metropolis m

HOTEL SOLO Exo Exo, foto: Club Solo

Naar aanleiding van hun vijfjarig bestaan publiceerde Club Solo het boek over de toekomst en de kunstenaarsinitiatieven. Achttien schrijvers, kunstenaars en andere spelers uit het veld geven hun visie op de aard en waarde van zulke initiatieven, steeds met de blik op de toekomst. Floor van Luijk leest het boek en spreekt twee van de initiatiefnemers.
 

Gezien de aanleiding van over de toekomst en de kunstenaarsinitiatieven zou een reflectie op de praktijk van Club Solo zelf voor de hand liggen. Toch valt de publicatie niet zo eenduidig op Club Solo zelf te betrekken. ‘We ontwikkelen nog volop, dus voor een terugblik op ons bestaan is het te vroeg. Met het boek willen we vooruitkijken, niet alleen het moment vieren, maar ook iets maken waar men op de langere termijn iets aan heeft’, vertelt medeoprichter Iris Bouwmeester wanneer ik haar spreek. 

‘We willen het gesprek voeren over de rol van kunstenaarsinitiatieven en ruimte geven aan de ideeën van anderen. Eindredacteur Florette Dijkstra en het team heeft gezocht naar een bijna wereldwijde blik op kunstenaarsinitiatieven. Met die opzet groeit ook het besef van onze plek als initiatief’, voegt Maria Dymphna de Bie, tevens kernlid van Club Solo, daaraan toe. 

Onverwachts geven al die verschillende perspectieven in het boek, alsmede in de bijbehorende podcast, een aardig coherent beeld. De ruimte na te denken over de potentie van kunstenaarsinitiatieven leidt zowel in de publicatie als in de eruit voortgekomen serie online te beluisteren gesprekken tot een optimistische waaier aan ambities en werkmodellen. Opvallend is ook wat aan die waaier ontbreekt. Er wordt bijvoorbeeld niet veel teruggegrepen naar de makkelijk geromantiseerde wortels in de kraakscène. Het kunstenaarsinitiatief komt ook niet naar voren als onafhankelijke tentoonstellingsruimte voor en door kunstenaars, opererend buiten het zicht van een officieel circuit. Ook ligt de nadruk niet op actie, wendbaarheid, tijdelijkheid of het hier en nu. Veeleer zijn de teksten gericht op een type initiatief dat verbindt, zowel op sociaal-maatschappelijk, institutioneel als ecologisch niveau. 

[blockquote]De teksten zijn gericht op een type initiatief dat verbindt, zowel op sociaal-maatschappelijk, institutioneel als ecologisch niveau

over de toekomst en de kunstenaarsinitiatieven, foto door ontwerper van het boek Berry van Gerwen

over de toekomst en de kunstenaarsinitiatieven, foto door ontwerper van het boek Berry van Gerwen

De eerste tekst legt daar meteen een goede basis voor. Daarin beschrijft de aan The New School University in New York werkzame Christopher Lee Kennedy kunstenaarsinitiatieven als plekken waar geëxperimenteerd wordt met alternatieve werk- en leefmodellen, en die reageren op hun lokale omgeving. Samen vormen ze een netwerk dat zich niet laat aansturen door vooropgestelde agenda’s, maar zich rommelig woekerend ontwikkelt. Kennedy vergelijkt het netwerk van initiatieven met een schimmelnetwerk dat hele bossen kan verbinden en een cruciale rol kan spelen in communicatie en revitalisatie. Kennedy noemt hoe de initiatieven kunnen zorgen voor een grondiger begrip van systemen van onderdrukking en onrechtvaardigheid, en kunnen functioneren als plekken van genezing.

In lijn daarmee wordt het initiatief elders beschreven als een plek waar tijd genomen kan worden en luisteren gestimuleerd wordt. Binna Choi en Rosa Paardenkoper – beiden werkzaam bij Casco – stellen dat deze activiteiten tegenintuïtief zijn binnen het heersende neoliberale productiviteitsregime. Door actief gewoontes te ‘ontleren’ en andere aan te leren bieden ze tegenwicht. Ze beschouwen het initiatief als onderdeel van een ecosysteem, en stellen dat het in acht nemen van relaties tussen mensen, organisaties en niet-menselijke wezens de fundamentele basis is voor het instituut. Ook Anthony Huberman, directeur en hoofdconservator van CCA Wattis Inistitute in San Francisco, beschrijft hoe er bij kunstenaarsinitiatieven een nieuw denkmodel ontstaat waarin samenkomst, affectiviteit, aandacht en interesse belangrijker zijn geworden dan kennisoverdracht en overtuigingskracht via presentaties.  

Kunstenaarsinitiatieven vormen samen een netwerk dat zich niet laat aansturen door vooropgestelde agenda’s, maar zich rommelig woekerend ontwikkelt: een schimmelnetwerk, zo stelt Christopher Lee  Kennedy 

Steeds komt in de teksten het belang van relationele praktijken naar voren. Denkers als Bruno Latour, Gilles Deleuze en Félix Guattari en Nicholas Bourriaud lijken negens ver weg. Je zou haast vergeten dat de initiatieven ook kunstwerken tentoonstellen, en individuele kunstenaarspraktijken ondersteunen. En laat dat nu precies zijn waar Club Solo zich op richt: het presenteren van solotentoonstellingen van mid-career kunstenaars.

HOTEL SOLO - EXO EXO, foto Peter Cox

SOLO 28 - Kees Goudzwaard, foto Peter Cox

Solo Kees Goudzwaard, foto Peter Cox

In alle meerstemmigheid valt daarom extra op hoe Club Solo zelf niet aan het woord komt, maar vooral indirect wordt genoemd. Vanuit het Van Abbemuseum en het M HKA wordt gereflecteerd op de samenwerking met Club Solo – bij elke presentatie wordt een collectiestuk in aangrenzende ruimte getoond – en kunstenaar, curator en schrijver Jack Segbars analyseert de werkwijze van Club Solo in zijn tekst. Segbars laat zien hoe Club Solo, ontstaan in 2014, onderdeel is van een nieuwe generatie initiatieven die is ontstaan na de economische crisis en daarop volgende bezuinigingen van 2011, die een permanente staat van kapitalisme inluidden. Het strakke format dat Club Solo aanhoudt – ze programmeren steevast solotentoonstellingen van mid-career kunstenaars – beschrijft hij als kritisch op de dominante marktlogica waar zij mee te maken hebben. 

Wie wil zou dezelfde programmering wellicht ook als het toonbeeld van juist dat ‘cultureel ondernemerschap’ kunnen zien waartegen in het boek geageerd wordt: het uitlichten van mid-career kunstenaars, deze praktijken actief te koppelen aan bevestigende musea en de markt via een multiple en – om het cynisch te schetsen – via een publicatie waarin Club Solo zich als ‘kritisch’ laat beschrijven. Bouwmeester reageert: ‘Dat kritische dat Segbars aan ons toeschrijft kun je wel verdedigen. Het beeld dat je net schetst ook, maar dat is voor ons niet de reden om het te doen, ik zie het veel speelser.’ 

‘We werken vanuit de behoefte ons echt in een kunstenaar te kunnen verdiepen, vanuit nieuwsgierigheid en enthousiasme'

‘We werken vanuit de behoefte ons echt in een kunstenaar te kunnen verdiepen, vanuit nieuwsgierigheid en enthousiasme. De samenwerking met musea ontstond ook zo.[…] En natuurlijk vind ik het niet erg als het Van Abbemuseum via ons het werk van een kunstenaar leert kennen en het vervolgens aankoopt; als initiatief hebben we bepaalde kennis en nemen we dus een positie in. Die invloed ontkennen heeft geen zin, we kunnen die beter op een zinvolle manier inzetten om verbindingen creëren. Het gaat er niet om de carrière een boost te geven, kunstenaars kunnen bij ons iets uitzoeken met hun werk waarvoor ze anders de kans niet krijgen.’

Solo Marjolijn Dijkman, foto Peter Cox

SOLO 27 - Marjolijn Dijkman, foto Peter Cox

De rol van Club Solo in de publicatie is wellicht in lijn met wat Jan Verwoert in de publicatie beschrijft als de functie van de host, die ‘onorthodoxe geesten’ bijeenbrengt. Behalve solotentoonstellingen blijkt dat ook vrij letterlijk onderdeel van het programma van Club Solo: ‘onder de noemer Hotel Solo nodigen we jaarlijks een buitenlands initiatief uit om onze ruimte over te nemen en een eigen programma te draaien. We selecteren altijd initiatieven die anders werken dan wij, dat biedt nieuwe perspectieven op wat een initiatief kan zijn. Het boek vervult ook die rol.

Dat neemt niet weg dat de publicatie nieuwsgierig maakt naar de positie van Club Solo, want door de nobele beslissing anderen een stem te geven wekt de publicatie mogelijk onbedoeld de indruk dat Club Solo zich schaart achter de posities die hierin naar voren komen. Die posities maken enthousiast, maar reflecteren ook een redelijk specifieke maatschappelijk geëngageerde houding van kunstenaarsinitiatieven.

De Bie: ‘Dat gedeelde engagement is voor ons eigenlijk ook een verrassing. Wij zijn niet met een vooropgezet idee op zoek gegaan naar schrijvers die dat verwoorden. Het benaderen van de auteurs is een organisch proces geweest waarbij verschillende mensen keuzes maakten op basis van nieuwsgierigheid. De terugkerende maatschappelijke betrokkenheid laat zien dat dit blijkbaar momenteel heel erg leeft bij initiatieven en auteurs, ook internationaal. Dat komt nu bovendrijven.’ 

De nadruk op relationele rol die geambieerd wordt in de publicatie is ook niet geheel onproblematisch; met gemeenschappelijkheid ontstaat immers ook de buitenstaander

De nadruk op relationele rol die geambieerd wordt in de publicatie is ook niet geheel onproblematisch; met gemeenschappelijkheid ontstaat immers ook de buitenstaander. Wie ooit een opening bezocht weet hoe de kunstwereld tegelijk hypersociaal en ontoegankelijk kan zijn. Dat kunstobjecten daarbij op de achtergrond raken lijkt er onderdeel van. Juist het gedeelde referentiekader vanuit waar de auteurs schrijven legt misschien wel bloot wat kunstenaar reinaart vanhoe in de publicatie treffend beschrijft als de ‘monocultuur’ van de kunstwereld. Het gesprek over verbinden en samenbrengen beperkt zich volgens hem immers te vaak tot een klein segment van de samenleving dat zich met de kunstwereld associeert. 

Omslag van 'over de toekomst en de kunstenaarsinitiatieven'. Foto door ontwerper van het boek Berry van Gerwen

Bouwmeester en De Bie zien dat ook. Bouwmeester vertelt: ‘In de eerste podcast wordt ook gesproken over de rol van taal hierin, die manier van spreken over deze onderwerpen is soms zo specifiek dat het onmogelijk wordt je ermee te verbinden als je er niet helemaal in zit. Bij Club Solo hoop ik dat de kunst ook voor een leek ervaren kan worden, dat de bezoeker helemaal niets hoeft te weten van wat er allemaal speelt en gedacht wordt.’ 

Toch geven deze heel specifieke posities ook mogelijkheden, stelt De Bie. Ze geeft het voorbeeld van het kunstobject dat in sociale kunstpraktijken als een negatieve autoriteit bleek te worden ervaren. ‘Zulke extreme standpunten zijn natuurlijk ook erg interessant, bij het monteren van de podcasts verplaatste ik me een tijdje in die gedachtewereld, om er vervolgens op te reflecteren en mijn eigen standpunt aan te scherpen. Als zulke stevige standpunten worden ingenomen kan het gesprek steviger gevoerd worden, en gaan we denk ik een hele interessante tijd tegemoet. Club Solo zal zich de komende tijd dus ook scherper kunnen gaan positioneren mede op basis van de posities die hierbij naar voren komen. Dat wil niet zeggen dat de publicatie onze toekomstige richting vertegenwoordigt. Het is onderdeel van onze werkmethode.’ 

over de toekomst en de kunstenaarsinitiatieven geeft een brede waaier aan perspectieven op de functie en het karakter van kunstenaarsinitiatieven. Opvallend is hoe de verschillende stemmen met elkaar resoneren. Er lijkt een verschuiving plaats te vinden in de rol die het kunstenaarsinitiatief op zich neemt. Die verschuiving daagt ook Club Solo uit zich te scherpen.

 

Het boek over de toekomst en de kunstenaarsinitiatieven is hier te bestellen:

https://clubsolo.nl/shop/toekomst/

De gesprekken die naar aanleiding van de publicatie werden opgenomen zijn hier als podcast te beluisteren:

https://clubsolo.nl/podcasts/

Floor van Luijk

Recente artikelen