metropolis m

Sinds oktober 2020 runt Simon Delobel KIOSK, een expositieruimte die in het voormalig anatomisch theater van de Gentse Bijlokesite huist. Losweg verbonden aan de kunstschool KASK, toont KIOSK vooral nieuwe producties van kunstenaars en vervult het ‘een signaalfunctie door oog te hebben voor experiment, voor culturele en artistieke diversiteit’. Een gesprek met Delobel over het instituut als een levend organisme, over educatie en expositie, en over de relatie tussen kunst en markt. ‘Ik ben een bemiddelaar.’

Ive Stevenheydens

 KIOSK doet heel veel. Op de website vertaalt zich dat in werkwoorden: ‘KIOSK leest, wenst, tekent, lanceert, stelt tentoon, performt, speelt, geeft opdracht, interviewt, schrijft, verkoopt, onderzoekt, weerspiegelt…’. Wat is KIOSK precies?

Shervine Sheikh Rezaei bij KIOSK, december 2021, foto: Isabelle Arthuis

Simon Delobel

 ‘KIOSK is een tentoonstellingsruimte voor hedendaagse kunst. Het is ook een vzw [vereniging zonder winstoogmerk, red.] die in 2010 in het leven geroepen werd onder de naam Kunstensite vzw. KIOSK realiseert onder meer projecten in de tentoonstellingsruimten van de Campus Bijloke waar ook het KASK toe behoort. De vzw werkt onafhankelijk van KASK, ook al kan die onafhankelijkheid genuanceerd worden: de ruimte en het personeel worden ter beschikking gesteld door KASK en de helft van de leden van de raad van bestuur zijn werknemers van KASK. Voor KASK organiseer ik overigens ook de eindejaarstentoonstelling van de studenten.
De programma’s van instituten in de hedendaagse kunstwereld zijn doorgaans direct verbonden met de ruimtes waarover die instituten beschikken. Onze tentoonstellingszalen behoren tot het oude anatomisch theater van het voormalige Klinisch en Poliklinisch Instituut. Die plek wordt door het publiek gepercipieerd als KIOSK. Ik wens – hoogstwaarschijnlijk op een naïeve manier – dat KIOSK voor een attitude staat. Dat betekent dus véél meer dan een plek. Als onafhankelijke vzw zouden we immers overal ter wereld kunnen opereren. Ik zie KIOSK veeleer als een levend organisme waarvan de actoren en ikzelf maar vervangbare cellen zijn. KIOSK geniet van een geprivilegieerde situatie: we beschikken over een mooie verwarmde tentoonstellingsruimte die wat mij betreft zoveel mogelijk met anderen mag gedeeld worden. Die houden op hun beurt het organisme immers gezond. Onze communicatie focust inderdaad op actieve werkwoorden. Zo willen we aantonen dat KIOSK allerlei dingen is en doet. Tentoonstellingen zijn het zichtbaarste deel van onze werking maar niet de enige eindproducten. Alle stappen van het dagelijks leven van een kunstinstituut vinden wij belangrijk om te delen. Bovendien kruipt in mijn directeursrol veel tijd en administratie. Zelf zie ik me steeds meer als een soort programmator of deejay. Het mooiste zou zijn dat ik vooral anderen kan begeleiden, en me misschien kan focussen op één of twee tentoonstellingen als curator.’

‘Tentoonstellingen zijn het zichtbaarste deel van onze werking maar niet de enige eindproducten. Alle stappen van het dagelijks leven van een kunstinstituut vinden wij belangrijk om te delen’

x bij KIOSK, januari 2021, foto: Jordi Coppers

Elen Braga met Manoeuvre bij KIOSK, januari 2022, foto: Leontien Allemeersch

Ive Stevenheydens

Jullie werkingsbudgetten komen voornamelijk van de Vlaamse Gemeenschap en van de Stad Gent?

Simon Delobel

‘Ja. Zoals gezegd stelt de academie ons als werkkrachten ter beschikking aan Kunstensite vzw en biedt de ruimte, onderhouds- en energiekosten aan. Voor de volgende jaren zal op jaarbasis het werkingsbudget op 130.000 euro van de Vlaamse Overheid en 20.000 euro van de Stad Gent komen. We zijn een klein team van een vijftal los-vaste medewerkers. Eigenlijk staan we ingeschreven voor minder dan twee voltijds equivalent (lacht). Ik werk voor zeventig procent, mijn collega’s voor redactie, techniek en communicatie respectievelijk voor zestig, dertig en dertig.’

Ive Stevenheydens

 Vijai Patchineelam staat bij jullie ingeschreven als etc.-artist, wat houdt dat in?

Simon Delobel

‘Patchineelam heeft in 2022 zijn doctoraat aan de Academie van Antwerpen afgerond en onderzoekt wat het voor een kunstenaar betekent om in een instituut te opereren. Er zijn bijzonder weinig kunstenaars die in een museum of kunstencentrum echt dagelijks werken, als kunstenaar. KIOSK maakte een klein budget voor hem vrij zodat hij ook zijn mening op onze werking zou kunnen vormen. Dat is niet eenvoudig, te meer omdat Patchineelam nu in Berlijn werkt. Hij schrijft momenteel een reeks artikels en interviews die reflecteren over mijn plan om het bureau van KIOSK binnen de exporuimte te plaatsen. Wat betekent dit voor een instituut? Bestaan er andere voorbeelden van plekken die dit in het verleden deden? Wat is de ervaring van andere curatoren of instituten met zo een zet? Ik ben ervan overtuigd dat een deel van het publiek graag in gesprek wil gaan met de mensen achter de schermen, en ik wil alles doen om toevallige ontmoetingen te creëren en op die manier projecten te realiseren die voortkomen uit de gesprekken die in de exporuimtes zelf ontstaan. Zo kan KIOSK op een organische manier blijven groeien zonder losgekoppeld te zijn van haar publiek. Ik ben op mijn hoede voor grote uitspraken en geloof liever in de veelheid van kleine acties.’

Ive Stevenheydens

De Vlaamse overheid verplicht KIOSK, net zoals vele andere gesubsidieerde kunstencentra en -platformen, om inkomsten te maken. Hoe ga je daar mee om?

Links: Fernando Marques Penteado bij Dear Yves, bij KIOSK, januari 2022, foto: Isabelle Arthuis

Simon Delobel

‘Ik ben nog nooit zo veel bezig geweest met inkomsten te genereren als hier en nu. Sommige projecten programmeer ik niet alleen in functie van hun artistieke waarde maar ook met in het achterhoofd het bedrag dat mogelijk op de rekening kan verschijnen door middel van facturatie. Ik ben op dat vlak dus niet gelukkiger dan vroeger, toen ik voor privékunstcentra werkte of mijn eigen galerie had. Maar er bestaat een zekerheid: KIOSK moet 20 procent eigen inkomsten genereren terwijl we een gratis tentoonstellingsruimte runnen. Veel keuze is er niet: naast rijke mensen proberen te enthousiasmeren en sponsoren vinden, verkoop ik tegenwoordig ook curatoriële diensten zoals studiobezoeken of het schrijven van teksten.’

‘Ik ben op mijn hoede voor grote uitspraken’

Rechts: Jakob Van den Broucke bij KIOSK, oktober 2022, foto:  Lars Duchateau

KIRAC bij KIOSK, april 2022, foto: Isabelle Arthuis

Ive Stevenheydens

Waar staat KIOSK in het Gentse? Hoe verhouden jullie zich tot bijvoorbeeld SMAK, Kunsthal of Vooruit?

Simon Delobel

‘Helemaal beneden aan de ladder? (lacht). Nee, we zijn één organisme binnen een groter ecosysteem en proberen zo vaak als het kan samen te werken. We hebben met Kunsthal en SMAK een intentieverklaring ondertekend om onze ruimtes te openen voor andere initiatieven. We moeten genereus zijn. En misschien zelfs van plek durven switchen. Ik praat nu met het Museum Dr. Guislain om onze locaties te ruilen voor tijdelijke projecten. De grotere spelers kunnen terugkeren naar de omstandigheden van de kleinere instituten en andersom. Dat geeft ons allen een betere voeling met de werkelijkheid en met verschillende werkomstandigheden in het kunstenveld. Dat lijkt me gezond. We moeten onszelf in vraag blijven stellen en locaties door elkaar haspelen.’

Ive Stevenheydens

Verwart dat mogelijk de bezoekers niet?

Simon Delobel

‘De bezoekers mogen verward zijn! Ik zou het liefst willen focussen op verrassing: bezoekers zouden nooit mogen weten wat ze precies te zien zullen krijgen. Als curator en instituut creëer je omstandigheden om iets te ervaren en via zintuigelijke prikkels een nieuwe gevoeligheid te ontwikkelen. Je wil niet tot een McDonalds verworden; een plek waar mensen weten dat ze dag en nacht, zeven op zeven, hetzelfde product kunnen krijgen. Dat irriteert me in kunst nog het meest! Kunst kan je niet stroomlijnen! Ik heb persoonlijk nog steeds moeite om een tekst over een tentoonstelling te schrijven terwijl ik die nog niet eens heb kunnen ervaren. Culturele diversiteit is even belangrijk als biodiversiteit. En daar heeft echter iedereen wel de mond van vol. Een aantal jaren geleden kwam ik van een soort Grand tour van exposities met het gevoel dat ik voor niets gereisd had: ik zag overal werken van dezelfde kunstenaars. Ik ben daarom – bijna – gestopt met constant te reizen naar Europese kunststeden om meer aandacht te geven aan wat in mijn directe omgeving leeft.’

Ive Stevenheydens

Hoe staan jij en KIOSK ten overstaande van maatschappelijke verschuivingen? Wat met wat er bijvoorbeeld in Iran of Oekraïne gebeurt?

Simon Delobel

‘Ik ben geen te grote fan van hyper-reactieve instituten die meteen op een bepaalde crisis ingaan. Als je grondig bezig bent met je waarden sta je met de voeten in de maatschappij en ontwikkel je een vorm van weerstand tegenover crisissen. De subsidieperiode die nu begonnen is plaatst fair practices centraal, wat ik alleen maar toejuich. Toch kwam onmiddellijk ook in mij de vraag op: hoe kan KIOSK fair zijn in een wereld die fundamenteel unfair is? Hoe kan ik fair practices implementeren voor mensen die hier niet eens bestaan omdat ze geen legaal statuut hebben? Hoe gaan we hen ooit kunnen betalen? In 2020 had ik een Libanese kunstenaar ontmoet tijdens de opbouw van zijn afstudeerproject bij de postgraduaat digital storytelling bij KASK, Rami Moukarzel. Hij vroeg of ik hem kon helpen om werk te vinden en vertelde over zijn vele ervaringen als kunstenaar, filmmaker en vormgever in zijn verwoeste land. Oorspronkelijk wilde ik een groepstentoonstelling organiseren met uitsluitend illegale kunstenaars. Ik merkte dat dit niemand zou helpen. Door het volledige budget van de tentoonstelling aan Rami te geven in plaats van alleen de fee heeft hij een visum voor twee jaar kunnen krijgen. Eerder dan zijn eigen werk te promoten heeft hij samen met twee collega’s, een kunstenaar en een kunstwetenschapper, een collectief opgericht, Tashattot (‘verstrooid’ in het Arabisch), en dertien Arabischsprekende in Europa levende kunstenaars uitgenodigd voor een groepstentoonstelling.’

Ive Stevenheydens

Je eerste project voor KIOSK, X, was een groepstentoonstelling waarbij de namen van de kunstenaars niet werden vrijgegeven.

Simon Delobel

‘Ik wilde niet starten met het celebreren van de praktijk van één kunstenaar of met een thematisch project met een specifieke agenda. Ik wilde liever naar een vernieuwde – en dat komt misschien door mijn achtergrond als archeoloog – dialoog streven tussen de kunstwerken en de mogelijke ontvangers, waaronder dus de bezoekers. De namen en biografieën van de kunstenaars werden dus achterwege gelaten, om zodoende het werk op zichzelf te laten. Achteraf besefte ik dat de expo een manier was geweest om het werk van sommige kunstenaars samen te brengen die ik anders nooit samen zou gekregen hebben. Philippe Van Cauteren, de directeur van het SMAK, vond tijdens zijn bezoek aan de expo één van de werken best boeiend. Ik dacht toen dat de beste manier om zorg te dragen voor de tentoonstelling was om de werken niet te laten terugkeren naar de ateliers van de deelnemende kunstenaars. De volledige tentoonstelling is vandaag opgenomen in de collectie van het SMAK: na overleg kocht de private stichting Willame de hele tentoonstelling voor haar productieprijs om die aan het SMAK te schenken. De kunstenaars bleven steeds anoniem, ook in hun portfolio’s heeft vandaag nog geen enkele deelnemer naar X verwezen. Ik koesterde de droom dat er vanaf nu een anonieme afdeling in de collectie van het SMAK zou bestaan en dat voortaan bij elke nieuwe aanwinst de vraag aan de kunstenaar zou gesteld worden of het werk al dan niet anoniem binnen de collectie moest geïnventariseerd worden. Maar daarin ben ik ook te ambitieus geweest.’

Ive Stevenheydens

Positioneer je je met zo een project niet eerder als kunstenaar in plaats van curator?

Simon Delobel

‘Nee. Ik ben een bemiddelaar. Ik creëer situaties om dan ten dienste van de kunstenaar te zijn. Het liefst wil ik nieuwsgierigheid uitlokken, verrassen. Een tentoonstelling maken is een continu spel van verleiding. Het aantrekken van mensen die je nog niet kent. Het werken met heel diverse personen waar je nog niets mee deed. Een programma maken wordt zo een aaneenschakeling van korte en minder korte love stories. Het gaat om samen kijken wat je voor elkaar kan betekenen in de toekomst.’

Ive Stevenheydens

Zie je voor KASK en KIOSK parallellen met andere scholen en kunstplatformen? Ik denk bijvoorbeeld aan de Frankfurtse kunstschool Städelschule en het daaraan verbonden tentoonstellingsplatform Portikus.

Links: Lien Anckaert bij KIOSK, januari 2023, foto: Isabelle Arthuis

Simon Delobel

‘Je zou, om het karikaturaal uit te drukken, kunnen zeggen dat de kunstwereld nu bestaat uit de markt en de onderzoekswereld. Tussen die twee werelden bestaat een enorme opportuniteit om dingen te doen. Ik voel dat vele onderzoekers niet weten hoe en waar ze iets kunnen presenteren. Op welke manieren kunnen we communiceren rond dat onderzoek op het moment dat het (nog) niet gerecupereerd kan worden door de markt? Ik denk dat KIOSK daar een interessante plaats kan innemen. Het opzetten van een Europees netwerk van kunstruimtes verbonden aan kunstscholen vind ik een van de meest interessante pistes om op te werken. Dat hoeven niet meteen de big shots te zijn, er bestaan tientallen organisaties die zich zoals KIOSK eerder op onderzoek richten en kleinschalig zijn. Het lijkt echter een doodgeboren kind, zo een netwerk. Als dit er ooit zou komen, moeten we met KIOSK nog meer eigen inkomsten genereren (lacht). Het zou ons immens veel tijd en energie kosten om aan zoiets te bouwen. En dat zonder dat de overheid je daar voor zal belonen. Die zien dit als publiek geld waarover je een eigen inbreng tegenover hoort te plaatsen. Het is een slang die in haar staart bijt en zichzelf verslindt.’

‘Het liefst wil ik nieuwsgierigheid uitlokken, verrassen. Een tentoonstelling maken is een continu spel van verleiding’

Rechts: Lisa Vlaemminck bij KIOSK, november 2022, foto: Isabelle_Arthuis

Ive Stevenheydens

Je bent geboren in het Franse Rijsel. Wat is je parcours en hoe rolde je in de kunsten?

Simon Delobel

‘Een overgrootoom kreeg in een Parijse salon in de jaren 1920 een tekening van Victor Hugo, als prijs voor zijn grafisch werk. Toen die overleed ontstond er in de familie, die niet al te rijk was, een vete over dat nagelaten werk van Hugo. Dat was voor mij een eerste kennismaking met de mogelijke ongezonde relatie tussen kunst en geld. Achteraf bleek overigens dat het werk maar een multipel was (schatert het uit). Mijn vader was leraar geschiedenis en had een grote bibliotheek met teksten van grote geschiedkundige figuren. Mijn grootmoeder schonk me de boeken van Elie Faure die ze ooit gekocht had toen ze in haar jeugd in een boekhandel werkte. Dat vormde samen een massa van kennis. Ook mijn moeder gaf me kunstboeken als beloning voor de tekeningen en teksten die ik maakte. Als jonge Fransman leek het Rijsel van de jaren 1990 het einde van de wereld. Daar wilde je zo snel mogelijk weg! Ik studeerde museologie aan Ecole du Louvre waar ik me toespitste op Zuid-Aziatische en Indische kunst. lk was hyper-gespecialiseerd en werkte later in het Musée national des arts asiatiques-Guimet en voor het École française d’Extrême-Orient.
Ik was een freak in een nichesector, gespecialiseerd in het ontstaan van musea in de Franse, Engelse en Nederlandse koloniën in Azië. Ik vond het vreselijk dat de wetenschappelijke wereld anders werkte dan ik het me ingebeeld had. In plaats van kennis te delen draaide het eerder om muren bouwen rond bepaalde bronnen. Om die onder controle te houden. Je moest al bevriend zijn met bepaalde onderzoekers om toegang te krijgen tot specifieke documenten of middelen te verkrijgen. Na een tussenstop in het Brusselse Jubelparkmuseum begon ik te werken als curator bij de Verbeke Foundation in 2009, waar ik wetenschappelijke bevindingen aan kunst probeerde te koppelen. Daartoe volgde ik in Leiden een opleiding biogenetica. Alweer een specifieke niche! In Antwerpen runde ik de Verbeke Gallery waartoe de beste kunstenaars behoorden in het veld van de biokunst en de ecologische kunst. Maar niemand kocht zoiets! Het was desalniettemin mijn eerste echte contact met de commerciële wereld. De koppige standpunten en acties van Mass Moving (*) hebben toen mijn visie op de kunstwereld gevoed. Gewoon je eigen ding doen en durven buiten de instituten te werken. Mijn werk als directeur van de Collectie Hugo Voeten te Herentals vanaf 2013 lag in die lijn. De private collectie van die verzamelaar zaliger focuste op Bulgaarse kunstenaars, hetgeen hem ook een outsider maakte, onder verzamelaars dan. Zijn drijfveer – een sterke persoonlijke visie, een passie voor een eigen verhaal – stond ook ver van de geijkte kunstmarkt. Ik heb enorm veel respect voor mensen die zich kunnen enthousiasmeren. Voor mensen die dermate in iets geloven en daar zoveel liefde in kunnen stoppen zodat ze anderen meekrijgen. Guillaume Bijl zei me dat ik geen interesse voor geld heb, en dat dit mijn grootste probleem vormt. Dat zou wel eens kunnen kloppen (lacht).’

Ive Stevenheydens

In Antwerpen runde je van 2014 tot 2018 de ‘commerciële’ galerij trampoline. Erna maakte je tentoonstellingen waarvoor je telkens van naam en locatie veranderde. Zo was er onder meer de Yuri G. Gallery, een samenwerking met Stefaan Dheedene, +23243493810761811553964 met Jean Katambayi Mukendi, La Simonie met Vincent Geyskens, White Whale Gallery met Tom Poelmans, Personne n’en veut, j’achète met Jacques André.

Simon Delobel

‘Achteraf gezien was trampoline een fictie, een farce. Ik wilde laten zien dat indien we alle codes van de kunstwereld zouden volgen, we wel ergens zouden geraken. Ticking the boxes – een leuke plek, een goede vormgeving, bouwen aan succes – leidt tot verwachtingen bij het publiek. trampoline was een bijbaantje. Ik kreeg de kans om gratis zaken te organiseren in een Antwerpse kelder en startte een galerie met nul euro kapitaal. De verkoop werd 50/50 gesplitst met de kunstenaars die het project steunden. Alles wat naar de galerie ging, werd terug in de organisatie gestopt. trampoline bracht ongelofelijk veel stress met zich mee, zowel op financieel als op familiaal vlak – ik heb overigens ook twee kinderen. Na trampoline besloot ik per tentoonstelling een nieuwe galerie te stichten. Zo probeerde ik alle beschikbare plekken uit: van projecten op kunstbeurzen tot privétentoonstellingen in de huizen van een bejaard koppel in de Maanstraat in Antwerpen. Het was ook een strategie om te ontsnappen aan de overlevingsdruk van een instituut en om opnieuw te genieten van het hier en nu. Financiële winst maken interesseert me minder dan zorgen dat een fictie werkelijkheid kan worden. Ik verlies echter nooit iets als ik een project gerealiseerd heb. Integendeel! Geld kan crashen van vandaag op morgen. Een ervaring met een mens is iets reëels. Ik hoop dat de kunstenaars waar ik mee gewerkt heb me op dat vlak respecteren.’

(*) Mass Moving (1969–1976) was een Belgische groep die bekend werd door zijn wereldwijde artistieke acties en projecten die politiek, sociaal en/of cultureel geladen waren. De groep bestond uit een aantal initiatiefnemers en wisselende vrijwilligers.

Recente artikelen