metropolis m

Overzichtsfoto CYCLE in PARK Tilburg

Bram Braam en Anneke Eussen zijn van dezelfde generatie, allebei opgegroeid in Zuid-Limburg en op den duur verhuisd naar Berlijn. Ze maken allebei architectonisch geïnspireerd werk over verval, herwaardering voor het oude en gebruikte materialen. Linda Köke sprak met de kunstenaars over hun werk en hun eerste duotentoonstelling bij PARK in Tilburg.

Bram Braam: ‘Onze samenwerking voor deze expositie droeg een zeker risico met zich mee, omdat onze werken en onze praktijken zo nauw met elkaar verbonden zijn. Uiteindelijk heeft dit positief uitgepakt: onze werken vullen elkaar perfect aan, zijn toch verschillend genoeg om contrasten te tonen.’ Het is precies dit prettige spel tussen gelijkenissen en verschillen dat mijn bezoek aan CYCLE zo prettig maakt.  

CYCLE biedt een reflectie op de constante cyclus van verval en heropbouw, en ons gebruik van en relatie met materialen. Zowel de individuele werken als de expositie in zijn geheel zetten properheid en nieuwe materialen tegenover rauwheid en hergebruikte materialen. Onze relatie met materialen laat veel te wensen over: we gooien te snel dingen weg die nog een tweede leven hebben: of dit nu een object, een materiaal of een vervallen gebouw is. Braam en Eussen becommentariëren onze relatie met het oude en gebruikte en tonen een hervonden respect voor gebruikte materialen in de werken die in PARK te zien zijn. 

Overzichtsfoto CYCLE in PARK Tilburg

Overzichtsfoto CYCLE in PARK Tilburg

In CYCLE neemt Anneke Eussen de mogelijkheid tot transformatie als haar uitgangspunt. ‘Wanneer iets breekt, maakt het materiaal de weg vrij voor talloze nieuwe variaties op iets dat eerst slechts één variant kende’, aldus Eussen. Uitgestrekt over een hele muur in PARK hangt de reeks Nothing gets lost in time (2020), bestaande uit gebroken antiek glas waarbij de breuklijnen de nieuwe omtrek van de vormen bepalen. Elk paneel had oorspronkelijk dezelfde rechthoekige vorm; doordat elk paneel op een andere manier brak bij het verwijderen uit het kozijn, ontstaan vierentwintig nieuwe, unieke vormen. De vierentwintigpanelen staan voor de 24 uur in een dag. Eussen: ‘Ik ben gefascineerd door hoe mensen dingen zoals tijd proberen in te delen in systemen, en hoe deze systemen weerslag hebben op hoe we tegen dingen aankijken en waarderen. Tijd wordt in de westerse wereld vaak uitgedrukt in de lineaire duur van een mensenleven, maar ik zie tijd eerder als een circulair gegeven.’ Deze circulariteit is te zien in de glas-serie, waarbij het breken van één glazen paneel het directe startpunt is voor vele nieuwe variaties. 

De originele details in de glazen panelen zijn nog zichtbaar, zoals de lijmresten op de plekken waar het glas in het kozijn bevestigd zat. De materialen zijn niet gemanipuleerd, wat getuigt van Eussens respect voor haar materialen en hun vele mogelijkheden. De delicate aard van de serie staat bijna haaks op Bram Braams grote, tegenoverliggende installatie Cycle, waaraan de expositie zijn naam ontleent. De klinische, witte lijnen van Braams sculptuur laten een sterk doch interessant contrast zien tegenover de fragiliteit en intimiteit van Eussen’s Nothing Gets Lost in Time, hoewel beide werken hetzelfde onderwerp als uitgangspunt hebben.

‘Wanneer iets breekt, maakt het materiaal de weg vrij voor talloze nieuwe variaties op iets dat eerst slechts één variant kende’

Anneke Eussen, Nothing Gets Lost in Time (detail) (2020)

Anneke Eussen, Shifting Perception

Na een studietijd in Maastricht en Antwerpen en gewoond te hebben in Brussel en Berlijn, woont en werkt Eussen nu in het Zuid-Limburgse Vaals. Het stadje staat op veel punten sterk in contrast met het industriële karakter en de snelheid van de Belgische en Duitse hoofdsteden. Toch ervaart Eussen ook overeenkomsten. Door de leegloop en vergrijzing komen ook in Vaals industriële gebouwen leeg te staan. 

Wanneer nieuwe materialen, gebouwen of gebruiksvoorwerpen aftakelen of kapot gaan, worden zij ineens als waardeloos ervaren. Een gebouw wordt gerenoveerd of zelfs afgebroken en vervangen.Hiermee vertoont het werk van Eussen verbanden met Braams tentoongestelde werk in CYCLE. Braam onderzoekt de levenscyclus van materialen, in het bijzonder die van architectuur: het plaatsen van een gebouw, de toe-eigening hiervan door het in gebruik nemen, soms zelfs het volledig verdwijnen van een gebouw. Na de dood – of na het verval van architectuur – vangt de cyclus opnieuw aan. Door gebruikte materialen als oude lantaarnpalen, vuilnisbakken en sloopafval opnieuw toe te eigenen, stelt Braam de vraagt of we nog wel kunnen zien wat authentiek is. Waar kijken we nu naar? Hoe duiden we onze dagelijkse realiteit, als we van niets zeker weten of het echt of opnieuw geconstrueerd is?

Als een eiland in de zee is Cycle het middelpunt dat voorschrijft hoe de omringende werken gezien worden, de speelse architectonische constructie heeft openingen waardoorheen de bezoeker een glimp kan opvangen van de omringende werken

Wanneer men door de expositie loopt, zijn de architectonische invloeden in de werken van beide kunstenaars evident. De werken van zowel Braam als Eussen hebben niet alleen een monumentale kwaliteit in zich, maar refereren ook direct naar architectonische elementen zoals bouwmaterialen als glas of beton, specifieke locaties of hele gebouwen. De expositie zelf deelt dit architectonische gevoel: de voormalige kapel, nu expositieruimte, plaatst Braams installatie Cycle in het midden van de ruimte op een platform van houten pallets. Als een eiland in de zee is Cycle het middelpunt dat voorschrijft hoe de omringende werken gezien worden. Het is een intrigerend spel van horizontale en verticale balken, die een speelse architectonische constructie vormen met openingen waardoorheen de bezoeker een glimp kan opvangen van de omringende werken – een blik naar buiten door de ramen, met de kozijnen in de periferie van het gezichtsveld. 

Bram Braam, The Flow of Present (2020), 200x220 cm

In Cycle refereert Braam aan kunstenaars uit het minimalisme uit de jaren zestig, zoals Sol Lewitt. In zijn werk komen de eenvoud, materialiteit en geometrische vormen ook naar voren, maar deels combineert hij dit met een meer destructieve vorm van afbraak, verval en vandalisme. ‘Mondriaaneske’ verwijzingen worden gecombineerd met invloeden uit het brutalisme en de modernistische architectuur van Le Corbusier en het werk van Gordon Matta Clark. Het werk Cycle (2020) in de expositie is deels een directe referentie aan de sculptuur Structure (1994) van Sol Lewitt die in de openbare ruimte van Berlijn staat in de wijk Kreuzberg. De sculptuur is door de buurtbewoners toegeëigend door deze te beplakken met stickers of te bekladden met graffiti. Het werk is eensamenkomst van tegenstellingen, waarbij de geometrische precisie, ordening en super cleane uitstraling van de sculptuur van Sol Lewitt in schril contrast staat met zijn omgeving. In de loop van de tijd is de sculptuur radicaal getransformeerd: een transformatie die nu ook in PARKs expositieruimte te zien.

De tentoonstelling CYCLE van Bram Braam and Anneke Eussen bij PARK Tilburg is vanwege corona voortijdig gesloten

Linda Köke

is kunstcriticus en curator bij kunstruimte Willem Twee

Recente artikelen