metropolis m

Stoeptegel eruit, plant erin volgens rootsmagazine.nl

Goede tuinbedoelingen in overvloed ten tijde van de lockdown. Stoeptegels maken plaats voor minituintjes, het gazon voor een meer divers palet van bodembedekkers. Maar een onschuldige hobby kan tuinieren niet meer genoemd worden. Over de tuin als een bewaakt territorium, waarin koloniale machtsrelaties hoogtij vieren.

Het leek een grap. Een sketch uit Saturday Night Life. Maar soms is de werkelijkheid hilarischer dan de beste satire. Op 7 november 2020 vormde Four Seasons – Total Landscaping, een tuincentrum in een buitenwijk van Philadelphia, het onwaarschijnlijke decor voor Rudy Giuliani’s persconferentie over de verkiezingsuitslagen en zogenaamde kiesfraude. Je zag het zo voor je: halsoverkop moest er nog een locatie voor de last minute persconferentie geregeld worden. Rudy belde met Donald. Donald stond net op de golfbaan een balletje uit z’n mouw op de green te laten glijden, stak zijn duim omhoog en gebaarde naar zijn personeel dat het Four Seasons een toplocatie was. Daar stonden ze dan. Op de parkeerplaats van dit tuincentrum, voor een groene garagedeur. Links een seksshop. Rechts een mortuarium. En zo strompelde het regime Trump zijn eigen ondergang tegemoet. 

Four Seasons – Total Landscaping daarentegen, voer er wel bij. Eigenaresse Marie Siravo’s business-savvy T-shirtlijn met slogans als “Make America Rake Again”, “Lawn and Order” en “In Sod we Trust” vloog van de planken. 2020 was voor veel tuincentra, ook zonder een bezoekje van het falend regime, een goed jaar. Met de wereldwijde lockdown keerde menigeen zich tot het eigen stuk(je) groen. Van gazon tot balkon tot stoeptegeltuin. Samen met breien, zuurdesembrood maken en ukelele spelen, werd tuinieren en masse omarmd. 

“Total landscaping” is binnen die eigentijdse tuiniertrend eigenlijk heel ouderwets. De streng gemanipuleerde landschapstuin behoort meer en meer tot de geschiedenis. Stoeptegels worden vaker vervangen door aarde en het gemillimeterde gras van het gazon maakt plaats voor een steeds diverser palet van bodembedekkers. Zo dragen we met z’n allen een steentje bij aan de bevordering van de biodiversiteit, gaan we de opwarming van de steden en leefgebieden tegen en kunnen we de afwatering een handje helpen.

Vol goede bedoelingen tuinieren we om de aarde te redden. Maar, de weg naar de hel is geplaveid met goede intenties. In dat biologisch verantwoorde pleidooi wordt er met afgrijzen gekeken naar de invasieve plantensoorten die her en der opduiken. Met een ongekende passie wordt de exoot geweerd en uitsluitend de inheemse soort omarmd. Het is moeilijk hier niet de connectie tussen de migratie van planten en de migratie van mensen te maken. 

[blockquote]Met een ongekende passie wordt de exoot geweerd en uitsluitend de inheemse soort omarmd

People and plants belong to the same colonial story’, schrijft Corinne Fowler in haar recent verschenen boek Green Unpleasant Land; Creative Responses to Rural England’s Colonial Connections. In De Volkskrant van 17 januari verbaast journalist Patrick van IJzendoorn zich hardop over Fowlers uitspraak dat de liefde voor tuinen problematisch is. Van IJzendoorn: ‘Die [liefde] is van oudsher elitair, beweert [Fowler]. ‘Kennis over tuinen en planten, in het bijzonder botanie, heeft diepe koloniale resonanties […]. Het catalogiseren van planten, zo stelt de academicus, vertoonde overeenkomsten met de rassenleer.’ Van IJzendoorn hanteert een beetje een zure toon. ‘Nu mag tuinieren ook al niet meer…’,  hoor je hem denken. Toch is Fowlers conclusie geen nieuws, noch een nieuwtje. Tuinieren is inherent verweven met de koloniale geschiedenis en imperialisme. 

In haar meeslepende, vileine, scherpe en o zo alledaagse My Garden (Book) (1999) schrijft Jamaica Kincaid: ‘This is how my garden began; then again, it would not be at all false to say that just at that moment I was reading a book and that book (written by the historian William Prescott) happened to be about the conquest of Mexico, or New Spain, as it was then called, and I came upon the flower called marigold and the flower called dahlia and the flower called zinnia, and after that the garden was to me more than the garden as I used to think of it. After that the garden was also something else.’

De door Melania Trump heringerichte Rose Garden van het Witte Huis

De door Melania Trump heringerichte Rose Garden in het Witte Huis

Vanuit dat perspectief is de nieuwe tuin van het Witte Huis een case in point. Want ook Melania Trump ging tuinieren tijdens de pandemie. Zij nam het ‘Total landscaping’ ter harte en liet de kleurrijke rozentuin van Jacki O. vervangen door een strak gazon, gemanicuurde buxusboompjes en vrijwel alleen maar witte rozen. ‘Après moi, le déluge…’, zal ze gedacht hebben. Nee, de tuin is geen neutrale plek en tuinieren is geen onschuldige hobby. Die toevallige ontmoeting tussen het regime van Trump en het tuincentrum, kent zo haar historische precedenten. Tijdens het nationaalsocialisme werd er een strike lijst bijgehouden van welke planten en bloemen gecultiveerd mochten worden. “Nationaalsocialistische zaadjes planten” noemden ze het destijds. Melania weet wellicht niet dat de meeste rozen oorspronkelijk uit Azië en in het bijzonder China komen. 

Laurie Cluitmans werkt aan twee tentoonstellingen over de hedendaagse betekenis van de tuin in tijden van klimaatcrisis die komend najaar te zien zijn in het Centraal Museum in Utrecht en Nest Den Haag. Wij vroegen haar in een serie columns in bredere zin bij het onderwerp kunst, de tuin en tuinieren stil te staan.

Laurie Cluitmans

is kunstcriticus en conservator hedendaagse kunst bij het Centraal Museum

Recente artikelen