metropolis m

La PARACANTORA (2019), Paranal ESO Observatory, foto Nicole L’Huillier

Hoe te schrijven over Deep Time als er net een rampzalige aardbeving plaats heeft gevonden? Lucie Fortuin schrijft over kunstenaars die de gevolgen van menselijk handelen op de lange termijn invoelbaar maken. Aan de hand van atelier- en tentoonstellingsbezoeken duikt ze in het idee van geologische tijd: de tijd waarin bergen groeien, aardplaten verplaatsen en rivieren verleggen. Wat brengt het ons om de tijd op zo een grote schaal te benaderen?

Als ik de zaal van de galerie binnenloop voel ik gelijk een zwaar gedreun. Het lijkt haast alsof het geluid me een duw geeft. Ik verblijf een tijd in Portugal en ben in Galeria Municipal do Porto voor het werk van Chileense kunstenaar Nicole L’Huillier. Buiten regent het, een koude winterdag. In de galerie donkere, zware geluiden. De bas intensiveert, wordt dan weer iets lichter, en langzaam ontwaar ik een ritme. Het publiek laat zich overspoelen door La PARACANTORA. In het kader van kunstenaarsprogramma ‘Simetría’ verbleef L’Huillier in 2019 bij CERN, de Europese organisatie die onderzoek doet naar elementaire deeltjes. 

Tijdens de residentie maakte ze zowel in Zwitserland als in Chili opnames van het geluid van de aarde. De ALICE detector in Zwitserland bootst het moment –fracties van seconden– volgend op de big bang na. De ALMA in Chili onderzoekt het ontstaan van sterren en planeten. Met behulp van sensoren, geplaatst in sculpturen rondom de detectoren, vormt l’Huillier deze processen om tot waarneembaar geluid. Geologische tijd, die begint bij het ontstaan van de aarde, wordt hoorbaar. Maar in plaats van een lineaire tijdschaal klinken in de opnames allerlei ritmes door elkaar heen: kosmologische vibraties vermengen met trillingen en geluiden die zich ter plekke aandienen. Het weer, de luchtdruk, bewegend zand. Alles verwordt tot geluid.

La PARACANTORA (2019), ALMA Observatory, foto Nicole L’Huillier

La PARACANTORA (2019), in detector CERN, foto Nicole L’Huillier

La PARACANTORA (2019), ALMA Observatory, foto Nicole L’Huillier

Ik was van plan een stuk te schrijven over ‘diepe tijd’: de geologische tijdschaal waarin tijd beweegt over miljoenen, miljarden jaren. De tijd waarin bergen groeien, aardplaten verplaatsen, rivieren verleggen. Het idee is dat het benaderen van tijd op zo een grote schaal de mensheid doet inzien welke gevolgen ons gedrag heeft. Auteur Robert Mcfarlane, schrijver van het veelbesproken boek Underland: A Deep Time Journey (2019), en filosoof Roman Krznaric, die over het thema het boek The Good Ancestor (2020) schreef, hopen met het begrip diepe tijd de verwevenheid tussen mens en aarde voelbaar te maken. Dat nieuwe ecologisch besef zou ons vervolgens ‘betere voorouders’ maken voor de tijd die na ons ligt. 

Maar wanneer ik dit schrijf vinden er aardbevingen plaats op het grensgebied tussen Syrië en Turkije. Daar waar de geologische tijd samenvalt met het menselijke begrip van tijd verwoesten schuivende aardplaten de levens van honderdduizenden mensen. Het vervormt de levens van generaties en generaties die nog moeten komen.

De Nederlands-Koerdische kunstenaar Ibrahim Kurt, momenteel masterstudent aan de Visual Arts & Post-Contemporary Practice opleiding van de St. Joost Academie in ’s-Hertogenbosch, groeide op in het oosten van Turkije. De ramp maakt de fysieke afstand tot Turkije ondraaglijk. Aan de telefoon vertelt hij me hoe de lessen op de academie afleiding bieden, maar het lukt hem niet om nieuw werk te maken. Alles lijkt stil te staan. Op de dag dat de studenten worden beoordeeld op hun werk, moet hij nog beginnen aan het project. Uit tijdgebrek, vermoeidheid, vraagt hij de studenten bijeen te komen. Ze nemen plaats op een trap in het gebouw van het St. Joost en in het Turks spreekt hij uit wat hem bezighoudt. Ook wanneer je de woorden niet verstaat hoor je aan zijn stem dat hij emotioneel is, dat hij rouwt. De andere studenten zijn uitgenodigd beurtelings te reageren op Kurts woorden. De luisteraar van het werk hoort stemmen, stilte, huilen, gezang… Je hoort wat je voelt: open your ears (2023). 

Na het overleven van een aardbeving vertellen mensen dat ze ziek zijn. Een grote beving heeft invloed op het evenwichtsorgaan, mensen beschrijven dat ze duizelig zijn, hoogtevrees te ervaren waar ze daar eerder geen last van hadden. Leven in diepe tijd veroorzaakt angst en shock, die op hun beurt weer leiden tot lichamelijke uitingen van stress. Ook de steden, dorpen, huizen die niet instortten zijn aangedaan. In navolging op de beving ontstaan vertraagd barsten in gebouwen en funderingen. In Mexico-Stad houden inwoners de scheuren in hun huizen bij door op de muur lijnen te tekenen. Foto’s maken, iedere dag weer kijken, opnieuw meten. De tijd wordt er een van wachten en bijhouden, onderbroken door nabevingen en nieuwe lijnen, nieuwe breuken. Het lijkt een langdurig uit elkaar vallen. Ook de Groningse aardbevingen hebben effect op de gezondheid van bewoners: hartkloppingen, slaapproblemen, burn-out. Met bevingen met een magnitude van maximaal 3,6 op de schaal van Richter is de omvang niet te vergelijken met de recente ramp in Syrië en Turkije of grote bevingen in Mexico-Stad. Toch maken de Groningse bevingen de temporaliteit van het lange wachten duidelijk zichtbaar. De geologische tijd lijkt in de menselijke ervaring van tijd niet vervaagd, ver weg, deze wordt juist uitvergroot. 

'open your ears' (2023), foto Ibrahim Kurt

‘Hills that are not hills, lakes that are not lakes,’ schrijft kunstenaar Alexis Destoop in een brief geprojecteerd naast videobeelden uit Manono. Ook hier wordt de menselijke ervaring getekend door de geologie. In de tentoonstelling Charging Myths in Framer Framed onderzoekt kunstenaarscollectief On-Trade-Off de effecten van lithiumontginning in Manono, gelegen in de Democratische Republiek Congo. Manono heeft een geschiedenis van mijnbouw: in 1919 initieerde het Belgische bedrijf Géomines er het winnen van tin. Toen in de jaren 80 de vraag naar tin daalde, en daarmee de prijs, verlieten bedrijven de mijn. Wat werd achtergelaten was een verontreinigd landschap en hoge werkloosheid. De recente zoektocht naar hernieuwbare energie leidt in 2015 opnieuw naar Manono wanneer blijkt dat er in de bodem grote hoeveelheden lithium aanwezig zijn. In The Pits (2022) onderzoekt Destoop met videowerk de omgeving, midden in de zaal hangen aan het plafond twee grote dwarsdoorsneden van oude mijnen. Ernaast de brief, gericht aan D., waarin hij zijn –steeds weer tijdelijke– aanwezigheid als Belg tussen de mijnen in Congo bevraagt. Alleen door afstand te nemen, door op een van de heuvels te staan, lukt het Destoop om te reflecteren en nieuw werk te maken: ‘Never was this clearer than when I decided to climb one of the man-made mounts that define the horizon there, and reached the top. Heights made of debris,’ schrijft hij.

Georges Senga, 'Mille Bêches'. nu te zien bij de tentoonstelling Charging Myths (2023) bij Framer Framed, Amsterdam

‘Lakes that are not lakes.’ Even verderop hangen foto’s van fotograaf Georges Senga (DRC). Met Mille Bêches (2020) zoomt hij in op de artificiële meren rondom Manono. Nadat het laatste bedrijf op zoek naar tin uit de regio vertrok, zijn de mijnen met water gevuld. De meren liggen in het landschap als restanten van economische extractie. Het water heeft de kleur van de aarde. Senga’s luchtfoto’s hangen op groot formaat naast elkaar en op verschillende foto’s staan inwoners van Manono afgebeeld die handmatig verder zoeken naar tin, een arbeidsintensief werk. 

Nadat het laatste bedrijf op zoek naar tin uit de regio vertrok, zijn de mijnen met water gevuld. De meren liggen in het landschap als restanten van economische extractie

Wanneer ik verder lees over het verloop van mijnbouw in het gebied vind ik een memo van AVZ Minerals, het Australische bedrijf dat op dit moment de grond van lithium ontdoet, met daarin de plannen in de komende jaren opnieuw tin te ontginnen. Tin, dat zich oorspronkelijk in het harde stollingsgesteente ‘pegmatiet’ bevond, is rondom Manono door de kunstmatige meren en de verplaatsing van rivier Likushi, sinds de jaren tachtig tot grind geërodeerd. Hierdoor wordt het opnieuw kosteneffectief voor het bedrijf machinaal tin te winnen. Wanneer we de regio bekijken vanuit de geschiedenis van extractie –veroorzaakt door (neo-)koloniale en kapitalistische drijfveren– bepalen geldstromen en machtsverhoudingen niet alleen hoe de omgeving eruitziet, maar beïnvloeden ze ook de aardlagen waaruit deze opgebouwd is. Daar waar géén mineralen gevonden worden die op dit moment voldoende economische waarde hebben –tin in de 20e eeuw, lithium in de 21e eeuw, en wie weet welk materiaal in de komende eeuwen– liggen heuvels ‘loos gesteente,’ economisch restafval. Maar ook bergen van afval eroderen. Ook aangelegde meren vervormen stollingsgesteente.

Tijdens mijn verblijf in Porto ga ik op studiobezoek bij beeldend kunstenaar Orlando Vieira Francisco (BR). De vloer is bezaaid met bergen, schematisch, ruw. Op zijn bureau liggen foto’s uit een archief. Terwijl hij verder werkt aan de tekeningen van bergen ga ik door de archieffoto’s heen. Langzaam pratend vertelt hij me de geschiedenis die aan de beelden voorafgaat. De foto’s zijn gemaakt in de provincie Minas Gerais en tonen, vanuit een specifieke plek, met specifieke mensen, ontbossing in Brazilië eind negentiende eeuw. De koloniale machtsverhoudingen worden pijnlijk duidelijk: witte Amerikaanse directeuren poseren voor grote huizen met perfect onderhouden tuinen. De beelden staan in sterk contrast met die van de oorspronkelijke bewoners, die veelal werkend of te midden van Oost-Europese medewerkers rondom de gekapte bomen staan afgebeeld. Vieira Francisco is het materiaal tegengekomen in een zoektocht naar de oorzaak van een damdoorbraak die in 2015 een enorm gebied verwoestte. De Mariana Dam was gebouwd om het giftige restafval uit een nabijgelegen ijzermijn te lozen. De damdoorbraak veroorzaakt een ramp: 43,7 miljoen kubieke liter toxisch water vervuilden het gebied, modderstromen vernielden dorpen, honderden mensen raakten ontheemd en er vielen 19 doden. In 2019 volgde een tweede dambreuk, met 270 geregistreerde doden tot gevolg, voornamelijk mijnmedewerkers. 

Orlando Vieira Francisco, voorstudie 'The Observers' Plateaus' (2023) 

Ook geologische tijd is politiek. Juist in de geologische processen die tot stand komen door menselijk handelen wordt dit duidelijk. In het verlengde van Orlando Vieira Francisco’s onderzoek naar de Braziliaanse damdoorbraak liggen de bergen voor hem waar hij op dit moment aan werkt. ‘Negatieve bergen’ zoals hij ze noemt; ze verbeelden de gaten die de mijnbouw veroorzaakt. Op gemarginaliseerde plekken bij gemarginaliseerde mensen zijn de effecten van verandering in geologische tijd het meest voelbaar. Het koloniale verleden en de doorwerking daarvan, bijvoorbeeld in de hedendaagse exploitatie door multinationale bedrijven, bepalen waar mijnbouw en ontbossing plaatsvinden. Na de aardbevingen levert de internationale gemeenschap minder hulp in het Syrische gebied. In de getroffen gebieden is zichtbaar, zo benadrukt Artists in Solidarity NL tijdens haar inzamelingsacties, dat LHBTIQ+ers, minder toegang hebben tot hulp. Syrische vluchtelingen die in Turkije verblijven en vaak niet zijn geregistreerd worden niet altijd meegeteld bij het tellen van de doden. Ook in Nederland vindt de gaswinning buiten het economische centrum plaats en inmiddels wordt de kritiek van Groningse burgers in de politiek als hoofdpijndossier omschreven. Hoe kunnen we in het licht van deze kennis toch verder gaan, blijven maken en proberen? 

Op gemarginaliseerde plekken bij gemarginaliseerde mensen zijn de effecten van verandering in geologische tijd het meest voelbaar

In de bundel tijd van de aarde van Galina Rymboe (in 2019 in vertaling verschenen bij Uitgeverij Perdu) eindigt het openingsgedicht als volgt: ‘tussen afwezigheid en uiting — banden van de grijze tijd.’ De gedichten in de bundel lijken dichte teksten, zonder regelafbreking, met weinig interpunctie en de beschrijvingen van de omgeving doen dystopisch aan: ‘onder het afvalgewelf snel geschuifel op zoek naar wit voedsel; een gekantelde vrachtwagen met levensmiddelen, regen, modderstromen die je omver slaan.’ Maar juist binnen deze dystopische wereld is er ook beweging en warmte. Mensen vinden ook daar intimiteit. Een aantal pagina’s verder: ‘bevrijd van het teken, vlijt dezelfde zich tegen een warm dier aan; rond licht van een geleidelijk lichaam en de ochtend van de aanraking in de chaos van vormen.’ Dichter en essayist Frank Keizer schrijft over Rymboes werk: ‘Hoe verwoest ook, ze wil de “terreinen van de nederlaag,” zoals ze het in tijd van de aarde noemt, bewoonbaar maken.’ 

‘Als haar gedichten zich in een milieu afspelen,’ schrijft Keizer, ‘dan eerder in de betekenis die de Franse filosoof Gilles Deleuze aan dat woord geeft: een ruimte waarop allerlei ritmes, geschiedenissen en verhalen met elkaar verstrengeld raken. Haar werk is dan ook geen ontsnapping uit de wereld, maar eerder ernaartoe.’ Tijdens menselijk leven zijn onze chronologie en geologische tijd continue –tussen afwezigheid en uiting– met elkaar verweven. Ze raken elkaar, beïnvloeden elkaar en wanneer we de geologische tijd willen leren kennen zullen we ook naar haar tempo moeten kijken en luisteren. Juist door het herkennen van verstrengeling van tijd, ritmes en ervaringen lukt het ons misschien deze te verstaan. Keizer eindigt zijn stuk als volgt: ‘Rymboes poëzie laat juist andere ritmes klinken dan we gewend zijn, traag, polyfoon, voorbij het menselijke; het zijn precies die ritmes, zo suggereert deze schitterende poëzie, die de lezer kunnen sensibiliseren voor een leven te midden van de ineenstorting van wat we ooit beschaving noemden.’

[1] Zie: ‘Groningers met bevingschade hebben vaker psychische klachten’, 30 januari 2018, NRC Handelsblad

Lucie Fortuin

is redacteur, programmamaker en auteur

Recente artikelen