metropolis m

Risk Hazekamp, een analoog fotonegatief vervaardigd door cyanobacteriën, 2021

Risk Hazekamp stelt een nieuwe benadering van de fotografie voor: een waarbinnen de fotograaf het uiteindelijke beeld niet langer bepaalt, maar faciliteert, met behulp van de natuur. ‘Ik creëer omstandigheden waarin cyanobacteriën visuele sporen kunnen achterlaten.’

Hazekamp en ik videobellen elkaar op een van de eerste zonnige lentedagen. Terwijl de kunstenaar en onderzoeker vertelt over hun praktijk maakt hen geregeld lussen in hun zinnen; woorden als ‘gewoon’, ‘productief’ en ‘levend’ worden steeds van aanhalingstekens voorzien. Niet verwonderlijk; het bevragen van de westerse drang tot het categoriseren van menselijke lichamen en andere levensvormen loopt als een rode draad door hun artistieke praktijk.

Jori(k) Galama

 Waar bevind je je op dit moment?

Links: Risk Hazekamp, Interdependency (Blood fertiliser), 2020. Rechts: Risk Hazekamp, Experiment (Petri Dish), 2021

Risk Hazekamp

‘In mijn atelier. Toen ik net binnenliep, kwam ik erachter dat een van mijn flessen met cyanobacteriën omgekanteld is. Dat wil zeggen; ze zijn van kleur verschoten. De groene kleur die ze hadden was een teken van een levende cultuur, maar de bruine kleur die ze nu hebben geeft hoogstwaarschijnlijk aan dat er iets is misgegaan. Ik voel me dan schuldig en denk: “Shit, ik heb door mijn klunzigheid een bacteriecultuur omgebracht”. Maar ik kan het ook relativeren; wanneer ik een organische fotografische emulsie maak, gebruik ik een zak spinazie en daar zitten ze ook in. Zo ben ik dagelijks in relatie met deze micro-organismen, ze zijn enorm belangrijk voor me geworden.

De tweedeling tussen leven en dood die ik bij de bruine kleur maak zegt overigens voornamelijk iets over mijn eigen beperkte menselijke tijdwaarneming. Het kan best zijn dat als ik ze met rust laat, er over een paar weken of jaren weer “nieuw” leven ontstaat. Cyanobacteriën leven en sterven al drie miljard jaar op aarde; voor hen ben ik slechts een voorbijganger. Als uitvinders van de fotosynthese – het proces waarmee planten voedingsstoffen voor zichzelf maken en waarbij zuurstof vrijkomt – staan ze aan de basis van de evolutie van de ademhaling. Beetje bij beetje hebben ze onze atmosfeer zuurstofrijk gemaakt en de aarde zo bewoonbaar gemaakt voor de mens. Het klinkt misschien absurd, maar ik voel zelfs een vorm van liefde voor ze – een uitdagende vorm van liefde, want met het blote oog zijn ze niet te zien.

Het vakgebied van “biobased” onderzoek waar ik me in bevind kan erg antropocentrisch zijn en zich vooral richten op het nut van micro-organismen, planten en fungi. Ik wil het hiërarchisch denken juist bevragen, door te starten vanuit de ethische houding dat ál het leven waardevol is. Het helpt dat ik dominante gedachten over gender al lange tijd ter discussie stel, en de constante instabiliteit van gender omarm. In feite is alles altijd in verandering;  onzekerheid is een constante. Toch proberen we die onzekerheid vaak zo snel mogelijk uit te schakelen of zelfs te ontkennen. Ik probeer in die toestand van onzekerheid – die ik vaak als prettig ervaar – te blijven, om van daaruit een relatie met cyanobacteriën aan te gaan.’

‘Ik probeer vanuit de toestand van onzekerheid een relatie met cyanobacteriën aan te gaan’

Risk Hazekamp, Experiment (Atelier), 2021

Jori(k) Galama

Wat is de oorsprong van het onderzoek waaraan je in mei gaat beginnen?

Risk Hazekamp

‘Het komt voort uit mijn ma-na-ma [master na master, red.] aan de Sint Lucas in Antwerpen. Eigenlijk bereid je je daar een jaar voor op het schrijven van een PhD-voorstel. Ik was met een totaal ander project binnengekomen, maar merkte dat ik steeds sterker geconfronteerd werd met de toxische kanten van de fotografie, het medium waar ik al sinds mijn veertiende mee werk. Denk hierbij aan het gebruik van schadelijke chemische stoffen voor het ontwikkelproces van analoge foto’s, of aan de manier waarop foto’s dominante sociaal-politieke machtsstructuren en schadelijke normen voor het definiëren, categoriseren en creëren van het zichtbare in stand houden. Van grote invloed was de tekst “Fires, Fogs, Winds” (2017) van Elizabeth A. Povinelli. Zij beschrijft daarin de verwevenheid tussen vernietigde ecosystemen, neokoloniale denkkaders en de giftige soevereiniteit van de macht. Het idee om ademende foto’s te maken, oftewel een levend fotografisch proces te ontwikkelen, is destijds ontstaan.

Dat ik nu begin aan een Professional Doctorate (PD) en geen PhD, maakt dat ik veel praktijkgericht onderzoek kan gaan doen. Dit jaar starten de Nederlandse hogescholen met een  pilot voor hun eigen doctoraatstraject; zulke PD’s hebben als doel grenzen in de beroepspraktijk en onze samenleving te verleggen door onderzoekende professionals op te leiden. In mijn PD-onderzoek stel ik een nieuwe benadering van fotografie voor. Hierbij heeft de fotograaf niet langer de controle over het beeld, maar creëert eerder omstandigheden waarin fotografische beelden kunnen ontstaan. Ik zal me daarbij openstellen voor andere beelden, om afstand te nemen van fotografische vanzelfsprekendheden als de lens en de camera, maar ook van mijn eigen menselijke blik.’

Jori(k) Galama

Hoe uit dat zich in wat er op je foto’s te zien is?

Risk Hazekamp, twee analoge fotonegatieven vervaardigd door cyanobacteriën, 2021

Risk Hazekamp

‘Concreet betekent het dat ik omstandigheden creëer waar cyanobacteriën visuele sporen kunnen achterlaten. Op dit moment is dat voornamelijk in fotografisch lichtgevoelig materiaal. Het is vervolgens aan ons, mensen, om deze sporen te interpreteren. Sommige mensen zien er micro-opnamen in, andere eerder landschappen of een vorm van bacteriële visuele poëzie. Voor mij is het belangrijk dat ik niet meer degene ben, die het uiteindelijke beeld bepaalt, maar dat ik de actoren bij elkaar breng en zo het beeld faciliteer. Ik ben eigenlijk altijd een fotograaf geweest die het moeilijk vindt om een camera op een ander te richten. In het verleden heb ik daarom vooral mijzelf, goede vrienden of mensen die mij benaderden gefotografeerd. Ik weet dat veel mensen graag gefotografeerd willen worden, en dat  het ook emanciperend kan werken, maar voor mij voelt het toch vooral als een agressieve handeling. Onder anderen Ariella Aïsha Azoulay schrijft zeer scherp over de camera als instrument voor het in stand houden van koloniale machtsrelaties. En Dean Spade stelt dat zelfs binnen gemarginaliseerde groepen deze machtsrelaties soms gereproduceerd worden. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting wanneer er gekozen wordt wie er naar voren wordt geschoven als woordvoerder of vertegenwoordiger. Ook daarin kan een normbevestigend denken verscholen zitten. Systemen tasten als het ware af wie ze nog zonder gevaar kunnen laten spreken en wie er té radicaal is. Wanneer je iemand hoort spreken, kun je je afvragen  welke – wellicht meer radicale – stemmen in diens plaats zijn uitgeschakeld.’

‘Het is aan ons, mensen, om deze sporen van de cyanobacteriën te interpreteren. Sommige mensen zien er micro-opnamen in, andere eerder landschappen of een vorm van bacteriële visuele poëzie’

Risk Hazekamp i.s.m. Scape Agency, How do we take care of our failures?, installatie bij Stroom, Den Haag, 2022

Jori(k) Galama

Hoe verhoudt dit zich tot je eigen transidentiteit en de ontwikkeling van trans-representatie in de afgelopen jaren?

Links: Risk Hazekamp, Dress Code #1, 2004. Rechts: Risk Hazekamp, Under Influence / Catherine Opie, 2007

Risk Hazekamp

‘Toen ik begon was gender nog niet zo’n algemeen bekend begrip. Ik moest daardoor vooral heel veel dingen uitleggen. Wanneer ik vertelde dat ik geen vrouw ben, reageerde iemand bijna automatisch: “Dus je wilt een man zijn?” Ik probeerde dan uit te leggen dat het gecompliceerder is dan dat. Ik sprak op zulke momenten eigenlijk tegen een wereld die nog geen woorden, en daarmee ook geen denkruimte had voor dit soort onderwerpen. Het genderaspect in mijn fotografische werk werd lang genegeerd. Dan werd er bijvoorbeeld geschreven dat ik naar Hollywoodfilms verwees of me met de persoon in het landschap bezighield. Op een gegeven moment dacht ik: ik moet zorgen dat het het eerste is dat je ziet, dat je als kijker niet om dat onderwerp van gender heen kan. Terwijl dat eigenlijk helemaal niet mijn stijl is. Wanneer ik nu naar die beelden terugkijk, zie ik dat ik me heel erg benauwd voelde. Ik deed mijn best om me te verhouden tot de ruimte die me gegeven werd, maar het was geen makkelijke tijd. Er is nu veel meer mogelijk. Werken mogen ook veel minder direct zijn. Het hoeft niet in your face over het lichaam te gaan; ook de subtiele manieren waarop gender zich binnen onze levens en de meer-dan-menselijke wereld manifesteert kunnen onderzocht worden.’

‘Waarom vinden we bepaalde levensvormen belangrijker dan andere levensvormen? Die vraag is voor mij een-op-een terug te voeren naar het denken over gender en queerness’

Risk Hazekamp, Moonshine, 2001

Jori(k) Galama

Welke zijpaden denk je met je onderzoek nog in te zullen slaan?

Risk Hazekamp

‘Dat zijn denk ik toch vooral de vragen over het onderscheid tussen leven en dood waar ook mijn interacties met de bacterieculturen aan raken. Leven wordt door veel mensen het allerbelangrijkste gevonden, terwijl deze toestand in feite een zeer korte tussenfase is. Bovendien vraag ik me af of er werkelijk sprake is van een binaire oppositie tussen beide. Vormen leven, niet-leven en dood niet een continuüm met elkaar? Ik schreef er onlangs een artikel over met emeritus hoogleraar genderstudies en queerfemme-nistische filosoof-dichter Nina Lykke. Lykke verhoudt zich daarin tot het zeer concrete verlies van haar levenspartner, terwijl ik me in mijn werk via de fotografie en de micro-organismen tot de dood verhoud. We richten ons in het artikel niet alleen op de vele precaire vormen van overleven, maar ook op de vele vreugdevolle vormen van samenleven die onze gemeenschappelijke planeet kent. Cyanobacteriën zijn betrokken bij alle aspecten en vormen van de Aarde: hoe kan je dat gegeven lichamelijk invoelbaar maken voor de mens? Die complexiteit probeer ik in mijn praktijk te omarmen.’

Jori(k) Galama

Hoe doe je dat? Waar begin je?

Risk Hazekamp

‘Bijvoorbeeld met taal: in het Nederlands worden cyanobacteriën vaak benoemd als blauwalgen. Die term is niet alleen feitelijk onjuist – het zijn helemaal geen algen – maar roept ook direct een soort paniekreactie op. In meren en oceanen komen cyanobacteriën steeds vaker tot bloei door de fosfaten en nitraten die erin worden gedumpt en de steeds warmer wordende watertemperatuur. Simpel gezegd trekken cyanobacteriën dan alle zuurstof uit het water waardoor zogenaamde dead zones ontstaan en de meeste vissen omkomen. Wanneer wij mensen gaan zwemmen in zo’n meer worden we misselijk en krijgen we huiduitslag. Daarom hebben cyanobacteriën zo’n negatieve bijklank. Zo oordelen we constant welk leven van waarde is en brengen we rangorden aan op basis van onze directe menselijke behoeften. Ik wil begrijpen hoe cyanobacteriën van levensbron tot bedreiging zijn bestempeld, en hoe die verschuiving zich verhoudt tot ons koloniaal denken en handelen. Dit vraag ik me in feite dagelijks af: waarom vinden we bepaalde levensvormen belangrijker dan andere levensvormen? Een vraag die voor mij een-op-een terug te voeren is naar het denken over gender en queerness.’

Jorik Amit Galama

is filmmaker en schrijver

Recente artikelen