is het verlangen naar een eigen wereld duidelijk voelbaar.

Midnight is opgedeeld in twee segmenten. Wanneer je binnenkomt lijk je een onbestemde ceremonie binnen te stappen. Vier figuren staan hangend in een cirkel, in een groene omgeving: NkámaZómiMókó en Libwá (2019). Of ik ben hier niet op mijn plek, of de vier spookachtige gedaanten komen uit een andere tijd en dimensie. Het groene licht waarin de figuren staan doet denken aan een green screen. ‘Het groen is op een bepaalde manier ook een soort zwart, het is net een soort leegte’, vertelt Mujinga. ‘Ik ben al een tijdje behoorlijk geobsedeerd door green screens. Groen ligt bovendien het meest ver verwijderd van onze huidskleur. En het groene licht verandert onze huidskleur in de ruimte.’

Zowel het groen als de donkerte in de ruimte zijn een soort onbezet veld waarin de rollen en posities openliggen. De sculpturen zijn als opgezette kostuums; hun gestalten bestaan enkel uit de contouren van een soort wade gemaakt van spijkerstof, gevoerd met een glad, plastic-achtig materiaal. Ze zien eruit als beulen of geestverschijningen met kappen over hun hoofden. Het zijn nadrukkelijke verschijningen hoewel ze hun inhoud niet prijsgeven. Ondanks het contrast tussen binnen- en buitenkant ontstaat evenwel een onkreukbaar uiterlijk. En terwijl dit viertal nog in een groen licht hangt is de volgende ruimte bijna volledig donker. Aan het einde danst een hologram, het vijfde personage van de tentoonstelling. Deze virtuele figuur maakt een al even geheimzinnige indruk als het voorgaande viertal. Flo (2019) wordt begeleid door onheilspellende muziek die Mujinga zelf maakte, en het geheel doet denken aan een afscheidsdienst. Dat is niet volledig misplaatst, want Mujinga vertelt dat het werk is opgedragen aan haar overleden moeder. 

Toch is aan geen enkele figuur in de tentoonstelling een eenduidig karakter of expliciete functie toe te schrijven. ‘Soms schrijf ik over een personage, en nog voordat ik het schrijfproces tot een einde heb gebracht begin ik al met de sculptuur. Het hologram komt in feite in een proces van beeldhouwen tot stand. Het is een voortdurend proces van het renderen en exporteren van verschillende bestanden en afbeeldingen om langzaam een sculptuur te doen ontstaan. Ik schrijf elke stap telkens op alsof het een recept is.’ Haar beweeglijkheid tussen verschillende media vertaalt zich ook in een gemak om tussen meerdere activiteiten heen en weer te bewegen. ‘Ik doe altijd heel veel dingen tegelijkertijd, alsof ik verschillende tabbladen in een browser open heb staan. Uiteindelijk is het met name een kwestie van de verschillende onderwerpen en gedachten organiseren.’ Wat dat betreft vormen de rust en het trage tempo waartoe de tentoonstelling je dwingt een materieel tegendeel van de snelheid en onbegrensdheid van een digitaal universum. Als bezoeker word je geen manager van rondvliegende flarden, maar de prikkels die je worden aangereikt zijn welgekozen, wat als vanzelf een vorm van aandacht in het leven roept.

Sandra Mujinga ,'Midnight', installatie Vleeshal Middelburg, 2020, fotograaf Gunnar Meier

Sandra Mujinga ,'Midnight', installatie Vleeshal Middelburg, fotograaf Gunnar Meier

Zowel de vier sculpturale figuren als Flo blijven holle gedaanten, alsof uitsluitend hun uitwendige vorm de substantie moet bepalen. De kleding die het hologram draagt bouwen het lichaam op en zetten het als het ware in elkaar, niet met spierweefsel en organen maar vanaf de buitenkant. ‘De sculpturen gaan over het silhouet, en hoe je ze door een vorm van schaduwtheater kan ervaren. Schaduwtheater is voor mij een geschikt raamwerk om na te denken over deze figuren. Door het gebruik van stof en door jezelf te omhullen kun je illusies creëren en kun je van gedaante verwisselen, zonder direct zichtbaar te zijn.’ Anders dan binnen onlinemogelijkheden manifesteert worldbuilding zich in de Vleeshal in de vorm van onzichtbaarheid, contouren, suggesties.

Het schaduwbeeld zet een schets neer van wat mogelijk is. Ik ben benieuwd waar haar interesse voor het schaduwtheater vandaan komt. Ze legt uit dat het voortkomt uit de vraag: ‘Hoe beweeg je je voort en kun je overleven in de duisternis?’ De tentoonstelling lijkt daar in eerste instantie een eenvoudig antwoord op te geven: door de tijd te nemen. Hoe langer je kijkt, hoe meer je ziet. Zo wordt de achterliggende constructie naarmate je ogen aan het donker wennen steeds manifester: het hologram is een projectie die weerspiegeld wordt in een gekanteld raam. Maar Mujinga’s vraag is breder en gaat verder dan enkel de fysieke en tijdelijke ervaring van de tentoonstellingsbezoeker; vanuit haar ervaringen als zwarte vrouw appelleert ze eveneens aan de realiteit om geforceerd in het donker te opereren en te overleven. Hoe kun je jezelf zichtbaar maken als je niet gezien wordt?

In dat opzicht kun je Midnight vanuit meerdere perspectieven interpreteren. Je kunt het opvatten vanuit de wisselwerking tussen een on- en offline bestaan, of vanuit het verlangen om in de periferie te opereren. Je kunt het begrijpen als de oneindige mogelijkheid om een eigen universum te scheppen of vanuit de vraag wat het betekent om tot de marge te zijn veroordeeld. Je kunt de duisternis als een symbool lezen voor de vrijheid en onvrijheid van een zwarte vrouw, of als algemene weerstand tegen het knipperlicht en de gefragmenteerde concentratie van onze beeldschermen. Ik vraag me af in hoeverre een inleiding nodig is voor haar werk. ‘Het hangt uiteindelijk af van het publiek. Mijn werk nodigt uit tot verschillende gesprekken, afhankelijk van hoe en waar het wordt gepresenteerd. Zoals Octavia Butler zegt: Ik ben liever een schrijver dan een zwarte schrijver. Maar haar ervaringen als zwarte vrouw zijn er wel degelijk mee verbonden.’

Uiteindelijk ontmoeten de verschillende interpretaties in Midnight elkaar in een ruimte van mogelijkheden. Het interieur van de Vleeshal heeft een aanwezig karakter en is bepalender dan bij menig andere kunstinstelling. Maar in Midnight lost deze omgeving als het ware op in een groene duisternis, wat een actueel gevoel van mogelijkheid creëert, dat in klassieke presentaties nog wel eens kan ontbreken. Is de green screen de nieuwe white cube? 

Bas Blaasse

is schrijver, filmmaker en redacteur bij HART magazine

Recente artikelen