metropolis m

Clara Spilliaert in haar atelier, 26 oktober 2022, foto: Björn Comhaire

Centrale figuren zijn onder andere kleurrijke insecten, spruiten en haar eigen lichaam in metamorfose. ​De visuele wereld van Clara Spilliaert zweeft ergens tussen droom en realiteit. Een gesprek met Spilliaert onthult meer over deze synthese van culturele symbolen.

An-Katrien Callebaut

 Laten we beginnen met het ontcijferen van je unieke beeldtaal. Zelf spreek je over een fascinatie voor de rol van symbolen bij de vorming van individuele of collectieve culturele identiteiten. Heeft de verhuizing als tiener van Japan naar België deze interesse aangewakkerd?

Clara Spilliaert

 ‘In zekere zin wel. Ik groeide op in een huis in Tokio, samen met mijn oudere zus, mijn ouders en mijn Japanse grootouders. Mijn vader komt uit België, maar doordat hij Japanologie heeft gestudeerd werd thuis enkel Japans gesproken. Behalve het Sinterklaasfeest op de Belgische ambassade en het jaarlijks korte bezoek bij de Belgische grootouders, was het land van onze vader zo ver en mysterieus. Dat heeft onze nieuwsgierigheid gevoed en zowel mijn zus als ik zijn als adolescent komen studeren in de kunstacademie van Brugge.’

An-Katrien Callebaut

Hier startte je met het maken van intieme dagboektekeningen. De vele reflecties op je dagelijks leven zijn zowel poëtisch als humoristisch van aard. Kunnen ze worden gezien als een zoektocht naar je eigen identiteit en positie na zo’n grote verhuizing?

Clara Spilliaert, Dagboektekening "1.21.3" (2014), courtesy de kunstenaar

Clara Spilliaert

‘Ja, op dat moment was ik zestien en verstond ik geen woord Nederlands. Niet alleen de taal, maar ook het klimaat en het eten vormden obstakels. Ik was helemaal de kluts kwijt. Gelukkig kwam de opdracht een “droedelboek” te maken voorbij tijdens een tekenles op school, wat ik interpreteerde als een getekend dagboek. Dat boek vormde mijn enige houvast; het was een plek waar ik mijn hart kon luchten.  Je ziet regelmatig het ik-personage afgebeeld in verschillende situaties, vaak in weerspiegeling met de werkelijkheid; ik ben gevallen; ik heb een bloedneus of menstrueer; ik zag een hond op een vensterbank; ik ben woedend, omdat een leerkracht mijn tekening maar niets vond… Het was ook een manier om te communiceren, letterlijk bijna, want ik droeg de boeken altijd bij me. Ik begon steeds dieper in mezelf te zoeken en dat heeft me geholpen om te gaan met de heimwee, de cultuurschok, de eenzaamheid. Het kan zeker gezien worden als een zoektocht naar de eigen identiteit; een zoektocht die elke adolescent doormaakt. In mijn geval was die sterk gebonden met mijn visuele uitdrukkingen; de ontwikkeling van mijn identiteit ging samen met de ontwikkeling van mijn beeldtaal. Maar het was pas jaren later dat ik mijn diepe fascinatie voor culturele identiteiten en de rol van symbolen daarin heb kunnen erkennen.’

‘Het “droedelboek” vormde mijn enige houvast; het was een plek waar ik mijn hart kon luchten’

Clara Spilliaert, Dagboektekening "10.6.1" (2014), courtesy de kunstenaar

Clara Spilliaert, Dagboektekening "10.6.1" (2014), courtesy de kunstenaar

An-Katrien Callebaut

Is dat besef iets dat zich in je latere reeks Wapenschilden heeft ontvouwd?.

Clara Spilliaert, uit de serie Wapenschilden, te zien in Spilliaerts solotentoonstelling bij het CAF (Contemporary Art Foundation) in Tokio (2022), foto: Keizo Kioku

Clara Spilliaert

‘Zeker wel. Voor die keramische wapenschilden, die ik in 2020 maakte, vormde mijn dubbele gevoel over de Vlaamse leeuw het vertrekpunt. Als kind associeerde ik ze vooral nog met de typische leeuwenkoppen-soepkom en de warmte die ik voelde wanneer ik mijn Belgische grootouders bezocht. Inmiddels ken ik het andere, minder verwelkomende gebruik van de leeuwensymboliek; iets waar ik me niet in kan vinden. Ik vind het boeiend hoe je, wanneer je je met een symbool identificeert, meteen een grens op trekt, jezelf als het ware een schild voorhoudt. Daarnaast, fascineert het me hoe de bescherming tegelijk uitsluiting met zich kan meebrengen. Ik vroeg me af hoe ik mijn eigen wapenschild zou kunnen vormgeven en begon symbolen samen te brengen op zachte klei. Gaandeweg realiseerde ik me dat het niet één schild hoefde te zijn; je kan meerdere en steeds nieuwe wapenschilden nemen, waarvan elk een beetje blijk geeft van wie je bent en waartoe je wilt behoren. Het werk bestaat uit twintig schilden van verschillende groottes (tussen de zes en twaald cm) en motieven. Zo zie je, bijvoorbeeld, een gezicht dat half tot een mens en half tot een leeuw toebehoort. Een ander schild toont dan weer een stamper van een bloem met druipende tepels. Met de reeks poogde ik het historische en machtige symbool van de leeuw te versmelten met het familiaire en intieme. Wapenschilden gaat dus verder dan het Japan-België verhaal en toont hoe je bestaande symbolen kan omvormen en toe-eigenen, en hoe dat meerdere vormen kunnen aannemen. Net zoals plastische klei is je identiteit steeds kneed- en veranderbaar en dat wil ik vieren.’

‘Het fascineert me hoe bescherming tegelijk uitsluiting met zich mee kan brengen’

Clara Spilliaert, de serie Wapenschilden zoals te zien in Spilliaerts solotentoonstelling bij het CAF (Contemporary Art Foundation) in Tokio (2022), foto: Keizo Kioku

An-Katrien Callebaut

Je koos in 2018 om een extra opleiding Keramiek en Glaskunst te volgen, drie jaar na je master in Grafiek en Tekenkunst. Sluit klei beter aan bij je artistieke ideeën en ambities?

Clara Spilliaert

‘Het besluit aan een tweede studie te beginnen kwam in mij op tijdens het maken van mijn afstudeerproject in 2015. Naast de stapels dagboeken besloot ik ook een porseleinen fontein te maken. In een glazen kooi staat een porselein narcis op een spiegel, die onophoudelijk water spuit. Toen ik deze porseleinen narcis maakte in het atelier van LUCA raakte ik geboeid door het materiaal klei en de keramische technieken. Na het afstuderen bleef de fascinatie voor klei zinderen. Gevoed door mijn obsessie voor “besloten hofjes” [een ondiepe houten bak met een voorstelling van een afgesloten tuin, de hortus conclusus uit het Hooglied, die traditioneel gesitueerd is binnen de vrouwelijke religieuze context van het Maas-Rijn gebied, red.] kocht ik Play-Doh plasticine en begon ik in de kelder kleine bloemetjes te maken. Met de bezetenheid en het doorzettingsvermogen van een non heb ik honderden bloemen gemaakt, zodat ik ooit zelf zo’n kastje samen kon stellen. Mijn dagboektekeningen maakten geleidelijk aan plaats voor deze kleine ruimtelijke werken. Na acht jaar tekenen had ik niet langer het gevoel dat ik er nog datgene wat ik wilde vertellen mee kon weergeven. Mijn materiaalkeuze groeit heel organisch en intuïtief; per project kijk ik wat het meest geschikt is en daarbij houd ik mijn blik het liefst zo breed en flexibel mogelijk.’

An-Katrien Callebaut

Biedt je functie als huisartieste bij het barokke muziekensemble B’Rock Orchestra dit seizoen dan weer nieuwe mogelijkheden aan?

Clara Spilliaert

‘Toen ik vorige zomer gevraagd werd om als huisartieste voor elk concertprogramma een visueel werk te creëren, heb ik eerst getwijfeld. Ik was toen nog niet gewend aan externe opdrachten. Maar, ik zag hierin de kans om een nieuwe techniek uit te proberen met het materiaal dat ik tijdens mijn studie keramiek ontdekt heb; gips. De techniek houdt in dat ik in een kleiplaat kerf en daar vervolgens een gipsen afgietsel van maakn.Het resultaat is een reliëf, dat zich bevindt tussen tekening en sculptuur, zeker wanneer ik er waterverf op aanbreng. De thema’s voor elk programma zijn zeer divers en dat daagt me telkens uit. Wanneer ik onderzoek doe naar de geschiedenis van de muziekstukken en componisten zoek ik naar de raakvlakken met mijn eigen interesses. Daarnaast geven de vormen van de muziekinstrumenten mij ook inspiratie.’

Clara Spilliaert, zelfportret masterjury, Belvedere Boekentoren Gent, courtesy de kunstenaar

Clara Spilliaert, B'Rock Madrigals (2022), courtesy de kunstenaar

Clara Spilliaert, plasticine bloemetjes, 2017, courtesy de kunstenaar

An-Katrien Callebaut

Kun je iets vertellen over je samenwerking met je zus Lisa Spilliaert? Jullie bundelden voor het eerst jullie artistieke krachten voor het videowerk Hotel Red Shoes (2013).            

Clara Spilliaert

‘Ik heb een sterke band met mijn zus. We hebben gedeelde ervaringen en herinneringen. Hotel Red Shoes is als een storm ontstaan in 2013. We bevonden ons toen beiden in de heftige overgangsperiode van zowel Japan naar België als van adolescent naar volwassene, en de keuzes die daarmee gepaard gaan. De samenwerking verliep dan ook organisch en voelde bijzonder. De korte film begint in een karaokebar waarin ik het Japans kinderliedje “Het meisje met rode schoenen” zing en de helft van mijn haar afknip. In het tweede deel sta ik naakt op het strand met de zee op de achtergrond en knip ik de rest van mijn haar af. Het naakte optreden hierin en het feit dat de film vertoond werd tijdens Rotterdam Film Festival in 2015, heeft veel invloed gehad op mijn latere werk en leven. Ik herinner me dat mijn grenzen opeens werden verbreed, maar tegelijk ook troebel en verwarrend bleven. Waar ik wél zeker van ben, is dat het toen de enige manier was voor ons om onze onuitgesproken gevoelens vorm te geven. Intussen zijn we tien jaar verder en steunen mijn zus en ik elkaar nog steeds, op artistiek en dagdagelijks niveau.’   

Clara Spilliaert, Hotel Red Shoes, 2013, i.s.m. Lisa Spilliaert, courtesy de kunstenaar

            

An-Katrien Callebaut

In 2020 nam je de CAF Award in Tokio in ontvangst, een prijs die elk jaar wordt uitgereikt aan een jonge kunstenaar. Hoe voelde het om in je geboorteland deze erkenning voor je werk te krijgen?

Clara Spilliaert

‘In mijn geboorteland kende ik niemand uit het artistieke milieu. Ik was al zo blij dat ik door de eerste ronde wist te komen. Ik stuurde mijn wapenschilden in bubbeltjesplastic gewikkeld op naar de jury in Tokio en vloog zelf erachter. Ik was verrast de hoofdprijs en daarmee een solotentoonstelling te winnen. Met het prijsgeld heb ik mijn eerste publicatie uitgebracht met een selectie van de dagboektekeningen. Dichteres Delphine Lecompte schreef er een tekst voor, tot mijn grote eer.
De solotentoonstelling werd een zelf(her)introductie in Japan. Nu zagen ze de Clara, die beeldend kunstenaar is geworden in België. Familieleden kwamen de tentoonstelling bezoeken, maar ook mijn oude leerkrachten, die erover hadden gelezen in een krant. Ze waren erg verwonderd. Ik was in Japan altijd een zeer ijverige en bloedserieuze student, dus de leerkrachten hadden een ander soort, toekomstbeeld van mij. Het was grappig, en ook wel een beetje ongemakkelijk, om te zien hoe ze mijn ruwe, en vaak seksuele dagboektekeningen bekeken. Ze wisten niet hoe te reageren.’

An-Katrien Callebaut

We hebben het nog niet gehad over de natuurlijke elementen in je werk. Is er sprake van eenzelfde fascinatie als met identiteit en symboliek?

Clara Spilliaert, Kalendermaand juli, 2017, courtesy de kunstenaar

Clara Spilliaert

‘Ja, zeker! Tuinieren is een activiteit die ik naast het maken van kunst enorm koester. Volgens mij komt dit voort uit mijn kindertijd. Mijn moeder en grootmoeder hebben mij met veel passie zorg leren dragen voor onze kleine tuin in Tokio. Als kind was de tuin mijn (speel)universum. Ik was geboeid door de vele insecten, vogels en planten. Vooral door vlinders, die ik ieder jaar kweekte en weer losliet. In die tuin is mijn relatie met natuur echt gevormd. Natuurelementen uit onze omgeving spelen ook een grote rol voor onze identiteitsvorming. De spruitkool bijvoorbeeld, een typische groente in België, is in Japan zeer moeilijk te verkrijgen. Als kind vond ik de hunkering van mijn vader naar deze “delicatesse” in Japan bijzonder. In 2021 maakte ik een reeks stamboomsculpturen, waaronder een gigantische spruit. Deze reeks was een poging om eigen versies van stambomen te creëren. Samen met andere grote keramische sculpturen vormden ze een bosachtig landschap waar je tussendoor kon lopen. De spruit in het bijzonder was een hommage aan die hunkering van mijn vader, maar ook aan mijn verlangens om zijn land beter te begrijpen en het te verwerven als deel van mijn identiteit.’

‘De spruit was een hommage aan mijn vader, maar ook aan mijn verlangens om zijn land beter te begrijpen en het te verwerven als deel van mijn identiteit’

Clara Spilliaert, Tuin met gekweekte lelies, 2018, courtesy de kunstenaar

Clara Spilliaert, detail uit van de spruitstamboom, deel van de stamboomreeks, 2021, courtesy de kunstenaar

An-Katrien Callebaut

Nu heb ik gemerkt dat je af en toe blogt vanuit je tuin. Zou je in de toekomst hier een project over willen opzetten?

Clara Spilliaert

‘Ik was heel blij toen ik in 2017 verhuisde naar een huurhuis in Gent met een achtertuintje. Ik ben direct beginnen tuinieren. Daarbij werd ik gedreven om een kalender te schilderen, geïnspireerd op de beeldtraditie van het besloten hofje en het middeleeuwse getijdenboek, zoals van “Les Très Riches Heures du duc de Berry”. Zo zie je ook in mijn kalender de tuin door de verschillende maanden heen veranderen. De notie van de tuin heeft mij ook altijd geboeid. Ik vind het ergens een weerspiegeling van ons ziel en lichaam. We onderhouden onze tuin een beetje als onszelf, of juist niet. Nu heb ik in september 2023 mijn eerste solotentoonstelling in België bij Lichtekooi Artspace in Antwerpen. Lichtekooi heeft in haar achtertuin ook een ommuurde stadstuin, dus ik zou hier graag mee aan de slag gaan. Tuin en lichaam, en hoe deze zich tot elkaar verhouden, zullen daarbij centraal staan. Ik kijk er enorm naar uit!

Na afloop van het gesprek nam Clara me mee naar de kelder van haar huis, waar ze haar atelier in heeft geïnstalleerd. Een kleiplaat lag klaar om bewerkt te worden. Ze verduidelijkte het ingewikkeld productieproces tot gipsreliëf. We eindigden onze tour in haar stadstuin. Clara, comfortabel in haar natuurlijke habitat, sprak met passie over de tuin die ons omringde. Het voorspelt een bijzonder project te worden in Lichtekooi Antwerpen.

An-Katrien Callebaut

schrijft en is projectassistent bij Triënnale Brugge

Recente artikelen