metropolis m

Ivna Esajas, Waterdancer en Carried (gedragen), courtesy de kunstenaar

De lichamen in Ivna Esajas’ tekeningen stuwen elkaar voort, vloeien in elkaar over en houden elkaar drijvende. Pelumi Adejumo spreekt Esajas over de vormen van afhankelijkheid en saamhorigheid die de kunstenaar al tekenend op haar doeken ziet verschijnen.

[answer ] ‘The body’s dependency is its ontology: it cannot survive alone unto itself, even if it wanted to’ – Johanna Hedva

In de tekeningen van Ivna Esajas bestaat tijd in een vacuüm. Verleden, heden en toekomst vloeien in elkaar over, spreken tot en beïnvloeden elkaar. Schimmen, lijnen en gezichten uit het verleden kijken in stilte toe en steunen figuren van vandaag en morgen. De lichamen in de tekeningen staan nooit op zichzelf; ze kunnen enkel bestaan door ondersteuning van de andere lijven. Ze stuwen elkaar voort, vloeien in elkaar over en houden elkaar drijvende; ze schijnen in totale symbiose met elkaar te zijn. Er is sprake van subjectivering zonder manipulatie, objectivering of machtsspel. Afhankelijkheid wordt hier een conditie waar je niet onderuit kan, als een bestaansvoorwaarde. Naast saamhorigheid verkennen de werken ook frictie. Dreiging, wanhoop en afkeuring laten zich zien in subtiele splitsingen of harde kleurcontrasten. Juist doordat het met lichte kleuren weergegeven gevoel van saamhorigheid de overhand neemt, komen die momenten van breuk of weigering hard binnen.

Op het moment heeft Esajas door de manier waarop de kunstmarkt vandaag de dag werkt moeite met het loslaten of verkopen van haar werken. Ze studeert dit jaar af aan het tijdelijke masterprogramma Blacker Blackness van het Sandberg Instituut. Eerder, in 1996, studeerde zal al cum laude af aan HKU. Destijds hechtte ze meer waarde aan het behouden van haar onafhankelijkheid als mens, dan het krijgen van ‘goedkeuring’ via subsidies of het plaatsen van haar werk in een van buitenaf opgelegd kader.

Ivna Esajas, courtesy de kunstenaar

Maar ook anno 2022 merkt ze nog altijd dezelfde cul-de-sac ingestuurd te worden. Er lijkt sprake te zijn van een verhoogde interesse in kunstenaars van kleur en hun praktijk, maar te vaak zonder dat daarbij een échte verbinding wordt aangegaan met het werk zelf. Gesprekken over de culturele achtergrond, politieke overtuiging en positiebepaling van de kunstenaars lijkt men interessanter te vinden dan gesprekken over de materie van het werk zelf. Voor menig kunstenaar van kleur, ongeacht hun leeftijd of discipline, is dit inmiddels een bekende melodie: kleur, achtergrond en visie worden ingezet als commodity, argument, wapen of schild, door zowel instellingen als toeschouwers. Hierdoor ontstaat twijfel aan de motieven van geïnteresseerden en samenwerkingspartners. Desondanks wordt er, met enige achterdocht, werk gemaakt.

Schimmen, lijnen en gezichten uit het verleden kijken in stilte toe en steunen figuren van vandaag en morgen

Ivna Esajas, Venus en Between holding and letting go, courtesy de kunstenaar

Esajas vertelt me over de keuzes die ze maakt op het doek. Al tekenend ontstaan er verbanden en lijnen. Vaak begint ze door het witte doek vuil te maken. Ze tekent met verf, potlood en krijt en geregeld gebruikt ze ook borduurwerk. Ze neemt geen bewuste beslissingen maar volgt de lijnen op het doek, op zoek naar verbindingen die in de tussenruimtes ontstaan. Hierdoor weet ze nooit wat er uitkomt; ook zij is onderhevig aan wat de lijnen willen. Pas veel later kan ze een verhaal distilleren en ontcijferen welk kunstwerk of boek het ontstaan van de beelden beïnvloed moet hebben.

Een gedicht van James Baldwin hangt als een soort amulet in haar atelierruimte:

‘For nothing is fixed, forever and forever, it is not fixed; the earth is always shifting, the light is always changing, the sea does not cease to grind down rock. Generations do not cease to be born, and we are the only witnesses they have. The sea rises, the light falls, lovers cling to each other, and children cling to us. The moment we cease to hold each other, the sea engulfs us and the light goes out’ [1]

Hieruit spreekt Esajas’ fascinatie voor interpersoonlijke relaties, familiebanden en de gemeenschap; voor lichamen die op en met elkaar bouwen. Maar ook voor het gegeven van tijd, voor de veranderlijke eeuwigheid die als schim of voorouder immer aanwezig is in al haar bevuilde doeken.

Niet zelden herken je in de schilderijen ook beelden of verhandelingen uit de klassieke oudheid: een herinterpretatie van Jakob in gevecht met de engel, bijvoorbeeld, bezien vanuit de zwijgende blik van de andere engelen. Of een herinterpretatie van de Griekse nereïden of van Botticelli’s De Geboorte van Venus. Reflecterend op historische taferelen stelt ze eigen vragen over schoonheidsidealen, begering en blikken van de ander. Haar Venus neemt een haast verontschuldigende pose aan.

Tijdens Esajas’ studietijd was The Story of Art leidend op de academie; een toonaangevend boek over de artistieke canon dat echter op discutabele wijze het werk van vrouwen en mensen van kleur onbesproken laat. Door te tekenen en te refereren aan klassieke werken doet ze vanuit het heden een greep naar het gedeelde en ‘universele’ kunsthistorische verleden. Ze plaatst zichzelf en de figuren die ze schildert binnen de geschiedenis, heden en toekomst. Sara Ahmed schrijft dat wanneer je je als vrouw of persoon van kleur moet verhouden tot de canon of tot het ‘universele’, je daarbij een deel van jezelf, je cultuur of perspectief zult moeten verloochenen. Het heeft iets melancholisch je te moeten verhouden tot iets wat jouw bestaan ontkent of als ‘anders’ classificeert, vertelt Ahmed:

Ivna Esajas, Nereïden, courtesy de kunstenaar

‘Not all universalism is melancholic. That is precisely my point: that the universal is distributed. Some embody its promise; others embody the failure to live up to the promise […] Universalism becomes melancholic when you are required to identify with the very promise that you fail to embody’ [2]

Het universele zit voor Esajas in de traditie van het maken en delen van kunst zelf. In de verbindende kracht van het delen van verhalen, kunst en muziek

Ivna Esajas, Waterdancer en Carried (gedragen), courtesy de kunstenaar

Ivna Esajas, the people could fly, Jacob, courtesy de kunstenaar

Toch is Esajas geïnteresseerd in het gegeven van universaliteit en ziet een mogelijkheid om voorbij het beperkende discours over inclusie en uitsluiting te treden. Door te tekenen en te refereren aan klassieke werken doet ze vanuit het heden een greep naar het gedeelde en ‘universele’ kunsthistorische verleden. Ze plaatst zichzelf en de figuren die ze schildert binnen de geschiedenis, binnen het heden én binnen de toekomst. Het gaat haar om de zoektocht naar een connectie, en om de frictie die ontstaat wanneer je je realiseert zo’n connectie nooit helemaal te zullen kunnen vinden. Het universele zit voor haar in de traditie van het maken en delen van kunst zelf. In de verbindende en eeuwenoude kracht van het delen van verhalen, kunst en muziek. De momenten van intimiteit en in contact zijn met elkaar die ontstaan in de uitwisseling ervan. Met deze traditie is ze in gesprek door middel van haar tekeningen.

In de tekeningen zijn de dieren niet los te zien van mensen. Dragen de dieren de mensen, of dragen de mensen de dieren? Is er een verschil? Ze tekent een vorm van saamhorigheid die voorbij het enkel menselijke streeft.

Ivna Esajas studeert aankomend jaar af aan het tijdelijke masterprogramma Blacker Blackness van het Sandberg Instituut.

 

[1] James Baldwin in ‘Nothing Personal’, het boek dat hij samen met Richard Avedon schreef (1964).

[2] Sara Ahmed over wat zij noemt ‘melancholic universalism’, zie: https://feministkilljoys.com/2015/12/15/melancholic-universalism/

Pelumi Adejumo

is een weggelopen pastoorskind, schrijver, lucide dromer en zangeres die in Nederland woont

Recente artikelen